Enige tijd geleden stond ik op de begraafplaats bij het graf van iemand die ik goed gekend heb. Herinneringen nemen je dan weer mee terug in de tijd. Enkele graven verder was een man bezig met het onderhoud van een graf. Hij kwam naast me staan en zei: „Wij moeten nog maar zien waar we terechtkomen.”
Na een ogenblik stilte kwam zijn vraag recht op me af: „En jij, weet jij waar je terechtkomt?” Bewogen keek ik hem aan en antwoordde: „Ja, dat weet ik wel. De Heere Jezus heeft het Zelf gezegd: Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven” (Joh. 11:25b).
Thuis las ik het laatste gedeelte van Romeinen 8. Zelfs de dood kan geen scheiding aanbrengen. Wat is Paulus helemaal overtuigd van de liefde van God, die Hij geopenbaard heeft in de Heere Jezus Christus. En die overtuiging of die zekerheid heeft hij door de werking van de Heilige Geest in zijn leven. Hij ligt geheel voor rekening van de Heere Jezus. Hij weet zich met lichaam en ziel, in leven en in sterven het eigendom van zijn getrouwe Zaligmaker, Jezus Christus, Die toen Hij uit de dood opstond, de dood achter Zich liet.
Misschien hebt u tijdens de paasdagen met de kinderen dat lied, dat u in uw jeugd al leerde, wel gezongen: „Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Wie in ’t geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en helle niet.” Maar hebt u het ook met uw hart mogen zingen, vol overgave? Omdat u zich geborgen mag weten in Zijn liefde? Die liefde brengt toch tot verwondering als we door genade geleerd hebben dat er van onze kant niets bij is. In de volgende regels is dat zo rijk verwoord: „God mijner ziele, ’k heb beter vertrouwen, sterkere toren en vastere rots. ’t Is niet ”mijn liefde” waarop ik moet bouwen, Gode zij dank! ’t Is de liefde mijn Gods.” Maar het geloof van Gods kinderen is niet altijd even hoog gestemd. En het is zeker dat we een keer gaan sterven. Die wetenschap kan ook wel onrustig maken.
Nu las ik een heel mooi stukje over Christen uit ”De Christenreis naar de eeuwigheid”. Christen durft eigenlijk de doodsjordaan niet over te steken. Hij vraagt aan de engel die bij hem staat of het overal even diep is. Als de engel dan ”nee” zegt, zegt Christen: „Dan wil ik er daar door, waar het niet zo diep is.” De engel zegt: „Luister, het water is des te minder diep naar de mate je oog gevestigd is op de Koning aan de overkant.” Zo worden we opgeroepen om op de Heere Jezus te zien. In gelovige overgave op de Koning te zien, Die aan de overkant staat. Hij heeft de dood overwonnen. En niemand en niets kan tussen Hem en de Zijnen scheiding maken. Hij heeft hen liefgehad tot het einde, lezen we in Johannes 13.
Het is wel duidelijk. U en ik, wij hoeven niets te betalen. De premie is betaald. Het is nodig dat de Heilige Geest ons dit laat zien en wij steeds meer oog krijgen voor Gods trouw en liefde. „En jij, weet jij waar je terechtkomt?” vroeg die man op de begraafplaats. Weet u het?
„Want ik ben verzekerd dat noch dood noch leven (…) ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere.” - Romeinen 8:38 en 39
