PolitiekEuthanasie
Nieuwe piek in cijfers euthanasie: vorig jaar 8720 meldingen

Het aantal meldingen van euthanasie in Nederland steeg in 2022 met bijna 14 procent naar 8720. Slechts 5 procent ervan wordt uitvoerig gecontroleerd.

4 April 2023 21:37Gewijzigd op 5 April 2023 11:51
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Voorzitter Jeroen Recourt van de Regionale Toetsingscommissies voor Euthanasie heeft in zijn voorwoord in het jaarverslag over 2022 lovende woorden over voor de Nederlandse euthanasiepraktijk. „Zonder twijfel”, zo omschrijft hij, „is die zeer zorgvuldig.” Recourt baseert zijn lofrede op het geringe aantal keren dat de toetsingscommissies concludeerden dat een arts bij het toepassen van euthanasie onzorgvuldig was geweest.

Het aantal euthanasiemeldingen door artsen steeg in 2022 met bijna 14 procent naar 8720, aldus het jaarverslag. Dertien artsen werden op de vingers getikt wegens onzorgvuldig handelen. Omgerekend is dat slechts 0,15 procent, zo haast Recourt zich te verklaren.

Scherm­afbeelding 2023-04-05 om 11.48.55.png

Die rekensom klopt, maar een belangrijke kanttekening bij dat gegeven is wel dat het overgrote deel van het aantal meldingen, namelijk zo’n 95 procent, op een sobere wijze wordt getoetst. Eén lid van de driekoppige toetsingscommissies, de jurist-secretaris, doet daarbij de voorwas. Hij maakt „de inschatting” of de gegeven informatie volledig is en of de arts aan de wettelijke zorgvuldigheidsvereisten heeft voldaan. Daarna tikt de commissie het dossier digitaal af. Slechts zo’n 0,5 procent van de dossiers blijkt vervolgens alsnog een grondiger bespreking in een commissievergadering te behoeven.

Verslaglegging

Het is een reële vraag of de commissies door een dergelijke afstandelijke manier van toetsen wel voldoende zicht krijgen op de euthanasiepraktijk. In het laatstverschenen evaluatierapport over het functioneren van de euthanasiewet uit 2017 komt bijvoorbeeld naar voren dat de verslaglegging van de meldende artsen regelmatig „matig” of „incompleet” is. Hetzelfde geldt voor de verslagen van de onafhankelijke arts-consulenten die verplicht moeten worden geraadpleegd. Het heeft iets dubbels als zo’n groot deel van de meldingen uitsluitend op basis van diezelfde verslagen worden afgedaan.

Ook opvallend: 62 procent van de verpleeghuisartsen voelt zich door de naasten van de patiënt onder druk gezet om tot euthanasie te besluiten, blijkt uit hetzelfde rapport. Van de huisartsen meldt 56 procent druk van de naasten of de patiënt zelf. Het jaarverslag maakt echter niet duidelijk dat de ervaring van druk voor de commissie functioneert als een rode vlag, oftewel: als een alarmsignaal. Artsen die melding maken van euthanasie moeten op het modelformulier wel de (overigens nogal sturend geformuleerde) vraag beantwoorden ”Waaruit hebt u afgeleid dat het verzoek van de patiënt niet is geuit onder druk of invloed van anderen?”, maar hoe de gegeven antwoorden doorwerken in de wijze van beoordelen, blijkt nergens uit.

Nog een relativering betreft het meldingspercentage. Dat blijft volgens het laatste evaluatierapport nog altijd steken op 82 procent, wat inhoudt dat Recourts commissie ongeveer een vijfde van het aantal euthanasiegevallen niet in beeld heeft en dus ook niet kan nagaan of die zorgvuldig worden uitgevoerd.

Het toepassen van euthanasie bij patiënten in het beginstadium van dementie geldt in de beroepsgroep van artsen als complex en omstreden. Hetzelfde geldt voor euthanasie op echtparen, ook wel duo-euthanasie genoemd. Meldingen uit beide categorieën namen ook vorig jaar weer in aantal toe. Zo werd actieve levensbeëindiging bij vroegdementie 282 keer uitgevoerd; een stijging met 35 procent. Het aantal meldingen van duo-euthanasie steeg van 16 naar 29; een groei van ruim 80 procent. Hoe kan het dat nog maar 20 jaar geleden vrijwel geen enkele arts een dergelijke toepassing op het netvlies had en er nu een inhaalrace lijkt te worden ingezet?

Het jaarverslag laat overigens wel zien dat de 115 meldingen van euthanasie op grond van een psychische stoornis grondig worden beoordeeld, zoals ook mag worden verwacht. Vijf artsen werden op de vingers getikt: zij namen een in 2016 doorgevoerde aanscherping onvoldoende serieus, namelijk dat een arts bij een euthanasiewens van een psychiatrische patiënt behalve een onafhankelijke arts-consulent ook een extra psychiater moet raadplegen én moet reflecteren op diens oordeel. Deze dossiers worden ter beoordeling doorgeleid naar het openbaar ministerie en de zorginspectie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer