Dat bepaalde de rechter in Dordrecht donderdagmiddag tijdens de laatste voorbereidende zitting in de strafzaak tegen John S.

De inhoudelijke behandeling van de strafzaak is op 3, 5 en 7 april. Verdachte John S. moet dan in de rechtbank verschijnen. Tot op heden liet hij zich niet zien tijdens voorbereidende zittingen.

John S. wordt verdacht van drie moorden en twee moordpogingen. Op 6 mei 2022 schoot hij de 34-jarige Nathalie en de 16-jarige Ann-Sofie dood op zorgboerderij Tro Tardi in Alblasserdam. Op 4 mei vermoordde John S. de Vlissinger Johan Quist (60), de vroegere voorman van RefoAnders, een organisatie voor reformatorische homo’s. De drie moorden veroorzaakten een schokgolf in Nederland.

De officier van justitie meldde donderdag dat het gedragskundig onderzoek bij het Pieter Baan Centrum nagenoeg is afgerond. Advocaat mr. Richard Korver, raadsman van verschillende slachtoffers, toonde zich ontstemd over het feit dat het rapport van het Pieter Baan Centrum nog niet beschikbaar is.

De aanklager kondigde aan dat op de zitting in april camerabeelden zullen worden vertoond waarop te zien is dat John S. de zorgboerderij binnenkomt en weer verlaat. Mensen die het dan niet aankunnen de beelden te bekijken, hebben de mogelijkheid de zaal te verlaten. De officier van justitie zei dat de beelden „niet bloederig” zijn.

Maandag 3 april moeten de feiten rond de moordzaken worden besproken en zal ook het gedragskundig onderzoek naar John S. ter sprake komen. De slachtofferverklaringen van tientallen mensen staan op de zittingsdag op woensdag 5 april centraal. Er zullen 37 schadeclaims (zogeheten vorderingen benadeelde partij) worden behandeld.

Sommige slachtoffers zullen hun ervaringen zelf voordragen, anderen laten hun verhaal voorlezen door bijvoorbeeld hun advocaat. Op vrijdag 7 april is het slotverhaal (requisitoir) van het openbaar ministerie en het pleidooi van de verdediging gepland.

Angst

De officier van justitie vertelde donderdag dat diverse slachtoffers „angst” hebben dat de pers hen tijdens het proces in de wandelgangen benadert. De aanklager zei ook dat sommige slachtoffers zich belemmerd kunnen voelen hun verhaal in de rechtszaal te houden, vrezend dat hun stemgeluid bijvoorbeeld op internet belandt. Hij vroeg de pers terughoudendheid te betrachten. „De zwaarte van het verdriet van de slachtoffers is heel groot, gezien de verschrikkelijke dingen die hen zijn overkomen. Hun tolerantiegrens ligt niet hoog.”

De rechter wees donderdag op het belang van de openbaarheid van de rechtspraak, maar zei ook dat hij juridische instrumenten heeft om bijvoorbeeld op sommige momenten eisen te stellen aan de pers. De rechter riep ertoe op om dit soort kwesties niet in ruzie-achtige sfeer te benaderen. De datum van het vonnis van de rechtbank staat nog niet vast.