In Zwolle zijn cgk’ers uitgepraat
De classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gooide woensdag de handdoek in de ring. Doorpraten over de onderlinge verschillen? In Zwolle stopt men ermee. „Synode, help ons!” Maar de generale synode legde de bal juist bij de classes.
Een groepje van zo’n zeven Zwollenaren dat de vergaderingen van de classis Zwolle steevast volgt, zit in de ontvangstruimte van de Urkse Ichthushof al enkele uren te wachten. Deze woensdag duurt het besloten overleg van de classis wel érg lang. Bovendien: zou het ooit weleens gebeurd zijn dat over het eenvoudige agendapunt ”vaststelling van de agenda” úren in comité werd gedelibereerd?
De naar Urk afgereisde leden van de cgk Zwolle maken er maar een grapje van. „Als straks een afgevaardigde gewond naar buiten strompelt, waar bellen we dan eerst heen? Naar 112 of naar de particuliere synode van het Noorden?”
Ondertussen is de situatie ernstig genoeg. In de classis Zwolle stapelen de moeilijkheden zich op. Al twintig jaar speelt hier het probleem dat de cgk Zwolle, tegen het landelijke beleid van de CGK in, praktiserende homo’s toelaat aan het avondmaal. Daar is de laatste paar jaar nog een frictiepunt bij gekomen. Waar de generale synode vorig jaar uitsprak dat er binnen het kerkverband geen ruimte is voor vrouwen in het ambt, bevestigden juist daarna enkele gemeenten, zoals Lelystad en Zwolle, wél vrouwelijke gemeenteleden in kerkelijke ambten.
Vierde najaarsvergadering
Deze problemen bepalen inmiddels in hoge mate de agenda van de classis. Want dat een op 15 februari gehouden vergadering nog altijd valt onder de zogeheten ”najaarsclassis” zegt genoeg. Immers, ook reeds op 26 oktober, op 30 november en op 11 januari kwamen de afgevaardigden van Dronten, Doornspijk, Elburg, Emmeloord, etc. etc. bijeen. En zelfs nu, op de vierde najaarsclassisvergadering, is er amper zicht op dat de overvolle agenda, vol onderlinge schrijvens, protestbrieven en revisieverzoeken, in een middag en een avond kunnen worden afgehandeld. De moeilijkheden, die zich steeds meer tot een onontwarbare kluwen verstrengelen, groeien de classis duidelijk boven het hoofd.
Illustratief is woensdag het begin van de vergadering. Een op zichzelf eenvoudig voorstel van het moderamen, namelijk om voortaan als classis op een vaste locatie te vergaderen, te weten in de Ichthushof in Urk, stuit al meteen op bezwaren vanuit Zwolle. Ds. L. van Dalen: „Ik zou dat voorstel graag eerst bespreken met onze kerkenraad. Want om nu in déze omstandigheden, met de huidige spanningen in onze classis, elke vergadering op Urk te houden; tja, dat dóét wel iets met mij. Dat zult u, hoop ik, begrijpen.”
Er is niemand die het níét begrijpt. Als het om de sfeer in de classis gaat, was de recente actie van Urk-Eben-Haëzer een teken aan de wand. Zich best realiserend dat dit kerkrechtelijk moeilijk te funderen viel, zag deze gemeente zich, zoals zij het zelf uitdrukte, toch genoodzaakt „de correspondentieband met de cgk Zwolle te verbreken.” Een novum. En ook een noodsprong, ingegeven door de wijze waarop Zwolle al jarenlang met het thema homoseksualiteit omgaat én door het feit dat deze gemeente niet van zins is haar beleid in dezen te wijzigen, waardoor zij, aldus Urk-Eben-Haëzer, toelaat wat de Bijbel zonde noemt.
De ontknoping volgt aan het eind van de middag, als classispreses ds. J. van Vulpen (Urk-Maranatha) het slotbesluit van deze classisvergadering voorleest. De classis gooit, simpel gezegd, de handdoek in de ring. Zij legt alle problemen op de classis Zwolle terug bij de in 2024 te houden generale synode. Tot die tijd zal zij –een uniek besluit in de geschiedenis van de CGK– alle classicale activiteiten afschalen tot het allernoodzakelijkste minimum. Het gesprek over de onderlinge theologische en culturele verschillen is vastgelopen, muurvast.
Eindelijk gehoord
Een uitkomst die te verwachten viel? Ja en nee. Om met dat laatste te beginnen: juist op de vorige classisvergadering, op 11 januari, toen er een lange inhoudelijke gedachtewisseling plaatsvond over homoseksualiteit en over het beleid van Zwolle in dezen, gaven de afgevaardigden van Zwolle aan zich „eindelijk gehoord te voelen”. En was ook een eerdere vergadering van de classis, waarop het rapport ”Kerkzijn” was besproken, niet in goede, broederlijke sfeer verlopen?
Toch heeft wie dit als begin van toenadering zag, de zaken verkeerd ingeschat. En lijken eerder diegenen gelijk te krijgen die op de generale synode van vorig jaar al voorspelden dat de gewenste gesprekken op de classes, menselijkerwijs gesproken, tot mislukken gedoemd waren. Omdat de inhoudelijke tegenstellingen die op de synode aan het licht kwamen, op de classes minstens even scherp liggen. En omdat er nu eenmaal geen middenweg bestaat tussen vrouwen wel of geen ambt laten bekleden. Of tussen praktiserende homo’s wel of niet aan het avondmaal toelaten.
Het was onder meer ds. A.A. Egas (Damwoude) die zich op de generale synode herhaalde malen hardop afvroeg: „Hoe lang moeten we over al deze diepgaande verschillen in visie nog met elkaar blijven doorpraten? Zijn we niet een keer uitgepraat?” Een meerderheid van de afgevaardigden deelde die benadering toen niet. Nee, er moest wel degelijk worden verder gepraat, en wel op de classes, waar men elkaar en elkaars plaatselijke situatie immers beter kende dan op de synode.
Een respectabele visie. Alleen, voor de classis Zwolle heeft hij niet gewerkt. Daar is men uitgepraat. En legt men de problemen nu toch weer terug op het bordje van de landelijke vergadering. Terug bij af?