Het Nederlands Dagblad meldt dat maandag in een publicatie over de gang van zaken nadat Akster in het voorjaar van 2020 werd gearresteerd op verdenking van seksueel misbruik. In totaal dienden negen mannen een aanklacht in tegen de voormalige financieel directeur die sinds 2009 in Malawi woont en werkt. In september 2020 kwam daar een tweede rechtszaak bij. Dit betrof een aanklacht van misbruik van een 19-jarige jonge vrouw.

De voortgang van de twee rechtszaken lijkt echter te stagneren, concludeert het ND. In het artikel rijst de vraag of Akster in Nederland kan worden vervolgd. Vermeende slachtoffers en bestuurders van Timotheos hopen op berechting in Nederland. „Ik wil dat Wim wordt uitgeleverd”, zegt Bradley, een van de gedupeerden. „De Malawische overheid neemt de zaak niet serieus. Het duurt nu al veel te lang. Voor ons is dat een nieuwe traumatische ervaring.”

De advocaat van de vermeende slachtoffers heeft echter zijn bedenkingen. „Het belangrijkste is dat er gerechtigheid geschiedt, of dat nu in Malawi is of in Nederland”, zegt hij in het ND. „Ik denk dat het vanuit het perspectief van de slachtoffers beter is dat het hier gebeurt, omdat zij hier makkelijker kunnen getuigen.”

In theorie is berechting in Nederland mogelijk. Nederland kan Malawi om uitlevering van de verdachte vragen of Malawi kan de verdachte uitzetten als ongewenste vreemdeling.

De voormalige Malawische minister van Gender en Sociaal Welzijn, Patricia Kaliati, die zich eerder in de zaak tegen Akster mengde, is vorige week haar positie in het kabinet van president Lazarus Chakwera kwijtgeraakt. Zij maakt deel uit van dezelfde politieke partij als de vice-president, die is gearresteerd op verdenking van corruptie. Eerder belde Kaliati met een student die zegt slachtoffer te zijn van Akster. De student gaf aan zich door dit gesprek geïntimideerd te voelen. Nu Kaliati haar positie heeft verloren, komt er mogelijk meer duidelijkheid over haar rol in de zaak tegen Akster.