De door God bevolen en gezegende prediking beoogt niet anders dan de heldere klank van Gods Woord te laten horen. Door deze boodschap van Gods genade worden zondaars geroepen tot het genadelicht. Een roeping die inwendig plaatsvindt als Gods Geest Zich paart aan het Woord. Maar ook een uitwendige roepstem die tot alle hoorders komt. En juist tot hen klinken de woorden van deze tekst.
Paulus had de gemeente van Efeze gesticht en was er op zijn derde zendingsreis twee jaar geweest. Niet alle mensen in Efeze waren gelukkig. Dat maakt Paulus duidelijk met het beeld van de dood. Geestelijk bezien en vanuit onszelf zijn wij allemaal als een dode: een dode die niet hoort, niet spreekt, niets voelt, ja die niet leeft. Dat alles geldt voor u en jou die nog leeft zonder God. Eveneens is het zo dat zo’n geestelijk dode deze ongelukkige staat niet beseft.
Paulus maakt dat duidelijk met het beeld van slapen. Iemand die slaapt, weet niet wat er om hem heen gebeurt. Zo is het ook in geestelijk opzicht. Geestelijke slapers moeten zich ongelukkig voelen zonder God, maar doen dat niet. Ze zouden onrustig moeten zijn vanwege hun onbekeerdheid, maar zijn dat niet.
Tijdens het slapen kan zomaar het ergste gebeuren: een inbraak, een brand, een aardbeving. Als u als geestelijk slapende sterft, blijft er geen plaats over dan de rampzaligheid en bent u voor altijd ongelukkig. Hoe nodig is het uit deze doodsslaap te ontwaken, zodat u eens bij de Heere en voor eeuwig gelukkig zult zijn.
Paulus beveelt de onbekeerde mensen in Efeze –met gebruikmaking van twee krachtige imperatieven („ontwaakt”, „staat op”)– wakker te worden uit hun geestelijke doodsslaap en ellende. De onmacht en onwil om aan deze oproep te kunnen voldoen, nemen de verantwoordelijkheid daarvan niet weg. En nog minder Gods oproep daartoe. T
elkens als Gods Woord tot ons komt, klinkt het als het ware: „Word wakker van uw doodsslaap. Bekeer u. Besef uw ernstige toestand en wat daarop volgen zal na de dood. Roep tot God in uw nood. Ga naar de Heere toe met uw zondige hart. Zie op het Lam van God, Dat uw zonden verzoenen kan. Neem de toevlucht tot de gekruisigde Christus, Die gewillig is u te zaligen.”
Vlucht met uw verzondigde leven naar de Heere Jezus, Die zondaars ontvangen zal. Volg toch deze welgemeende oproepen op, waarin tegelijkertijd Gods heerlijke genade in de Heere Jezus u zo helder en ruim wordt aangeboden.
Degenen die geestelijk wakker worden en mogen opstaan, zijn gelukkige mensen. Het ontdekkende licht van Gods Geest bewerkt noodzakelijke ontdekking aan en overtuiging van zonden. Deze worden „na ernstig overleg” aan God bekendgemaakt en Hem oprecht beleden. Dat licht werkt verootmoediging.
Paulus laat hier echter vooral de nadruk vallen op Christus als het licht: „en Christus zal over u lichten”. Hij is hét Licht. Deze Zaligmaker, Die de zonden van al Zijn kinderen op Zich nam, maakt Zichzelf bekend als de enige Heiland en laat Zijn verlossend bloed druppen op het schuldige hart. Hoe vertroostend is dat Licht van genade. Eén blik op het kruis van de bloedende Zaligmaker doet opstaan uit het graf van de dood en is genoeg tot vergeving van al uw zonde. „Zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt.”
„Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten.” - Efeze 5:14
