Op vrijdag 20 januari jl. was er aandacht voor dr. W. Aalders en ds. G. Boer. Echter wel afzonderlijk. Lastige samenloop voor wie zich aan beide dienaren en hun boodschap verbonden weet.
In de Grote kerk van Vianen was de presentatie van de heruitgave van ”De kerk, het hart van de wereldgeschiedenis” van dr. W. Aalders (1909-2005). Diezelfde middag werd een symposium gehouden, gewijd aan de betekenis van ds. G. Boer (1913-1973). Dat was in Lunteren, de Veluwse nederzetting waar Boer rond 1960 de hervormde gemeente diende.
Boer en Aalders wisten zich tot elkaar aangetrokken in hun worsteling om het behoud van kerk en volk. Na het overlijden van Aalders noteerde ds. L.J. Geluk: „Ik heb naast ds. W.L. Tukker en ds. G. Boer niemand gekend voor wie de kerk zoveel betekende als voor dr. Aalders.” Op de dag van Boers begrafenis sprak Aalders: „Te midden van de verwarringen en dwalingen van onze tijd was het een weldaad, een Godsgeschenk, om een dienaar des Woords, een theoloog te ontmoeten van zulk een diep en zuiver calvinistische signatuur als ds. Boer.” Aalders besloot zijn In memoriam met een fragment uit een van de geschriften van ds. Boer: „Het gaat erom dat Christus voor ogen geschilderd wordt in die levende beweeglijkheid, dat Zijn bloed druppen gaat op de schare, op de verslagen harten, tot vergeving der zonden.”
Wat mij betreft heb ik de geestelijke verbondenheid van Boer en Aalders nergens zo bloedwarm en tegelijkertijd ontdekkend aangetroffen als in een artikel dat dr. Aalders schreef in het Kerkblaadje van de vrienden van Kohlbrugge (9 februari 1979), getiteld: De betekenis van Luther voor deze tijd. Het had ook kunnen heten: Het werk van de Heilige Geest in de harten. Ze sloegen op hetzelfde aambeeld, deze broeders.
Van ds. G. Boer weten we dat hij keer op keer wees op de noodzaak van het ontdekkende werk van Gods Geest. Waar het op dit punt in de prediking gaat schuiven, gaat tenslotte alles schuiven. „De ware levende ontdekking drijft de mens niet tot zichzelf terug, maar legt hem voor God neer met de vraag: Wat moet ik doen om zalig te worden? De ramp is echter dat de mens aan zichzelf zit vastgeklonken en van zichzelf moet worden afgebracht om aan een Ander verbonden te worden. Hier luistert het alles haarfijn. Het bederf van het beste is nog altijd het slechtste” (Gedachtewisseling, 1956).
De analyse van dr. Aalders in zijn artikel was geen andere. „Wezenlijk voor het werk van de Heilige Geest is, dat Hij het menselijk hart als een schip op de wilde zee brengt, waar het van alle kanten door de golven en de winden voortgedreven wordt; ja, waar het leert in ernst te spreken en de gronden bloot te leggen. Wezenlijk voor het werk van de Heilige Geest is, dat Hij ons onze ellende bewust maakt en ons overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel. Wezenlijk voor het werk van de Heilige Geest is, dat Hij ons maakt tot zielen, die dorsten en smachten naar de troost van het Evangelie. En gemeenlijk is daartoe de Wet het meest geëigende instrument.”
„Gedenkt uw voorgangers die u het Woord Gods gesproken hebben en volgt hun geloof na…” (Hebreeën 13).
De auteur is christelijk gereformeerd emeritus predikant.