Vergroening van gedrag kan bij geloofsleven horen
Het zou een enorme vooruitgang zijn als onze groene gewoonten onderdeel van onze christelijke gebruiken en gesprekken zouden worden. In elk geval van het gebed.
Vergroening van ons geloof wordt steeds belangrijker geacht. Ik merk echter dat klimaat en biodiversiteit in mijn kerk en bij mijn christelijke vrienden amper onderwerp van gesprek zijn, behalve als het gaat om de hoge energierekeningen. Toch past vergroening heel goed bij waardering van en zorg voor de schepping. Dus vraag ik me af hoe vergroening en verduurzaming een vast onderdeel van mijn geloof kunnen vormen.
Ik ben geen klimaatactivist, maar het klimaat houdt me best bezig. Ik sorteer netjes ons afval in de vier gekleurde kliko’s naast ons huis. We hebben een groen energiecontract en zonnepanelen. We gooien nooit eten weg en doen regelmatig aan ”chef’s choice” (koelkast leegeten). We kopen (meestal) fairtrade chocola en koffie. Maar ik vind het weer lastig om duurzame kleding uit te zoeken. Bij elkaar toch heel wat groene ”rituelen”.
Doe ik dit allemaal vanuit geloof? Ten dele. Ik ontdek steeds meer mijn eco-impact op de schepping en erken dat ik ongewild profiteer van de ongelijkheid in deze wereld. Ik belijd van harte dat God deze wereld heeft gemaakt en er (vaak verborgen) actief in is. Ik belijd ook dat ik deel heb aan onrecht en probeer elk mens (ook die van ver weg) als medemens te zien. Dus ja, mijn geloof maakt veel uit voor hoe ik mij inzet. Maar wat betreft vergroening moet ik het vooral van de media en de krant hebben, want in preken en Bijbelstudies, in mijn Bijbellezen en in liederen kom ik deze zorg voor de schepping nauwelijks tegen. Doe ik dit alles niet gewoon als bewuste burger van Nederland, los van mijn geloof?
Niet zo geestelijk
Hoe zou ons groene gedrag méér met ons geloof verbonden kunnen worden? Ik zoek naar gewoonten waarmee we ons leven niet alleen vergroenen, maar die we eveneens weten te verbinden met ons geloof. Zou het voldoende zijn om regelmatig voor dit thema te bidden? Dat in ieder geval! Maar het gaat verder. In onze geloofspraktijken belijden we Gods aanwezigheid. Mijn groene gewoonten zijn echter niet zo geestelijk. Integendeel, ik krijg vieze handen van afval sorteren en ik heb een bodywarmer nodig om het niet te koud te krijgen.
Misschien willen we God teveel erváren in onze geloofspraktijken. In de kerkdienst willen we God ontmoeten, in het (persoonlijke) Bijbellezen willen we Gods stem horen, in het gebed willen we Gods aanwezigheid en ‘influistering’ ervaren. Die Godservaring wordt sterker als we dat met veel andere christenen doen. Maar mijn groene gewoonten beoefen ik vaak alleen (kliko’s) of eenmalig (zonnepanelen). Vele anderen hebben dezelfde gewoonten, maar lang niet altijd vanuit een Godsgeloof. Deze gedragingen leveren dus niet snel een gezamenlijke Godservaring op.
En toch, God is betrokken bij ons alledaagse leven en werk. Niet allereerst omdat Hij af en toe een tipje van de sluier oplicht om zijn bovennatuurlijke aanwezigheid te laten merken, maar omdat God zelf ons werk gebruikt ten goede van zijn koninkrijk – vaak op manieren die we zelf niet opmerken. In dat vertrouwen blijf ik mijn groene gedrag handhaven, want ook daarmee neem ik deel aan Gods missie in deze wereld. Daarmee is het onderdeel van mijn geloofsleven.
Echter, een geloofsleven veronderstelt ook het delen met anderen, al dan niet in de kerk. Ik zou het een enorme vooruitgang vinden als deze en nog veel meer en betere groene gewoonten onderdeel van onze christelijke gebruiken en gesprekken zouden worden. Door ze een plek te geven in onze gebeden, dat zeker, maar ook op allerlei andere manieren. Misschien vergt dat het ontwikkelen van nieuwe geloofsgebruiken, waarin we als christenen gezamenlijk onze zorg voor de schepping belijden én beoefenen. Dan kunnen onze groene bezigheden ook toenemen. Wie heeft goede suggesties?
De auteur is hoogleraar praktische theologie aan de ETF in Leuven.