Middelburgers over excuses slavernij: Geschiedenis is niet te herschrijven
Middelburg baadt in het zonlicht op deze koude vrijdag. Af en toe neemt een passant een kijkje bij het Slavernijmonument op de Balans in het hart van de stad. Hoe denken ze in de Zeeuwse hoofdstad, ooit centrum van slavenhandel, over de excuses van het kabinet?
„Heel goed dat er een excuus komt”, zegt Peter Christ. Hij staat in de Lange Delft, dé winkelstraat van Middelburg. „Maar de discussie rond de datum en de manier waarop, die zit me niet zo lekker”, voegt de 68-jarige Middelburger er direct aan toe. „Ik ben daar vrij nuchter in. Als ik iets verkeerds heb gedaan en ik besluit daar excuses voor aan te bieden, bepaal ik toch zelf hoe en wanneer ik dat doe? Ik vind het wat vreemd dat nazaten van slaven nu gaan vertellen hoe en wanneer Nederland excuses moet maken. Het is toch óns excuus?”
Christ vervolgt: „Heel veel instanties bemoeien zich inmiddels met de discussie. Persoonlijk vraag ik me af of het helemaal terecht is dat nazaten van slaven zich nu een soort slachtofferrol aanmeten. Wat zouden ze willen bereiken? In het debat klinkt ook de roep om herstelbetalingen voor de schade en pijn die de slavernij heeft veroorzaakt, waardoor het erop begint te lijken dat de discussie nu ook een geldkwestie wordt. Dat vind ik geen goede zaak.”
Terecht
Ook Ludo (73) begint over de herstelbetalingen. „Eigenlijk een brug te ver”, vindt de in België geboren Zeeuw. „Laten we alsjeblieft rationeel zijn. De huidige generatie kun je onmogelijk verantwoordelijk houden voor wat onze verre voorouders fout deden. Maar de excuses zijn natuurlijk volkomen terecht, die hadden al veel eerder moeten zijn aangeboden. De slavernij is al zo lang geleden afgeschaft.” Ook Ludo betreurt de „heibel” over de datum van de excuses. „Zoveel ruis over iets waar niet wij, maar onze voorouders schuldig aan zijn. Iedereen heeft er een mening over. Laat het aan regering en politieke partijen om hierover te beslissen.”
Het nut van de excuses is volgens Ludo dat die ons doen terugdenken aan wat er in het verleden misging. „Maar je kunt de geschiedenis niet herschrijven. Wat gebeurd is, is gebeurd. Daarom ben ik ook tegen het bekladden van standbeelden van historische figuren als Michiel de Ruyter of het veranderen van straatnamen. Het heeft geen zin onze historie te verdoezelen.”
Eerlijk
De discussie over het slavernij-excuus is ook Rebecca, een twintiger uit Noord-Brabant, niet ontgaan. „Heel eerlijk”, zegt ze, „ik vraag me af of het aanbieden van excuses de juiste manier is. Ik had liever een initiatief gezien van de regering dat ons er als burgers van zou doordringen dat we het slavernijverleden vooral nooit mogen vergeten. Door verontschuldigingen aan te bieden, voelt het een beetje alsof wij, de mensen van nu, het hebben gedaan. Maar de slavernij is niet de schuld van de huidige generatie. Je mag de mensen van nu niet de schuld geven van iets dat zo lang geleden gebeurde, hoeveel pijn en leed die slavernij ook heeft veroorzaakt.”
„Helemaal terecht, die excuses”, zegt de 69-jarige Nelleke –„liever niet met achternaam in de krant”– beslist. Maar de Middelburgse vindt het „raar” dat „ze in Suriname nu kennelijk willen bepalen wanneer en op welke manier die excuses moeten worden gemaakt”.
De excuses van het kabinet zijn een goede manier om ons te herinneren aan wat er vroeger is gebeurd, vindt ook Nelleke. „Maar de regering zou veel meer aandacht moeten hebben voor het bestrijden van moderne vormen van slavernij, zoals de uitbuiting in kledingfabrieken in Azië en de exploitatie van kinderen in de seksindustrie. Dat is ook allemaal slavernij waar talloze mensen onder lijden. We hebben als samenleving kennelijk niks geleerd van de geschiedenis.”