BinnenlandSlavernijverleden
„Excuus betekent veel voor nazaten slaven”

Het kabinet biedt naar alle waarschijnlijkheid excuses aan voor het slavernijverleden, zo lekte donderdag uit. Hoeveel waarde heeft zo’n spijtbetuiging, 150 jaar na de afschaffing van de slavenhandel?

Kransen bij het Nationaal Monument Slavernijverleden tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli.  beeld ANP, Evert Elzinga
Kransen bij het Nationaal Monument Slavernijverleden tijdens de herdenking van de afschaffing van de slavernij op 1 juli.  beeld ANP, Evert Elzinga

Premier Rutte zei vrijdag in zijn wekelijkse persconferentie dat het kabinet een besluit heeft genomen. De inhoud van dat besluit wil hij pas bekendmaken als het kabinet reageert op het rapport ”Ketenen van het verleden”. In dat rapport, dat een dialooggroep in de zomer van 2021 presenteerde, staat dat de Nederlandse staat excuses zou moeten aanbieden voor het slavernijverleden.

Lange tijd wilde de regering er niet aan om officieel excuses te maken voor de rol van de Nederlandse staat in de trans-Atlantische slavenhandel. Vorig jaar nog stelde premier Rutte bang te zijn dat excuses de tegenstellingen in de Nederlandse samenleving zouden aanjagen. Ook zei hij er als historicus moeite mee te hebben excuses aan te bieden voor iets wat tot anderhalve eeuw geleden plaatsvond.

Nu lijkt er dus wel een spijtbetuiging op komst te zijn, én een fonds van 200 miljoen voor projecten rond bewustwording. Naast blijdschap klonk er bij verschillende politici ook weerstand tegen het uitgelekte nieuws.

Nazaten

Volgens kerkhistoricus prof. George Harinck kunnen excuses van de regering veel betekenen voor de nazaten van slaven. Ook zijn ze volgens hem nodig om de „vrede in de Nederlandse samenleving te bewaren en te bewerken.” „Je zou kunnen zeggen: jongens, dit is toch allemaal vroeger gebeurd, dus houd erover op en kijk vooruit. Maar feit is dat het slavernijverleden nog steeds doorwerkt. De erkenning van het feit dat Nederland een aandeel had in de slavernij is dus wel degelijk van betekenis voor mensen van kleur.”

Tegelijkertijd stelt Harinck, die in januari 2023 een onderzoeksproject over de rol van de kerk in de slavernij aan de Vrije Universiteit gaat leiden, dat excuses voor de slavernij altijd een symbolisch element zullen houden. „We gaan excuses aanbieden voor iets wat ons voorgeslacht heeft gedaan, maar wie precies verantwoordelijk was, is lastig te achterhalen.”

Ook als de regering, in navolging van verschillende steden en banken, excuses maakt, is het verleden nog geen gesloten boek, stelt Harinck. Belangrijk is volgens hem dat het gesprek op gang is gekomen. „Lange tijd was slavernij alleen een probleem van mensen van kleur. Tegenwoordig erkennen we steeds meer dat het een probleem is van onze hele samenleving. Dat was ook nodig, want Nederland had geen klein aandeel in de slavenhandel. Ik hoop dat er nog meer bewustwording komt; door de excuses, door het op te richten slavernijmuseum en door het geld dat het kabinet wil vrijmaken voor bijvoorbeeld lespakketten.”

Herstelbetalingen

In veel van de discussies over excuses speelde op de achtergrond de kwestie van herstelbetalingen mee. Prof. Arjen van Rijn, hoogleraar staatsrecht en staatkundige vernieuwing aan de Universiteit van Curaçao, hield zich in de dialooggroep bezig met de juridische kant van de excuses. Hij en zijn collega’s concludeerden dat het naar het huidige recht „bijna onmogelijk” is om vast te stellen dat een persoon schade heeft geleden doordat zijn voorouders tot slaaf gemaakt zijn. Toch twijfelt Van Rijn er niet aan dat er discussies zullen ontstaan rond herstelbetalingen. Hij denkt dat een wettelijke disclaimer bij de excuses hier een oplossing voor zou kunnen bieden. „Het klinkt bot, maar zo’n clausule –die zegt dat excuses niet hetzelfde zijn als aansprakelijkheid– geeft wel helderheid en voorkomt dat mensen tien of vijftien jaar procederen en uiteindelijk teleurgesteld raken.”

Liesbeth Zegveld, een advocaat die gespecialiseerd is in mensenrechtenschendingen, deelt de zienswijze van Van Rijn dat excuses niet snel zullen leiden tot succesvolle claims. Daarbij wijst ze op verjaring en het feit dat generationele schade –schade die volgende generaties ervaren– in het Nederlandse recht niet erkend wordt.

Toch hoopt ze dat de regering over zal gaan tot betalingen. „Met die 200 miljoen, die niet besteed wordt aan de groep die schade heeft geleden door de slavernij, maken we ons er makkelijk vanaf. Wat heeft iemand die met een enorme achterstand is geboren aan een museum of een lespakket? De maatschappij is verscheurd geweest door de slavenhandel. We kunnen dat alleen onder ogen zien door een serieus offer te brengen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Slavernij

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer