Senaat pijnlijk laconiek over wet abortuspil
Volksvertegenwoordigers die met succes een initiatiefwet door de Tweede Kamer hebben geloodst, krijgen in de Eerste Kamer soms lelijk het deksel op de neus. In mei dit jaar overkwam het Paul van Meenen van D66.
Zijn voorstel om wettelijk vast te leggen dat kinderopvangcentra ongevaccineerde kinderen mogen weren, werd kansloos weggestemd, nadat het eerder door de Tweede Kamer nog welwillend was begroet. De Senaat vond de reikwijdte ervan te onduidelijk, plaatste vraagtekens bij de meerwaarde van de maatregel en verwees de wet uiteindelijk naar de prullenbak.
Net als de Tweede Kamer kan dus ook de Eerste Kamer zich indien nodig opstellen als een volbloed politiek orgaan dat geen genoegen neemt met rammelende wetgeving.
Het wetsvoorstel dat ook huisartsen toestaat vroege zwangerschappen te beëindigen met de abortuspil riep in dit deel van de volksvertegenwoordiging tot dusver echter amper vragen op. Dat is apart, omdat het net als de vaccinatiewet van D66 tal van losse draadjes bevat. IJverig speurwerk van het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico bracht aan het licht dat mogelijk de helft van de abortusklinieken financieel in zwaar weer kan belanden door toedoen van deze wet. Die kan er immers toe leiden dat een deel van de ingrepen zich verplaatst en voortaan door huisartsen wordt gedaan.
Om die reden toonde SGP-woordvoerder Van Dijk zich vorige week in het Eerste Kamerdebat over de wet extra alert. Hij wilde van de initiatiefnemers weten of de mogelijke financiële consequenties wel voldoende in kaart waren gebracht. Dat bleek niet het geval, maar zodra dat duidelijk werd, reikte zorgminister Kuipers de initiatiefnemers de helpende hand. Hij verzekerde de Eerste Kamer pal te staan voor de toegankelijkheid van de abortuszorg. Die nam de slordige, cijfermatige onderbouwing daarop voor lief.
In een tijd waarin de overheid niet moe wordt te benadrukken dat de zorg efficiënt en doelmatig moet worden georganiseerd, is zo’n royaal gebaar best opmerkelijk. Wanneer zou de jeugdzorg of de ouderenzorg te horen krijgen dat de kring van aanbieders groter kan worden en dat het ministerie te hulp schiet als dat tot financiële tekorten leidt?
Met het indienen van deze wet halen PvdA, GroenLinks, D66 en VVD een streep door de opvatting dat een abortus een bijzondere medische verrichting is die alleen voorbehouden is aan vergunningplichtige, gespecialiseerde centra. Behalve slordig onderbouwd is de wet daarmee ook grensverleggend, maar in het debat legden SGP en ChristenUnie daar als enige de vinger bij.
Wat de financiële consequenties ervan ook zullen zijn, helder is in elk geval dat deze wet de basis legt voor een verdere normalisering van een ingreep waarmee pril mensenleven wordt beëindigd. Het zou dan ook een teken aan de wand zijn als de Eerste Kamer behalve het debat ook de stemmingen erover afdoet als een formaliteit.