Jacobus van Houte legt avondmaalsformulier uit, ook aan ongeïnteresseerde kerkganger
„Jacobus van Houte richt zich niet alleen tot avondmaalgangers, maar ook tot onbekeerde en ongeïnteresseerde kerkgangers.” Een achttiende-eeuwse uitleg van het avondmaalsformulier is in hertaling uitgegeven.

Stichting Gereformeerd Erfgoed (SGE) presenteerde op 14 maart in Barneveld de hertaalde uitgave van ”Formulier van het Heilig Avondmaal”. Het werk is geschreven door Jacobus van Houte (geboren 1707). Vijf vragen aan ds. A. Schot, predikant van de gereformeerde gemeente te Nunspeet en voorzitter van SGE.
Wie was Jacobus van Houte?
„Jacobus van Houte was lid van de hervormde gemeente te Zierikzee en later van die van Valkenburg in Zuid-Holland. In Zierikzee was hij diaken. Als lid had Van Houte toestemming van de kerkenraden om godsdienstoefeningen te houden. Tijdens die samenkomsten heeft hij onder andere het formulier van het Heilig Avondmaal behandeld. Zijn voorbereiding van en bijdragen aan die bijeenkomsten bundelde hij in het boek dat nu opnieuw is uitgegeven.”
U noemt het boek in het voorwoord „uniek”. Wat voegt het toe aan de bestaande literatuur over het avondmaal(sformulier)?
„Het is een uitgebreide en diepgravende uitleg van het formulier, die zich richt op het onderzoek van de ziel. Van Houte richt zich ook niet alleen tot avondmaalgangers en twijfelende gelovigen die worstelen met het aangaan, maar ook tot onbekeerde en ongeïnteresseerde kerkgangers. Bovendien legt het boek het avondmaalsformulier in zijn geheel uit, wat het ook waardevol maakt.”

Welke lessen leert het avondmaalsformulier ongeïnteresseerde kerkgangers?
„Van Houte zegt daar zelf over dat het juist verstaan van het formulier nuttig is voor onbekeerde mensen. Zij zien het lezen van het formulier voor de bediening en het avondmaal zelf vaak alleen als ceremonie. Een uitgebreide verklaring van het formulier is volgens Van Houte zinvol voor hen, omdat het verkeerde misvattingen weg kan nemen. Ook wijst het hen op wat nodig is voor een gepaste voorbereiding, betrachting en nabetrachting.”
Er is vaak veel schroom bij mensen om aan het Heilig Avondmaal te gaan. Hoe gaat Van Houte om met twijfelende gelovigen?
„Hij roept hen op om hun ervaringen na te gaan. „Blijft er niet een inwendige zucht in uw hart om die gerechtigheid van Christus te mogen hebben?” zegt hij. „Wanneer bent u meer en het best in uw schik? Is het niet dan, wanneer u zich als een arme en ellendige naar Hem mag wenden, om bij Hem uw leven en gerechtigheid te zoeken? Laat uw eigen bewustheid u antwoord geven, want ik weet dat het zo is. Ga het eens na. Waar komt anders die onderscheiden kennis vandaan, dat u weet wat u moet hebben voordat uw ziel gerust kan zijn?””

Hoe verhoudt deze verklaring van het formulier zich tot de huidige avondmaalspraktijk in de gereformeerde gezindte? Houdt het boek een spiegel voor?
„Van Houte benadrukt dat de avondmaalganger bevindelijke kennis moet hebben van de drie stukken van onze Heidelbergse Catechismus. Ook geeft hij aan dat zelfbeproeving iedere keer noodzakelijk is. De voorgangers in gemeenten in de gereformeerde gezindte moeten zich daar steeds bewust van zijn en dat aan hun hoorders voorhouden. In die zin zou je het boek een spiegel kunnen noemen.
Tegelijkertijd heeft Van Houte aandacht voor de kleingelovigen en degenen die aangevochten worden. Hij ontrafelt de redenen waarom kleingelovigen en aangevochten mensen denken dat ze niet aan mogen gaan. Van Houte benadrukt dat het niet gaat om de mate van de genade, maar om het wezen ervan. Het is navolgenswaardig hoe hij zo op gevoelige wijze leidinggeeft aan kleingelovigen. Daarom vind ik het ook een goede zaak dat dit boek hertaald is uitgegeven.”
ds. A. Schot over heruitgave van boek over avondmaalsformulier