Verwassen T-shirt wordt bij Dorcas poetsdoek
Jurken, boeken, borden en puzzels. De een is erop uitgekeken, een ander is er blij mee. Kringloopzaken zorgen ervoor dat spullen langer meegaan. Maar hoe zit het eigenlijk met de kwaliteit van wat er wordt ingeleverd? Een kijkje achter de schermen bij de Dorcaswinkel in Bergambacht.

Het raam naast de ingang van de Dorcasvestiging in Bergambacht illustreert de uitstraling die de winkel nastreeft. In de vensterbank staat wat oud blauw serviesgoed, soort bij soort en mooi opgesteld. „We vinden het belangrijk dat de winkel er netjes en aantrekkelijk uitziet”, zegt dagcoördinator en bestuurslid Jolanda Kwakernaak.
De vrijwilligers die de zaak runnen, dragen er hun steentje aan bij om dat voor elkaar te krijgen. Kwakernaak vertelt dat schoenen soms eerst worden gepoetst voor ze de winkel ingaan. Een vrijwilliger neemt weleens ingeleverde kleding mee om die thuis te wassen. Kwakernaak: „Maar dat doen we alleen als het echt goede spullen zijn.”
Extra inspanningen moeten wel de moeite waard zijn. Bij de tafel waar door mensen ingeleverde huisraad wordt gesorteerd, vist een vrijwilliger twee gave maar vieze mokken uit een doos. Het dilemma is: afwassen of niet. Dergelijke mokken worden verkocht voor 50 cent per stuk. Hoeveel energie ga je er dan instoppen?
Een kringloopwinkel moet het hebben van vrijgevigheid. Kwakernaak noemt „de gunfactor” in Bergambacht en omstreken hoog. „Over de hoeveelheid spullen die we binnenkrijgen, hebben we zeker niet te klagen.” Soms is het lastig laveren. „We zijn blij met alles wat we krijgen. Maar helaas is niet alles goed genoeg voor de winkel. We zeggen dus ook weleens nee, bijvoorbeeld bij meubels. Als we het niet kunnen verkopen en als we er geen ander afzetkanaal voor hebben, moeten we het naar de stort brengen.”
In de vensterbank van het kantoortje in de Dorcaswinkel ligt een mooie Tiffanylamp. Er hangt een briefje aan: ”Verkocht via Marktplaats”. Kwakernaak: „Bijzondere spullen proberen we soms via dat kanaal te verkopen. Voor zo’n lamp kunnen we in de winkel maximaal 25 euro vragen. Via Marktplaats hebben we een bod van 70 euro gekregen. We doen dat trouwens niet vaak: iets op Marktplaats zetten. Het is best veel werk. Je moet foto’s maken, je moet het in de gaten houden, spullen opsturen soms.”

Textiel
Kleding is voor de Dorcasvestiging in Bergambacht de belangrijkste omzetcategorie: rond de 1500 euro per week. Vrijwilliger Teuni Rijneveld werkt als coördinator van de kledingafdeling. Ze is verantwoordelijk voor het sorteren van het ingezamelde textiel en voor de verkoop ervan in de winkel. Rijneveld is al sinds 1997 bij Dorcas betrokken en loopt nog altijd warm voor het goededoelenwerk. „Dat de opbrengst van de winkel ten goede komt aan de allerarmsten vind ik een mooi doel om me voor in te zetten. Het is ook fijn dat we eraan bijdragen dat kleding en andere spullen hergebruikt worden en zo langer meegaan. En ik kan ervan genieten als klanten blij zijn met een mooie aankoop voor een leuk prijsje.”
Rijneveld vertelt dat de kledingafdeling nog betrekkelijk nieuw is. „Kleding sorteren deden we al veel langer. Maar goede kleding werd via andere kanalen verkocht. Ik zag zo veel mooie spullen langskomen. Ik dacht: waarom gaan we die niet zelf verkopen? Uiteindelijk ging het bestuur daarmee akkoord. Op 1 januari 2018 zijn we begonnen. De hele kerstvakantie was ik druk met uitzoeken en prijzen. De eerste verkoopdag was een zaterdag. Toen hebben we in een ochtend voor 900 euro aan kleding verkocht. Jippie, dacht ik.”
Sindsdien loopt de kledingafdeling als een trein: er komt veel kleding binnen, er wordt veel kleding verkocht. Maar er is de laatste paar jaar wel wat veranderd, signaleert Rijneveld. „Mensen kopen steeds meer kleding bij goedkope Chinese webwinkels als Temu en Shein. De kwaliteit van die kleding is zo slecht dat wij er in de winkel niets mee kunnen.” Ook de opkomst van websites als Vinted, waar mensen zelf hun eigen kleding verkopen, is voor kringloopwinkels slecht nieuws. „We krijgen minder mooie kleding binnen. Het wordt langer gedragen voor het bij ons binnenkomt. Dat is op zich natuurlijk mooi. Maar voor het aanbod in onze winkel is het jammer.”
Rolcontainers
In Bergambacht heeft Dorcas een aparte hal voor het opslaan en het sorteren van ingezamelde kleding en schoenen. De ruimte staat vol rolcontainers met gevulde vuilniszakken. Sommige moeten nog worden uitgezocht, andere bevatten kleding die niet goed genoeg is om in de winkel te verkopen.

Op deze donderdagmorgen zijn er zeven vrijwilligers bezig met het sorteren van textiel en schoenen. Zak na zak wordt uit een rolcontainer gehaald en boven een werkblad leeggekieperd. Maar eerst worden ze voorzichtig opengepeuterd. De zakken worden namelijk zo veel mogelijk hergebruikt. Recycling staat hoog in het vaandel bij de vrijwilligers.
Vervolgens wordt de inhoud gesorteerd. Wat vies is, of kapot, of ouderwets, of verkleurd, of versleten, wordt weer in zakken gestopt. „Voor de opkoper”, zegt Rijneveld. Mooie kleding gaat, netjes opgevouwen, in een zak met als opschrift ”winkel winter” of ”winkel zomer”. Verwassen T-shirts worden tot poetsdoeken verknipt. Die gaan naar een garagebedrijf. Een zak vol poetsdoeken levert tien euro op.
Rijneveld: „We zijn best streng op wat we in de winkel hangen. Maar wij zijn kritisch omdat onze klanten kritisch zijn. Als je al weet dat je het niet gaat verkopen, heeft het geen zin om het in de winkel te hangen. Bovendien krijgen we meer dan genoeg binnen. We kunnen ook kritisch zijn.”
Er wordt weer een nieuwe zak boven de werktafel leeggeschud. Het eerste kledingstuk lijkt veelbelovend: een modieuze zwarte donsjas. De rits loopt nog goed. Maar er zitten vlekken op de kraag. Dus is de jas niet geschikt voor de winkel. Hetzelfde geldt voor de rest van dit hoopje. Volgens de vrijwilligers is dat vaker zo: als het eerste kledingstuk uit een zak niet goed genoeg is om te verkopen, geldt dat voor de rest ook.
Volle zakken
De sorteerruimte in Bergambacht is ook een regionaal depot, vertelt Rijneveld: „Op allerlei plaatsen in het land hebben mensen, soms al jarenlang, inleverpunten voor Dorcas. Wat daar wordt ingeleverd, komt voor een deel hier terecht.”

Vrijwilliger Leo te Hennepe komt net aanrijden als we van de sorteerhal naar de winkel lopen. Hij is vrijwilliger van de Dorcaswinkel in Bergambacht en rijdt een paar keer per week met een bestelbus langs inzamelpunten om volle zakken op te halen. Te Hennepe vertelt dat zijn regio loopt van Baarle-Nassau tot Rijnsaterwoude. Vaak zijn het vaste adressen. „Ik kom elke maand bij een vrouw van inmiddels 96. Haar schuurtje is al 45 jaar een inzamelpunt voor Dorcas.” In welke toestand mensen hun overtollige kleding inleveren kan erg verschillen. „Soms ruikt het alsof de inhoud van een zak net uit de wasmachine komt. Maar er zit ook weleens kleding tussen met de bagger van de vorige dag er nog op.”
Etalagepoppen
Rijneveld showt de kledingafdeling in de winkel. Alles hangt op soort en op maat: de jurken bij de jurken, de truien bij de truien. Her en der opgestelde etalagepoppen kleden de afdeling aan. „Alles hangt op maat. In andere kringloopwinkels hangt kleding vaak kleur bij kleur. Maar wij denken dat op maat handiger is.”
De hangers zijn voorzien van een gekleurde kraal. Die geeft aan in welke week een kledingstuk in de winkel is opgehangen. Het aanbod wordt regelmatig ververst. „Na vijf weken halen we kleding die niet verkocht is weer uit de winkel”, vertelt Rijneveld. Sommige klanten komen een paar keer per week langs. Daarom moet de winkel verrassend blijven.