De kringloopwinkel is in. Ook reformatorisch Nederland snuffelt naar hartenlust in gebruikte spullen. Tegelijk worden vanuit eigen kring steeds meer nieuwe winkels gestart. „Concurrentie? Nee hoor, we zitten het liefst bij elkaar in de buurt. Dat trekt meer bezoekers.”
Zaterdag 14 mei: feest in Brakel. Ds. M. T. Al-Chalabi opent in het Gelderse dorp kringloopwinkel Het Goede Doel, de nieuwste loot aan de stam van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). In totaal telt ZGG nu negen winkels. Drie daarvan gingen dit jaar open.
Sommige winkels geven een deel van de opbrengst aan het Deputaatschap voor Israël of aan de Evangelisatie Gereformeerde Gemeenten (EVGG). Drie evangelisatieposten hebben een eigen kringloopwinkel, waarmee het totale aantal winkels van het kerkverband op twaalf komt.
De nieuwe kringloop in Brakel is een initiatief van de gereformeerde gemeenten van Brakel, Aalst en Poederoijen. Dat het dorp met pakweg 3000 inwoners al sinds 2009 een winkel van de christelijke hulporganisatie Dorcas heeft, is kennelijk geen belemmering.
Ook in andere dorpen en steden in de Biblebelt verschijnen de laatste jaren meerdere kringloopwinkels uit christelijke hoek. Dorcas, hulporganisatie Woord en Daad en/of de Gereformeerde Gemeenten komen elkaar behalve in Brakel ook tegen in Drachten, Ridderkerk, Werkendam, Opheusden, Rijssen en binnenkort in Emmen. In Barneveld en Veenendaal hebben ze alle drie een winkel – Woord en Daad in Barneveld zelfs twee. En dan zijn er nog kleinere organisaties en kerken met eigen kringloopwinkels.
Groei
De groei is er nog niet uit. Dorcas had drie jaar geleden nog 34 winkels, afgelopen december ging in het Friese Bolsward nummer 42 open. Ze worden gerund door ruim 3000 vrijwilligers. In 2019 brachten de winkels na aftrek van de kosten 4,4 miljoen euro op, meldt Marco Hens, relatiebeheerder van de Dorcas-winkels. In coronatijd liep dat terug maar in 2022 rekent Dorcas op ruim 5 miljoen winst. Daarmee dragen de winkels volgens hem een goede 20 procent bij aan de doelstelling, de projecten van Dorcas.
Ook Woord en Daad timmert flink aan de weg. Ondanks corona kwamen er vorig jaar twee nieuwe winkels bij, in Alblasserdam en Soest. Het totaal staat nu op 29. In die winkels zijn 1600 vrijwilligers actief. In 2019 bedroeg de winst die voor de projecten van Woord en Daad beschikbaar kwam ruim 1,1 miljoen euro. Na een terugval in 2020 werd dat bedrag vorig jaar bijna alweer bereikt. Voor 2022 is 1,4 miljoen euro begroot.
Arco Sturm is manager winkels bij Woord en Daad. Hij trad in 2016 aan, toen de hulporganisatie besloot de winkeltak te professionaliseren. Sindsdien groeit het aantal kringloopwinkels gestaag: elk jaar komen er twee of drie bij. In mei waren er informatieavonden in Houten en het Zeeuwse Krabbendijke om vrijwilligers te werven voor de eerstvolgende twee nieuwe winkels.
Woord en Daad kiest volgens Sturm met opzet voor spreiding van de inkomstenbronnen. „De winkels zijn voor ons een hele stabiele factor. Bij subsidies bijvoorbeeld moet je het altijd maar afwachten wat je krijgt”, zegt hij.
De winkels worden door de lokale vrijwilligers gerund, met ondersteuning vanuit de landelijke organisatie in Gorinchem. Sturm: „Wij faciliteren op het gebied van administratie, btw-aangifte, vergunningen en veiligheid. Ook helpen we bij de opstart. We hebben een handboek met tips over hoe je een winkel opzet, wat een goede indeling is en dergelijke, om het rendement per vierkante meter te vergroten.”
Sturm ziet in Dorcas en ZGG/EVGG geen concurrenten. „Het is alleen maar gunstig om dicht bij elkaar te zitten.” Veenendaal is wat dit betreft volgens hem een goed voorbeeld.
„Wij zaten daar zes jaar geleden als eerste. Een halfjaar later kwam Dorcas erbij en datzelfde jaar ook De Ontmoeting van de EVGG. Onze omzet is er alleen maar gegroeid. Veel kringloopbezoekers doen graag een rondje, die vinden het handig als ze van de ene naar de andere winkel kunnen. En onderling werken we ook wel samen. Als bepaalde boeken bij ons te lang blijven staan, brengen we ze naar Dorcas en andersom.”
Maar wordt het niet lastiger om vrijwilligers te werven als christelijke kringlopen op een kluitje zitten? Sturm denkt van niet. „ZGG haalt die uit het eigen kerkverband. Wij zijn interkerkelijk. Dorcas ook, maar die vist weer in een wat bredere vijver dan wij.”
Marleen Koudijs is dagco-vertegenwoordiger bij Dorcas in Veenendaal. „Ik ben de schakel tussen het bestuur en de dagcoördinatoren, die de vrijwilligers aansturen. Je zou het kunnen vergelijken met een floormanager in een gewone winkel.” Zij is het helemaal met Sturm eens. „We hebben meer dan tachtig vrijwilligers en het kost geen moeite om dat aantal op peil te houden, we hebben zelfs een wachtlijst.”
De grote winkel, vlakbij de afrit van de A12, draait „super”, zegt Koudijs. „We hebben een omzet van tussen de 1500 en 2000 euro per dag. En concurrentie ervaren we absoluut niet. Niet van Woord en Daad of De Ontmoeting, en ook niet van de tien andere kringlopen en tweedehandskledingwinkels hier in Veenendaal. Ieder heeft weer andere spullen staan. Klanten shoppen bij ons allemaal.”
Dat is ook de ervaring van Marie de Jong en Ada van de Berg, twee van de 64 vrijwilligers van De Cirkel, de kringloop van Woord en Daad in Veenendaal. „Wij hebben de vaste maandlasten er meestal binnen een week al uit”, zegt Van de Berg.
Kleding
Volgens De Jong is het vaak lekker druk in de winkel. „Op woensdag, als we weer opengaan na het bijvullen, staat er vaak een hele rij mensen voor de deur. Die weten dat we dan weer nieuwe spullen hebben. De meeste omzet halen we uit de kleding. We zitten hier in een volkswijk waar nogal wat mensen wonen die weinig te besteden hebben. Maar er komen ook mensen uit onze eigen kring op de kleding af.”
Het past bij de trend in de samenleving. Manager Sturm: „Hergebruik is in en voor christenen komt daar rentmeesterschap bij. Vroeger kwamen mensen naar de kringloop omdat ze nieuwe spullen niet konden betalen, tegenwoordig willen ze bewuster leven. Tweedehandskleding dragen is hip.”
Anders dan de winkels van Woord en Daad en Dorcas gaat het bij de derde christelijke kringloop in Veenendaal niet allereerst om het binnenhalen van geld. De Ontmoeting, een initiatief van de gereformeerde gemeente, wil zoals de naam ook aangeeft vooral met mensen in contact komen.
„Wij willen iets betekenen voor mensen die niets hebben. Hier krijgen ze aandacht en kunnen ze bij een kop koffie hun verhaal kwijt”, zegt vrijwilligster Henka Doornenbal, die op woensdag dagverantwoordelijke is en daarnaast de scepter zwaait over de speelgoedafdeling.
„De winkel is bij ons bedoeld om mensen binnen te halen. We hopen met ze in gesprek te komen, hoewel het soms alleen bij luisteren blijft”, vertelt Doornenbal. Die gesprekken vinden vooral in de koffiehoek plaats, maar ook wel in de winkel. „Laatst hielp ik een vrouw die een hoed nodig had voor een begrafenis. Verder had ze weinig met de kerk. Maar tussen de kledingrekken kwam het spontaan tot een gesprek over de eeuwigheid die wacht na de dood.”
Laagdrempelig
Gijsbert Geijtenbeek is algemeen secretaris bij de EVGG. Hij bevestigt dat de winkels een middel zijn om de evangelisatie te ondersteunen. Dat dit zijn vruchten afwerpt blijkt bijvoorbeeld in Emmen. „Daar hebben onze kerken al heel lang een evangelisatiepost. Maar het werd steeds lastiger om met de Drenten in contact te komen. Drie jaar geleden hebben we ons bezonnen op de vraag hoe we dat konden ombuigen. Toen zijn we met de kringloop gestart. Zo’n winkel is heel laagdrempelig, mensen stappen gemakkelijk naar binnen. Het gevolg was dat alle activiteiten in de post opbloeiden, van Bijbelstudie tot knutselmiddagen.”
Die vruchten worden ook elders bekend, weet Geijtenbeek. In Goes, waar hij zelf ouderling is, runnen vrijwilligers van de gereformeerde gemeente al sinds 2014 een kringloopwinkel. „Doel was 100 procent fondswerving voor de ZGG. Maar we denken nu na over evangelisatieactiviteiten. We zien veel mensen in de winkel komen met wie we graag in gesprek zouden gaan.”
Gerrie Beukhof schenkt in De Ontmoeting in Veenendaal één keer in de twee weken op woensdagochtend koffie in de koffiehoek. „Hier komen allerlei soorten mensen. Vaak zijn ze eenzaam en vinden ze het fijn om even met me te praten”, zegt ze. „Meestal kan ik wel ergens op inhaken. Dan vraag ik bijvoorbeeld: „Komende zondag is het Pinksteren. Weet u wat dat betekent?” Het valt me steeds weer op dat mensen hier willen praten over het geloof. Dat is een verschil met mijn eigen omgeving. Daar wordt het vaak stil als het over zulke dingen gaat.”
Beukhof heeft geen opleiding gehad voor zulke gesprekken. „Ik doe het vanuit mijn hart. Vaak denk ik dat ik het niet kan, maar biddend probeer ik het toch. Ik ervaar daar zegen op. Dat vind ik heel rijk.”