Dossier blijkt kwijt in zaak Wim Akster
De rechtbank in Blantyre in Malawi is er donderdag niet in geslaagd de rechtszaak tegen de van misbruik beschuldigde Nederlander Wim Akster te starten. Bij aanvang van de zitting bleek dat het dossier ontbrak.
![Rechtbank in Blantyre, Malawi. beeld RD](https://images.rd.nl/fill/crop:1080:675:sm/w:1020/plain/https%3A%2F%2Ferdee-prod-bucket-s3-001.ams3.cdn.digitaloceanspaces.com%2F236122_740aab50d3.jpeg)
De voormalige ontwikkelingswerker is aangeklaagd voor het seksueel misbruiken van studenten en werknemers van Stichting Timotheos.
Victor Jere, de advocaat die de slachtoffers vertegenwoordigt, zei dat de senior magistraat, Andrew Mmanga, het dossier van de zaak niet kon vinden. „Vanmorgen zei de magistraat dat hij het dossier niet had. De zaak werd uitgesteld naar 14.00 uur om hem de tijd te geven contact op te nemen met de Chief Resident Magistrate (CRM), maar dat mislukte ook. We zullen dus contact opnemen met de CRM om de verdere stappen te bespreken”, zei hij.
Volgens de advocaat is het dossier waarschijnlijk verdwenen als gevolg van verschillende personeelswisselingen die hebben plaatsgevonden rondom de overdracht van het gerechtelijke dossier van de constitutionele hoge rechtbank naar de lagere rechtbank.
De uitvoerend directeur van People Protecting Girls at Risk, Caleb Ngombo, zei donderdag in een reactie dat hij niet blij is met de vertragingen die plaatsvinden rondom de rechtszaak. „Laten we eerlijk zijn. Deze zaak begon vijf jaar geleden. Tot nu toe is Akster nooit voor de rechter verschenen, ondanks het feit dat alles klaar was voor het begin van het proces.”
Documentatie laat zien dat het dossier in augustus vorig jaar is overgedragen aan de CRM. Ngombo: „Hoe kunnen ze vandaag dan zeggen dat het dossier ontbreekt? Uitstel van gerechtigheid is ontzegging van gerechtigheid. We zullen vrijdag contact opnemen met de CRM om de volgende stappen te bespreken. We kunnen ons geen verdere vertragingen veroorloven.”
De voormalig financieel directeur van Stichting Timotheos in Malawi vocht tussen 2021 en 2024 bij het grondwettelijk hof de drie zogenoemde antihomowetten aan op basis waarvan hij in 2020 was aangeklaagd voor seksueel misbruik. Ze zouden in strijd zijn met de Malawische grondwet, aldus Akster en zijn advocaat.
De rechter oordeelde in juni echter dat Akster onvoldoende bewijs heeft aangedragen voor deze stelling en verwees de zaak terug naar de strafrechter.