De synode van de Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) sprak zaterdag woorden van „verootmoediging” uit richting homoseksuele kerkleden. „We schamen ons dat we hun verlangens soms versmalden tot seksuele verlangens.”
Synodevoorzitter ds. P.G. Sinia sprak de tekst van verootmoediging, die een kleine vijf minuten duurde, aan het begin van de synodevergadering in Deventer uit. „Het is beschamend en verdrietig dat homoseksuele broers en zussen maar al te vaak ook in ons midden geleden hebben onder vooroordelen en veroordeling. Wij betreuren elk oordeel waarmee wij medegelovigen onrecht deden en zo schade toebrachten, elke veroordeling waarmee wij op Gods stoel gingen zitten. Daarom vragen wij: broers en zussen, aanvaard onze woorden van verootmoediging. En wij bidden: Heer, ontferm U over ons.”
Schuldbelijdenis
Een schuldbelijdenis wilden het moderamen en de synode deze tekst niet noemen. Schuld belijden ligt meer op de weg van plaatstelijke kerken, vinden zij. „We sporen daarom plaatselijke kerken aan waar nodig schuldbelijdenis en verzoening passend en betekenisvol te maken. Ga na wat er in jouw en uw kerk is gebeurd in de omgang met homoseksuele broers en zussen, welke personen hierbij betrokken waren en of er mogelijk anders gesproken en gehandeld had moeten worden”, zei ds. Sinia. De afgevaardigden zongen in aansluiting op de woorden van verootmoediging lied 350 uit de bundel Opwekking: „Vader, vol van vrees en schaamte buigen wij voor U.”
„We sporen plaatselijke kerken aan waar nodig schuldbelijdenis te doen” - Ds. P.G. Sinia, synodepreses
Een belangrijk agendapunt op deze als afsluitend bedoelde synodevergadering was het trekken van conclusies naar aanleiding van het rapport-Schaafsma. Dat rapport, getiteld ”Ruimte en richting”, waaraan een studiecommissie onder leiding van Henk Schaafsma vele jaren heeft gewerkt, bevat het pleidooi om in de NGK het Avondmaal en de ambten open te stellen voor homoseksuelen die in een relatie van liefde en trouw met elkaar samenleven.
Schorsingen
Het nemen van een besluit hierover had zaterdag nog heel wat voeten in de aarde. Na diverse schorsingen van de vergadering en de bespreking van steeds weer aangepaste en geamendeerde conceptbesluitteksten, besloot de synode voor het trekken van conclusies meer tijd te nemen en een nieuwe vergaderdag te plannen. Een commissie gaat, in overleg met de commissie-Schaafsma, nieuwe besluitteksten voorbereiden.
Het eerste conceptbesluit dat zaterdag in Deventer op tafel lag, stelde voor dat de synode „geen algemeen geldende uitspraak” zou doen over „seksuele relaties in liefde en trouw tussen mensen van gelijk geslacht”. Ook stond in dit besluit dat „aanvaard kan worden” dat er onder christenen inzake homoseksualiteit „verschillende perspectieven bestaan”, waaruit voortvloeit dat het „in de vrijheid van de plaatselijke kerken ligt om gemeenteleden die in een homoseksuele relatie leven toe te laten tot het Heilig Avondmaal”.
Een alternatief conceptbesluit bevatte onder meer de zinsnede dat de synode de kerken zou „oproepen om aan onze homoseksuele broeders en zusters geen andere last op te leggen dan wat voor ons allen geldt: dat wij ons leven wijden aan Christus als Heer en ons houden aan zijn geboden, zoals ook in Handelingen 15:29 staat”.
Rode kaart
Op beide conceptbesluiten, maar vooral op de tweede, kwam zaterdag vanuit de vergadering forse kritiek. Zo gaven zowel Jan Mudde als Wolter Rose, beiden lid van de commissie-Schaafsma, aan dat zij de besluitteksten ervoeren als het verstrekken van „een rode kaart aan de commissie”. Mudde: „Op wezenlijke punten wordt ons rapport niet gehonoreerd. Wij hebben geprobeerd met onze studie de vergadering te dienen, maar blijkbaar is dat niet gelukt. In deze besluitteksten wordt onze exegese, waar we jaren aan hebben gewerkt, opnieuw gedaan. De betoogtrant in de besluitteksten is heel anders dan in ons rapport. Ik vind het nogal wat dat jullie ons rapport zo negatief beoordelen.”
„Blijkbaar is het ons niet gelukt de vergadering te dienen” - Jan Mudde, lid commissie-Schaafsma
Vanuit de vergadering klonken ook andere kritische geluiden. Zo miste afgevaardigde Jochem Bouma „aandacht voor celibatair levende homo’s, voor de zegen die zij kunnen zijn voor een gemeente, en voor de glans van Gods heiligheid die zij laten zien”. Afgevaardigde Wim Schaaij verbaasde zich erover dat in de tweede conceptbesluittekst „niet duidelijk wordt uitgesproken dat het avondmaal en de ambten opengesteld worden voor samenlevende homo’s”. Afgevaardigde Ad Stolk wilde aan de besluitteksten toevoegen dat „het ons streven is om in heel ons kerkelijke leven geen enkel onderscheid te maken tussen heteroseksuelen en homoseksuelen”.
Spanningen
Afgevaardigde Gerbram Heek sprak de zorg uit dat als de synode het vraagstuk van hoe om te gaan met homoseksuele kerkleden neerlegt bij de plaatselijke kerken, de problematiek dan wordt overgeheveld naar het niveau waar nu juist allerlei spanningen bestaan. „En zullen die gemeenten dan niet vaak voorrang geven aan rust in de gemeente, ten koste van kwetsbare homoseksuele medebroeders en -zusters?”
Een en ander bracht synodevoorzitter ds. Sinia ’s middags tot de conclusie dat de vergadering er deze dag niet uit zou komen en dat een nieuwe vergaderdatum geprikt moet worden. Een vervolgvergadering zal waarschijnlijk pas begin volgend jaar plaatsvinden.