Een akkoord over het zogeheten klimaatfinancieringsdoel, een van de belangrijkste onderwerpen van de klimaattop op Bakoe, lijkt nog ver weg. Ontwikkelingslanden zijn gefrustreerd dat rijke landen geen nieuw bedrag willen noemen, zeiden waarnemers van ngo’s. Veel Westerse landen willen het nog niet hebben over een nieuw bedrag totdat andere landen, zoals China, beloven meer bij te zullen dragen.
Momenteel trekken rijke landen 100 miljard dollar per jaar uit om arme landen te helpen. Dat zijn niet alleen giften, maar ook leningen. Ontwikkelingslanden willen dat dat bedrag fors omhoog gaat, naar minstens 1 biljoen (1000 miljard) dollar. Dat geld is bedoeld voor verduurzaming (mitigatie) en voor maatregelen tegen de gevolgen van klimaatverandering (adaptatie). Ontwikkelingslanden kunnen hun nationale klimaatplannen (NDC’s) nog niet opstellen als niet duidelijk is hoeveel geld ze zullen krijgen, aldus waarnemers die de onderhandelingen van dichtbij volgen.
De tijd begint te dringen, zeiden de maatschappelijke organisaties. Maandag beginnen de onderhandelingen met de ministers erbij. Rijke landen, waaronder de EU, willen vooral een kort en simpel akkoord voor hun ministers. Ontwikkelingslanden willen echter dat er meer voorwaarden en details worden afgesproken, zodat betalende landen en bedrijven verantwoordelijk kunnen worden gehouden. Het oorspronkelijke document van negen pagina’s aan het begin van de week is inmiddels gegroeid naar ruim dertig pagina’s.
Ook verschillen landen van mening over hoe dit bedrag moet worden opgebouwd. Ontwikkelingslanden willen dat het geld een gift is van de rijke landen, zij zijn immers verantwoordelijk voor de meeste uitstoot. De rijke landen pleiten ervoor dat het bedrag naast publiek geld kan bestaan uit leningen en bedrijfsinvesteringen. Ngo’s waarschuwen voor mogelijke uitbuiting van arme landen door het bedrijfsleven.