De geschiedenis van de zending in een groot deel van het binnenland van Suriname is nog niet zo heel oud. Daardoor heb ik het voorrecht gehad om met een van de eerstegeneratiezendelingen te vliegen.
Hij is inmiddels in de 80, maar bezoekt Suriname nog steeds af en toe om ‘zijn’ schapen op te zoeken onder wie hij zo lang heeft mogen dienen.
Indrukwekkende verhalen heb ik gehoord. Bijvoorbeeld over een toverdokter, die in contact stond met duistere machten. Hij hield een heel dorp in een angstige greep, tot hij radicaal tot bekering kwam. En na hem het hele dorp.
Inmiddels zijn we 60 jaar verder en is er in vrijwel elk dorp een kerk. Er is nog een Westerse jeugdwerker en een laatste zendelingenechtpaar actief, om ondersteuning te geven aan de kerken die inmiddels op eigen benen staan. En zo mocht ik ook een andere vlucht maken met de laatste generatie zendelingen.
De zendeling zit naast me, zijn vrouw achterin, samen met 318 kilo aan spullen, eten, benzine, enkele dozen kinderbijbels en een MAF-kalender. Nadat ik ben uitgepraat met de verkeerstoren, begint de zendeling te vertellen. We hebben het over de inheemse bevolking die, na jaren onderwijs, met een Bijbel in eigen taal, nu zelf eropuit trekt. Op zendingsreis, de grens over, Brazilië in om het Goede Nieuws naar andere stammen te brengen. Daar komt geen Westerse zendeling meer aan te pas. Dit is God Zelf aan het werk, door deze mensen heen.
Joop van Weele is MAF-piloot in Suriname.