Vliegtuig bijtanken in de jungle is een hele klus, zeker als het fout dreigt te gaan
Onze vliegtuigen in Suriname kunnen maximaal 330 liter brandstof meenemen, verdeeld over twee tanks in de vleugels. Daarmee kunnen we ongeveer 4,5 uur vliegen, en dan hebben we nog een uur reservebrandstof over in de tanks.
De route is vandaag dusdanig lang dat ik niet genoeg brandstof heb. En dus moet ik tanken. Hiervoor hebben we op verschillende vliegvelden een kleine voorraad brandstof staan. Op vele vluchten blijken deze voorraden ontzettend handig. Mocht er bijvoorbeeld onverwachts een omweg nodig zijn om een patiënt op te halen, dan kunnen we op verschillende plaatsen bijtanken. Of zoals vandaag, als de route erg lang is.
En zo sta ik in een zinderende tropische zon op Kwamalasamoetoe, een dorp in het verre zuiden van Suriname, tegen de grens met Brazilië. M’n laatste stop voordat ik terug naar de stad vlieg. Iemand van het dorp helpt me met het sjouwen van de jerrycans, die een stukje verder in een schuurtje staan, boven op een kleine heuvel.
Wanneer ik de tweede jerrycan aan het legen ben, schrik ik ineens. Want de brandstof heeft niet de normale lichtblauwe kleur, maar lijkt wel melkachtig! Snel stop ik en ik inspecteer de inhoud van de jerrycan. Iets is hier niet goed gegaan. Helaas zit er al een paar liter ‘melk’ in de tank van het vliegtuig. Na overleg met een collega van het vliegtuigonderhoud besluiten we het zekere voor het onzekere te nemen: de brandstoftank moet leeg en moet opnieuw gevuld worden met schone brandstof. Dat betekent via een plug de tank leeg laten lopen in jerrycans, en daarna opnieuw vullen. Gelukkig stond er genoeg brandstof. Na ruim een uur heen en weer sjouwen en een kwartier uitpuffen, ben ik weer klaar voor vertrek. Het vliegtuig is bijgetankt. Nu ik nog…
Joop van Weele is MAF-piloot in Suriname.