Nog anderhalve maand is het mogelijk om subsidie voor de aanschaf van een nieuwe of gebruikte elektrische auto te krijgen. Gauw zo’n stekkerbak aanschaffen dan maar?
De pot van de Subsidieregeling Elektrische Personenauto’s Particulieren (SEPP) zit nog flink gevuld, daar ligt het niet aan. Wie als particulier een nieuwe elektrische personenauto wil kopen krijgt 2950 euro subsidie. Ga je voor een tweedehandse, dan krijg je 2000 euro van de overheid. Op vrijdag 27 december 2024 om 12.00 uur eindigen beide regelingen.
De subsidies betreffen alleen volledig elektrische auto’s met een actieradius van minimaal 120 kilometer en een nieuwprijs tussen 12.000 en 45.000 euro. Dus de momenteel veel aangeschafte hybrideauto’s doen niet mee in de regelingen.
De zakelijke markt lijkt zo’n stimuleringsmaatregel voor elektrische personenauto’s niet nodig te hebben. Bedrijven maken duidelijk werk van het elektrificeren van hun wagenpark. Vrijwel alle nieuwe leaseauto’s hebben een elektrische motor, zo ziet Jeroen Maas, PR-directeur van Stellantis Nederland, fabrikant van merken als Alfa Romeo, Citroën, Peugeot, Fiat en Opel. „In Nederland zien we een aanhoudend hoge vraag vanuit de zakelijke markt naar elektrische auto’s. **** De overstap naar elektrische voertuigen is onderdeel van de mobiliteitsstrategie van veel bedrijven.”
Onduidelijkheid
Bij particulieren ligt dat duidelijk anders. Maas: „Als het gaat om privéklanten zagen we de afgelopen periode een afname in de vraag naar volledig elektrische auto’s, mede gezien de onduidelijkheid over de stimuleringsmaatregelen vanuit de overheid.”
Dat ziet ook Gerhard van de Pol, PR-manager van Broekhuis Holding, een bedrijf met 68 dealervestigingen in heel Nederland. „Het is niet zo dat de consument niet overweegt of niet bereid is om elektrisch te gaan rijden. Maar veel particulieren durven de stap niet te maken vanwege het wisselende overheidsbeleid.”
„Veel particulieren durven de stap niet te maken vanwege het wisselende overheidsbeleid” - Gerhard van de Pol, PR-manager van Broekhuis Holding
Van de Pol somt op: „Eerst forse subsidie op aanschaf, geen wegenbelasting, geen bijtelling. Nu lagere of helemaal geen subsidie, wel wegenbelasting die stapsgewijs ingevoerd gaat worden, wel bijtelling. Stabiel beleid geeft vertrouwen, wisselend beleid niet.”
Aanschafprijs
Stel dat je die wegenbelasting voor lief neemt, dan is de aanschafprijs van een elektrische auto alsnog een hobbel van formaat. Iemand met een budget van 10.000 euro komt niet ver. De goedkoopste nieuwe elektrische auto van Nederland is de Dacia Spring Electric 45. Die heeft een nieuwprijs vanaf 18.950 euro. Trek daar de 2950 euro van de SEPP af en je moet nog 16.000 euro betalen.
Tweedehands dan misschien? De Bovag meldde begin deze maand dat 12,4 procent van de verkochte occasions een hybride motor heeft en 3,9 procent volledig elektrisch rijdt. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moet je als particulier voor de laatste optie gaan. Er zijn wel elektrische auto’s ruimschoots onder de 10.000 euro verkrijgbaar, zoals de Nissan Leaf of Renault.
Nadeel is dat die voertuigen een relatief lage actieradius hebben. Ook de Volkswagen e-up!, Smart EQ Forfour of Dacia Spring blijven –zeker met aftrek van de subsidie– onder het budget, maar daar geldt hetzelfde voor. Van de Randstad naar de Veluwe en terug gaat niet met een volle accu. Bovendien: hoe goed is een tien jaar oude accu nog?
Duurder
Zo kom je automatisch uit bij het wat duurdere segment van jongere auto’s met een grotere actieradius. Bijvoorbeeld bij een Tesla Model S met een actieradius tot 632 kilometer, tweedehands verkrijgbaar vanaf zo’n 17.000 euro. Het is wel zo dat er volgend jaar veel dergelijke auto’s uit de lease komen, maar daar heb je als particulier dit jaar niets aan.
Kortom, wie toch al dicht bij de stap naar elektrisch zit kan dat beter nu doen dan volgend jaar. Er is nu nog subsidie. Doe zo’n aanschaf dan niet louter voor de portemonnee, maar laat bij de motivatie ook het milieu een grote rol spelen. Want qua financiële vaste lasten zal het er volgend jaar voor de elektrische rijder niet aantrekkelijker op worden.
Zie ook pagina 26.