Het Amerikaanse leger heeft afgelopen weekend doelen in Syrië aangevallen. Volgens het Amerikaanse ministerie van Defensie betrof het luchtaanvallen op posities van pro-Iraanse milities, waaronder een wapendepot en een logistiek centrum, aldus Centcom, het militaire commandocentrum dat onder meer verantwoordelijk is voor het Midden-Oosten.
De aanvallen waren een reactie op recente aanvallen op Amerikaanse troepen in Syrië. „We hebben duidelijk gemaakt dat aanvallen op Amerikaans personeel, eenheden en faciliteiten van onze partners niet zullen worden getolereerd”, zei Centcom-commandant Michael Erik Kurilla.
Syrië dringt al langer aan op het vertrek van Amerikaanse troepen, wier aanwezigheid in het land volgens Damascus een schending is van het Handvest van de VN en het internationaal recht. De VS beroepen zich echter op artikel 51 van datzelfde handvest, waarin het recht op zelfverdediging is vastgelegd. Het bestrijden van Islamitische Staat, volgens de VS het doel van de aanwezigheid van de troepen, zou onder dat recht vallen.
Eerder werd al bekend dat Amerikaanse troepen in het weekend ook aanvallen uitvoerden op wapendepots van de Houthi-rebellen in Jemen. Daar lagen wapens opgeslagen „die de Houthi’s gebruiken tegen Amerikaanse en internationale schepen die in de Rode Zee en Golf van Aden varen”, zei een Pentagon-woordvoerder.