Politiek

ChristenUniesenator Bikker: Voordracht is voorrecht

ChristenUniesenator Mirjam Bikker gaat de kandidatenlijst van haar partij aanvoeren bij de komende verkiezingen voor de Eerste Kamer. Ze is dankbaar voor het vertrouwen dat de partij in haar heeft. De politica let er scherp op dat de vrijheid van het individu de klassieke grondrechten niet uitholt.

26 October 2018 22:30Gewijzigd op 16 November 2020 14:29
Mirjam Bikker. beeld Anne Paul Roukema
Mirjam Bikker. beeld Anne Paul Roukema

Bikker zit nu bijna drieënhalf jaar in de Senaat en zal Roel Kuiper opvolgen als fractievoorzitter. Die maakte enkele maanden geleden bekend dat hij zich niet herkiesbaar stelt als aanvoerder van de ChristenUniekandidatenlijst. In maart volgend jaar zijn er verkiezingen voor de Provinciale Staten; de nieuwe Statenleden kiezen in mei een nieuwe Eerste Kamer.

Het partijbestuur heeft het volste vertrouwen in Bikker, zo blijkt uit een toelichting die partijvoorzitter Adema vrijdag gaf: „Mirjam deed de nodige politieke ervaring op, zowel in Den Haag als tijdens haar periode als fractievoorzitter in de Utrechtse gemeenteraad. Ze heeft veel juridische kennis. Ze spreekt met gezag in de Senaat.”

Bikker vindt het een voorrecht: „De waardering en het vertrouwen die hieruit spreken zijn bijzonder. Dat stemt dankbaar.”

Wat is uw levensmotto?

Bikker: „Het is mijn verlangen om de Heere Jezus te volgen. Dat gaat met vallen en opstaan. Maar dat is wel mijn dagelijks gebed.”

Welke theoloog vormde u?

„In mijn studententijd was Van Ruler een ontdekking en zijn overdenkingen herlees ik geregeld. Hij blijft verrassen. Maar ook Bonhoeffer is een theoloog die me vormde. Het geloofsvertrouwen, de moed en de scherpte van deze man, die zijn heel bijzonder.”

Bent u van het verzoek om lijsttrekker te worden net zo geschrokken als in 2005, toen u op de kandidatenlijst voor de Utrechtse gemeenteraad zou komen? U stapte toen pardoes in de verkeerde bus.

„Haha, dat klopt. Ik was nog student en had die vraag echt niet aan zien komen. Dat is nu niet aan de orde. Ik zit bijna een hele periode in de Eerste Kamer.

Deze zomer heb ik er in alle rust over nagedacht. In gebed, in gesprekken met mijn man en met anderen is dat denken verdergegaan. Ik vond het een bijzonder voorrecht toen ik hoorde dat de selectiecommissie en het partijbestuur mij wilden voordragen.”

Voelt u zich met uw 36 jaar op uw plaats in de Senaat, waar vooral veel senioren zitten?

„Het is een plek waar je leeftijd er niet zo toe doet, maar je inhoudelijke verhaal des te meer.”

Hoe voelt het om als eerste vrouw een landelijke kandidatenlijst van de ChristenUnie aan te voeren?

„Eerlijk gezegd heb ik de indruk dat dit voor mijn generatie geen issue is; zelf heb ik er geen bijzondere gevoelens bij.”

Hoe combineert u gezin en werk?

„Mijn man en ik zijn dankbaar dat we de mogelijkheden en de ruimte hebben om dat samen vorm te geven. De zorg voor ons gezin staat voorop.”

Wat zijn de twee belangrijkste uitdagingen voor de Eerste Kamer?

„De Eerste Kamer is van grote meerwaarde in ons staatsbestel als hij wetten op hoofdlijnen, rechtmatigheid en uitvoerbaarheid toetst. Dat is de afgelopen jaren gelukt en dat is voor een nieuwe periode weer van belang.

Verder hoop ik van harte dat we in de Senaat de goede gewoonte voortzetten om breder te denken dan oppositie-coalitie, zeker als het gaat om de grote thema’s als de positie van gezinnen, het klimaat en de woningmarkt.”

De ChristenUnie maakt deel uit van de regeringscoalitie. Hoe onafhankelijk bent u?

„Dat klopt en daar ben ik dankbaar voor. Denk eens terug hoe de discussie over het zelfgekozen levenseinde twee jaar geleden verliep. Dat er nu ruimte is voor het programma ”Waardig ouder worden” vind ik heel waardevol. De handtekening van de Eerste Kamerfractie van de ChristenUnie staat echter niet onder het regeerakkoord; wij hebben een eigen verantwoordelijkheid. In de vorige kabinetsperiode waren we een constructieve oppositiefractie, nu een kritische coalitiefractie.

Ik zal altijd eerlijk blijven zeggen wat de ChristenUnie in de Senaat van voorstellen vindt, maar ik zie wel de meerwaarde van de deelname aan het kabinet.”

U maakt zich zorgen over de trend dat de vrijheid van het individu boven alles gaat. Dat maakt het collectieve aspect van de godsdienstvrijheid onmogelijk, stelde u in 2015. Hoe zit dat anno 2018?

„Ik vind het belangrijk dat mensen doorkrijgen dat de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van vergadering alleen tot hun recht komen als een gemeenschap ook een identiteit kan hebben. Je kunt niet overal binnenlopen en zeggen: Ik wil hier bij horen, jullie stappen er maar overheen dat ik andere overtuigingen heb. Dat wil een politieke partij ook niet.

Een paar jaar geleden had de Tweede Kamer het bijvoorbeeld over een acceptatieplicht voor het bijzonder onderwijs. Ik vond het toen belangrijk om te laten zien dat je door het verabsoluteren van de rechten van het individu geen ruimte meer overhoudt voor de uitoefening van belangrijke klassieke grondrechten, zoals de vrijheid van onderwijs. Daar zal ik scherp op blijven letten.

Maar laten we ook onze zegeningen tellen: de huidige minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs, Slob, kent de betekenis van de onderwijsvrijheid als geen ander.”

Gaan SGP en ChristenUnie in de Senaat onder uw leiding weer namens elkaar het woord voeren?

„Dat is in de afgelopen periode ook al gebeurd; niet structureel, maar wel af en toe. De banden zijn goed. Ik werk graag samen met de SGP-collega’s Schalk en Van Dijk en hoop dat we in een nieuwe periode op dezelfde voet verder kunnen.”

CV

Naam: mr. Mirjam Bikker

Woonplaats: Gouda

Leeftijd: 36

Huidig beroep: senator ChristenUnie

Kandidaat voor: ChristenUnie Eerste Kamer

Burgerlijke staat: gehuwd

Aantal kinderen: 3

Kerkelijke gezindte: Protestantse Kerk in Nederland (Gereformeerde Bond)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer