„Het is knokken om identiteit vijftigjarige EO vorm te geven”
Een omroep met een missie. In 1967 zette de EO aarzelend de eerste schreden op het pad van de media. Vijftig jaar later is hij niet meer weg te denken op radio en tv. Zouden de oprichters zich nog herkennen in de omroep van nu? „De context is veranderd, maar het missionair verlangen zit nog steeds in de genen van de EO.”
Knokken voor missie EO
Zaterdagavond, even na zeven uur. Het nieuws zit erop. Op Radio 5 klinkt muziek: ”Every time I feel the Spirit”. Na de laatste klanken van het gospelnummer verwelkomt Yvonne Sprunken de luisteraar. „Wij gaan er drie uur keihard tegenaan met EO Live. Dus deze zaterdag eindigt in ieder geval goed”, zegt de EO-presentatrice opgewekt. Ze stelt Gerja Wolf aan de luisteraar voor die als „sidekick” (medepresentator) haar bijdrage levert.
Samen met eindredacteur Rien Boxum en een technicus zijn Sprunken en Wolf tot tien uur in touw in de studio op het mediapark in Hilversum. De uitzending is van minuut tot minuut vastgelegd in een draaiboek. Zo vertellen twee dames over vrouwenweekenden in de Ardennen die de deelnemers op fysiek en geloofsgebied „uitdagen.” Even later schuift een christelijke hulpverlener onder prostituees in Thailand aan, samen met twee ex-prostituees. Als een gesprek uitloopt, schrapt Boxum een plaat om toch op de juiste tijd af te ronden.
„Is het spannend of valt het mee?” vraagt Sprunken als Jeannette Horlings achter de microfoon plaatsneemt. De presentatrice stelt –terwijl een cd draait– de gast op haar gemak, voordat ze met de Hoogeveense in gesprek gaat over haar boek ”Geestelijk gezond worden”. De man van de auteur maakt foto’s.
Behalve cd-muziek klinken er livenummers van de christelijke liedjesschrijver en zanger Christian Verwoerd en zijn groep. „Iedere zaterdag treedt er een band op”, zegt eindredacteur Boxum. „Vorig jaar kregen ze allemaal de opdracht een eigen versie te maken van het lied ”Amazing Grace”. Dit jaar kozen we voor de bij onze doelgroep geliefde Psalm 23. Na elke uitzending zetten we de opname hiervan met een filmpje op onze website.”
Buurvrouw en bakker
EO Live is een van de talloze programma’s waarmee de omroep luisteraars of kijkers aan zich probeert te binden. Al vijftig jaar. Van klassiek en vertrouwd, tot modern en –binnen de achterban– zeer omstreden.
Geloof en een Hoop Liefde is sinds enkele jaren vier keer per week op de buis. „We gaan op zoek naar geloof, hoop en liefde in het leven van gewone mensen. Geen directeuren en dominees, maar de buurvrouw en de bakker”, legt eindredacteur Anne Marie Holwerda uit op de redactie, waar zojuist een jarige collega is toegezongen. De uitzending komt steeds vier achtereenvolgende dagen uit dezelfde stad of wijk, zoals deze week Rotterdam-Noord.
Op laagdrempelige wijze probeert de redactie een christelijke boodschap in het programma te verwerken. Holwerda: „Als we preken op tv, zappen mensen weg. Maar als iemand vertelt dat hij voelde dat God om hem heen was in een tijd van ziekte, vinden kijkers –de meesten zijn niet gelovig– dat mooi. We hopen dat het publiek hoort, ziet of merkt dat mensen steun hebben aan hun geloof.” Veel aandacht is er voor christenen die hun levensovertuiging „handen en voeten geven.” De een zet z’n huis open voor eenzamen, een ander biedt pleegzorg. „We preken bij de EO minder dan voorheen, maar geven ruim aandacht aan het voorleven van het geloof. Zoals het vaak wordt gezegd: Verkondig het Evangelie, desnoods met woorden.”
„Oh, help”
Negatieve reacties krijgt Holwerda zelden meer, als ze op een verjaardag of bij de kapper vertelt dat ze bij de EO werkt. „Vroeger reageerden mensen vaak met: „Oh, help”, nu zeggen ze: „Oh, leuk.” Dat heeft ermee te maken dat we niet meer zo betweterig zijn. Maar het missionaire geluid blijft, al zit het niet in alle programma’s.”
Senior redacteur Tjitske Stoit zit gebogen over een plattegrond van Woerden. In deze stad doet Geloof en een Hoop Liefde een pilot waarbij ze meer wil inzoomen op opvallende woningen. De redacteur verkaste ruim twee jaar geleden van de IKON naar de EO. Ze kreeg geen spijt van de „bijzondere overstap.” „Ik ben gelovig. Voor mij was werken bij de IKON ingewikkelder dan dat het is bij de EO. De IKON was meer tegendraads en zoekend. Ik ben ook zoekend, maar wel vanuit vaste waarden: God is er gewoon en Jezus ook.”
Wie bij de EO in dienst komt, voert een „geloofsgesprek” met een van de leden van de raad van bestuur. „Ik had een prettige ontmoeting met Jaap Kooij. Het was geen kruisverhoor en ik kon hem ook gewoon vragen: Hoe zit het nu bij jou?”
Zak met geld
Laten zien wat het geloof in God en de Heere Jezus betekent, dat was het „hartsverlangen” van de oprichters van de EO, zegt voorzitter van de raad van bestuur Arjan Lock. „En dat is het nog steeds. Maar we geven die missie nu vorm in een andere wereld dan toen.”
Zouden de oprichters zich herkennen in de EO van nu, met programma’s zoals Adieu God en The Passion, een „live event” dat het lijdensverhaal van de Heere Jezus met ongelovige acteurs in de huiskamer brengt? „De context is veranderd. In de jaren tachtig waren er twee tv-zenders. We kregen een zak met geld en vroegen ons af: Hoe gaan we een avondje EO-televisie vullen? Nu geeft de NPO, de Nederlandse Publieke Omroep, strakke kaders. Het is knokken om daarbinnen onze identiteit vorm te geven. Maar het hart van onze medewerkers klopt op dezelfde manier als dat van de oprichters. Het missionaire verlangen zit nog steeds in de genen van de EO.”
Of een omroep met een duidelijk missie nog past in het huidige omroepbestel? „Als nooit tevoren”, reageert Lock. „De publieke omroep staat of valt met de pluriformiteit die hij uitstraalt. Daarbinnen geven we als EO helder aan waar we voor staan. We hebben gekozen voor een plek in het publieke bestel en willen niet preken voor eigen parochie. Dat is een verschil met de Reformatorische Omroep en Family7. Vanaf het begin bieden we een breed aanbod van programma’s. Een van de eerste documentaires van de EO ging niet over Calvijn of een theologisch onderwerp, maar over overbevissing van de Noordzee.”
Heimwee naar vroeger heeft Lock, 22 jaar werkzaam bij de EO, niet. „Ik kijk liever vooruit, zoek kansen en mogelijkheden.” Uit delen van de achterban krijgt hij geregeld kritiek, onder meer op programma’s waarin het Bijbelse geluid ver te zoeken lijkt. „Maar buiten de kring van gelovigen hoor ik nooit dat de EO niet helder is over waar hij voor staat.”
Geen hele noten
Voor het publiek van Nederland Zingt op Zondag lijdt het geen twijfel dat het om een EO-programma gaat. Eindredacteur van het programma is Albert-Jan Schol. Hij begon vijftien jaar geleden bij het klantcontactcentrum van de omroep en is nu bijna drie jaar verantwoordelijk voor Nederland Zingt, op tv en internet. De veertiger bekent dat hij het tv-programma tot enkele jaren geleden nauwelijks kende. „Ik dacht dat het qua muziek erg aan de traditionele kant zat, maar het is behoorlijk gevarieerd: psalmen, gezangen en nieuwe liederen zoals Opwekking. Van die variatie houd ik.”
Het programma probeert een verbinding te leggen tussen diverse muzikale tradities. „Pas hadden we op één opnameavond aanbiddingszanger Kees Kraaijenoord en een vrouwenkoor.” Niet alles is geschikt voor Nederland Zingt, met een publiek waarvan de gemiddelde leeftijd rond de zestig ligt. „Houseachtige muziek past niet bij ons. Psalmen op hele noten zul je ook niet horen, wel psalmen uit de oude berijming.”
Schol merkt op dat Nederland Zingt „een van de oudste tv-programma’s van de EO is die nog op de buis zijn. We zenden het sinds 1991 uit, na enkele voorlopers onder een andere naam. Vergeet niet dat de EO destijds is opgericht omdat de NCRV besloot minder koor- en samenzang uit te zenden.”
Nederland Zingt trekt op zaterdagavond tussen de 200.000 en de 300.000 kijkers en op zondagochtend gemiddeld 100.000. „Geweldig”, zegt Schol stralend. Hij kent de kritiek dat de EO hiermee mensen uit de kerk zou houden. Maar: „We zien eerder dat het een opstapje is naar de kerkdienst. Ook kijken er velen die niet naar de kerk kúnnen. Ik ervaar het als geestelijk manna dat we dit programma met belastinggeld kunnen maken en hoop dat dit nog lang mogelijk blijft bij de NPO.”
Op tafel ligt een handgeschreven brief van een 41-jarige gedetineerde. „Hij heeft jaren geprobeerd zonder God te leven en schrijft nu: Dat is mislukt, ik zit in de gevangenis. De uitzendingen van Nederland Zingt en De Kapel (met meditaties van een voorganger, omlijst met muziek, MB) zijn voor hem een lichtpuntje in de week. Hij heeft daardoor weer ontdekt dat hij God nodig heeft.”
Humor in de Bijbel
Ook bij Marco van der Straten belanden geregeld brieven op het bureau. Hij is een kleine vijf jaar hoofdredacteur van Visie, waaraan hij de ondertitel „magazine over hoopvol leven en geloven” toevoegde. Een redactie van acht personen werkt aan het EO-blad, dat 47 jaar bestaat en wekelijks bij 88.000 abonnees op de mat ploft.
Ruwweg de helft van het magazine bevat een overzicht van programma’s op radio en tv. Daarnaast biedt het artikelen over relaties en opvoeding, boeken, films en muziek. „We besteden veel aandacht aan het leven als christen, met verhalen die mensen inspireren.” Elk nummer stelt een thema centraal, zoals –rond 1 april– humor in de Bijbel.
In het rek valt een Visie op met een grote foto van D66-leider Pechtold op de omslag. „Dat was een spannende keus”, zegt Van der Straten. „We maakten een themanummer over christenvervolging. Daarvoor hielden we een interview met Pechtold, omdat veel christenen hem als een bedreiging zien voor de christelijke cultuur en waarden. Maar hij hield ons ook een spiegel voor: Weet je wel wat voor lelijke reacties ik soms krijg uit christelijke kring?”
Pechtold op de cover van Visie, dat viel niet bij alle abonnees goed. „Sommigen scheurden de voorpagina er af en stuurden die naar ons terug. Ze wilden Pechtold niet de hele week op tafel hebben liggen. Maar dat was maar een handjevol”, zegt Van der Straten. Provoceren is niet het doel van zijn blad. „We zoeken de balans tussen bevestigen en uitdagen.”
Weekpreek
Terug naar de studio van EO Live. Tegen tien uur komt er deze zaterdagavond zoals altijd een medewerker van de IZB, organisatie voor zending in Nederland, in de uitzending voor de weekpreek. Hij kiest een item uit het nieuws van de afgelopen week en houdt daar een overdenking van drie minuten bij.
Deze week is Elselijn Wajer, missionair kinderwerker in Rotterdam, aan de beurt. Ze sluit aan bij de recente actie van Giro555 voor hulp aan mensen die lijden onder de hongersnood in Afrika. Mede vanuit het Bijbelgedeelte waarin een vrouw de Heere Jezus zalft met dure nardusolie gaat ze in op de vraag: Waaraan besteed ik mijn geld?
Vlak voor tien uur klinkt de eindtune van EO Live. Na de uitzending vertelt Sprunken dat ze dertig jaar geleden bij de EO begon. Eerst werkte ze mee aan de Kinderkrant op televisie. Na de geboorte van haar eerste kind nam ze ontslag, om jaren later terug te komen bij de omroep. Op de radio. Met een schaterlach: „Ik ben te oud voor tv.”
Sprunken presenteert het programma ”Thuis op vijf” en vervangt met zichtbaar plezier Andries Knevel, die herstellend is van een ziekte, bij EO Live. „Dertig jaar geleden zei ik weleens: We laten goed zien dat we christen zijn, maar te weinig dat we gewone mensen zijn. Nu denk ik weleens het omgekeerde.” Bij EO Live voelt ze zich prima thuis. „Dit is een duidelijk EO-programma. Ik vind het een cadeautje dat ik dit mag presenteren.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over vijftig jaar EO. Vrijdag in Puntkomma deel 2.
„Keuze voor de massa vervaagt identiteit EO”
tekst Evert van Dijkhuizen
De Evangelische Omroep (EO) krijgt vanuit het behoudende deel van de achterban dezelfde kritiek als die de oprichters van de omroep vijftig jaar geleden hadden op de NCRV, stelt mediahistoricus prof. dr. Huub Wijfjes. Hij is hoogleraar geschiedenis radio en televisie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofddocent journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Die constatering is het onvermijdelijke gevolg van de keus van de EO om zich te richten op het grote publiek in Nederland. Wie zich als organisatie opsluit in de veilige omgeving van de eigen achterban kan makkelijk orthodox blijven, maar mist de aansluiting met miljoenen andersdenkenden. De EO heeft gekozen voor het brede publiek en zal daarom vanuit het orthodoxe deel van de achterban altijd kritiek krijgen, namelijk dat de omroep zijn identiteit verkwanselt.”
Batterij dominees
Niemand had vijftig jaar geleden kunnen denken dat de EO ooit zo’n grote plek in het omroepbestel zou innemen, zegt Wijfjes. „De gedachte toen was dat de EO op z’n best een soort aanvulling op de NCRV zou worden. De omroep begon met een batterij dominees en programma’s met psalmzang. Dat de EO uiteindelijk de A-status kreeg en daarmee tot de grootste omroepen behoorde, was een enorm succes. Evenals dat de EO ondanks al het fusiegeweld in de omroepwereld tot op de dag van vandaag zelfstandig is gebleven.”
Dat wil niet zeggen, relativeert Wijfjes, dat de EO nog steeds het profiel van vijftig jaar geleden heeft. „De EO heeft net als alle andere omroepen de identiteitsvervagende werking van het medium televisie ondergaan. De omroep is vele malen opener naar de samenleving geworden dan de oprichters ooit bedoelden. Velen van hen zouden bedenkelijk reageren op de koers van de EO nu. Ik denk daarbij aan een spektakel als ”The Passion”. Dat richt zich sterk op het massapubliek en hecht meer waarde aan het beeld dan aan het woord. Die aanpak staat voor sommigen te ver vandaan bij het orthodoxe gedachtegoed van de EO bij de oprichting. ”The Passion” heeft, ondanks dat het direct is gebaseerd op het lijdensverhaal uit de Bijbel, veel te maken met effectbejag. Ik kan me die kritiek vanuit de achterban goed voorstellen.”
Wijfjes vindt de EO geen kleurloze organisatie. „De omroep profileert zich wel degelijk, maar echte gereformeerden vinden het onvoldoende. Zij willen dat de omroep in alle programma’s teruggaat naar de Bijbel. Voor mensen die de klassieke Bijbelse boodschap centraal willen stellen, is de enige oplossing dat je je opsluit in je eigen gedachtegoed. Dan blijf je zuiver, maar ook klein.”