Ze is er nog beduusd van. Na ruim drie maanden kerkasiel in de Haagse Bethelkerk kunnen Hayarpi Tamrazyan (21), haar ouders, broertje (15) en zusje (19) voor het eerst weer naar buiten. ,,Het moment voor Kerst was het moeilijkste.”
Woensdagmiddag drie uur. Kerkgangers verlaten de kapel van het Haagse buurt- en kerkcentrum Bethel. De marathondienst, die eind oktober begon om uitzetting van het Armeense gezin te voorkomen, zit erop.
Even later neemt Hayarpi, naast onder andere scriba ds. René de Reuver van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), plaats achter een tafel voor de wand met een wit kruis. Op tafel brandt een grote kaars. Aan de wanden hangen briefjes met woorden en gebeden die kerkgangers de afgelopen maanden opschreven. Zoals: ,,God, geef woorden van hoop voor de hopelozen. Dat Uw Woord hoop geeft voor eenieder.”
Hayarpi, die ruim negen jaar in Nederland is, toont zich dankbaar tegenover iedereen die het kerkasiel mogelijk heeft gemaakt. ,,Ik ben ook de politici dankbaar dat er eindelijk een oplossing is gevonden voor kwetsbare kinderen. Niet alleen voor ons, maar ook voor zoveel andere kinderen.”
Tegelijk benadrukt ze dat nog niet 100 procent vaststaat dat ze in Nederland mag blijven. ,,De partijen hebben een akkoord bereikt en gezegd dat dossiers worden herbeoordeeld. We weten nog niet officieel dat we mogen blijven, maar ik ben er blij mee dat ons dossier opnieuw wordt bekeken en ik ben ook hoopvol.”
Toen dinsdagavond bekend werd welk akkoord de coalitiepartijen in Den Haag hadden gesloten over het kinderpardon, kon Hayarpi het eerst niet geloven. Dat er een einde zou komen aan het kerkasiel drong ook langzaam tot haar door. ,,Ineens besefte ik dat ik straks weer gewoon naar buiten kan. Het voelt nog heel onwerkelijk.”
Bij de andere gezinsleden merkt ze eenzelfde soort reactie. ,,Mijn broertje zei: Straks kan ik eindelijk weer gaan voetballen. Dat vond ik heel mooi. Hij is heel sportief. Hoe moeilijk moet het voor hem zijn geweest dat hij al die maanden niet heeft kunnen voetballen.”
Op de vraag welk moment de afgelopen maanden het moeilijkste voor haar was, denkt Hayarpi even na. Dan: ,,Dat was net voor Kerst, toen we via de media hoorden dat er een besluit lag dat de staatssecretaris ons verzoek had afgewezen. Kerst is voor ons echt een feest en dit was voor ons een harde boodschap.”
In Bethel maakte Hayarpi allerlei soorten kerkdiensten mee. Ze kan niet zeggen welke de meeste indruk maakte. ,,Elke dienst was op zichzelf bijzonder. Ook al kwam geregeld hetzelfde onderwerp of Bijbelgedeelte terug, zoals het Bijbelverhaal over Ruth. Toch was het iedere keer weer anders, ook door de liederen eromheen.”
De periode van het kerkasiel heeft haar niet veranderd, denkt Hayarpi. ,,Vroeger was ik al strijdbaar en dat ben ik nog steeds. Ik ben een doorzetter en dat is niet veranderd. Natuurlijk had ik hier mijn ups en mijn downs, maar ik heb altijd hoop gehouden omdat ik wist dat het onrechtvaardig was wat er met ons was gebeurd. En dat er zo veel voor ons gebeden is, dat gaf ook hoop.”
Tijd om verder over haar toekomst na te denken heeft Hayarpi nog nauwelijks gehad. De studente econometrie weet nog niets eens waar het gezin na het verlaten van de Bethelkerk naartoe gaat. ,,Ik hoop heel erg dat ik verder kan met mijn leven, met mijn studie, met alles wat ik hiervoor deed. Dat ik weer lekker student kan zijn, dat mijn broertje en zusje naar school kunnen gaan.”
In de periode van het kerkasiel schreef Hayarpi veel gedichten. Binnenkort komt er een dichtbundel van haar uit. Haar laatste gedicht, dat ze deze woensdag heeft geschreven, kan er waarschijnlijk niet meer in. ,,Het is een dankgedicht, dat ik vandaag heb geschreven en tijdens de laatste dienst hier heb voorgelezen.” Het kostte haar weinig moeite dit gedicht te schrijven. ,,Als ik heel verdrietig ben of heel blij, dan komen de woorden vanzelf.”
Hayarpi kijkt wat onwennig om zich heen in de inmiddels lege kerkzaal. ,,Het voelt een beetje kaal dat er geen dienst meer is. Ik begin het nu al te missen.”