Een hand vol met rust is beter, dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes.
Uitleg
Arbeid wordt dikwijls te laag aangeslagen. Een werkwillige werkeloze – er zijn helaas ook luiaards – weet dat arbeid een zegen is. God gaf de mens in het paradijs te arbeiden. Dit was geen last, maar een lust. De zevende dag werd gegeven als rustdag. Deze orde vond God voor ons goed; dan is ze dat ook.
Na de zondeval kwam ook de arbeid onder de vloek. Doornen en distelen kwellen de mens; in het zweet zijns aanschijns eet hij zijn brood. Nu kan men proberen de vloek te ontlopen door niet te arbeiden. Dan gaat men de moeilijkheden uit de weg. Dat kan evenwel Gods bedoeling niet zijn. De luiaard wordt nergens geprezen. Misbruik dan ook de woorden van onze dagtekst niet. Het is verdrietig genoeg als je door omstandigheden afhankelijk bent. Ben je het moedwillig, dan verderf je jezelf. De zot vouwt zijn handen samen en eet zijn eigen vlees (Prediker 4:5), staat voor onze tekst. Er zijn evenwel uitersten. Er zijn ook mensen die de rust niet op waarde weten te schatten; ze gaan op in hun werk, worden erdoor opgenomen en gaan erin ten onder. Dit is niet tot behoud, hoeveel men ook zou verdienen. God heeft de arbeider de rust in het vooruitzicht gesteld. Arbeid en rust zijn in hun afwisseling beide goed. Dat mag iedere avond ervaren worden en nog heerlijker iedere zondag. Nu staan in onze tekst de rust voorop. Ze is kennelijk van veel meer waarde dan de arbeid. Wordt ze niet genoten, dan is de arbeid nog slechts kwelling. In de nieuwtestamentische bedeling staat de rust op een bijzondere wijze voorop. God leert Zijn kinderen werken vanuit de door Christus verdiende rust. Daar iets van te kennen, aan de voeten van Christus die rust te vinden, zet alle arbeid in ander licht. Zonder dat, is het inderdaad niet meer dan kwelling; maar door de rust, die een vermoeide ziel in Christus’ verdiensten mag vinden, is de kwellende prikkel uit de arbeid genomen. Of werk jij nog om zelf de rust te verdienen?
Veel mensen vinden het boek Prediker te negatief. Het lijkt wel of er geen goed meer in de wereld is. Die mensen lezen òf de Bijbel niet goed, òf ze willen er niet aan dat de vloek van de zonde, de dood, op deze wereld werkelijkheid is.
Hoewele we allemaal weten dat onze bezittingen op aarde vergankelijk zijn, gaan we er toch dikwijls mee om of we ze eeuwig zullen bezitten. Daarom zegt de Prediker: Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie de overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid (Prediker 5:9).
Als je zo steeds over de vergankelijkheid hoor en leest en de schaduw van de dood over je leven ziet vallen, dan kan dat je gedachten verwarren. In die verwarring zie je niet meer wat goed is op deze wereld en wat slecht. Je dreigt alles grauw of zelfs zwart te zien en hebt er geen oog meer voor, ...
In het begin van deze week hebben we al opgemerkt dat de Prediker zegt, dat alle ijdelheid is. Tegenover de vergankelijkheid die er is door de zonde, stelt hij het eeuwige werk van God in de verheerlijking van Zijn genade.
God heeft deze wereld niet losgelaten. Hij heeft de mens niet geheel en al over gegeven aan ...
Arbeid wordt dikwijls te laag aangeslagen. Een werkwillige werkeloze – er zijn helaas ook luiaards – weet dat arbeid een zegen is. God gaf de mens in het paradijs te arbeiden. Dit was geen last, maar een lust. De zevende dag werd gegeven als rustdag. Deze orde vond God voor ons goed; dan is ze dat ook.
Dromen zijn bedrog, hoor je nogal eens zeggen. Inderdaad kunnen in de slaap in onze geest allerlei verwarde en onzinnige voorstellingen en gebeurtenissen rijzen. Dit neemt niet weg dat de Heere je daardoor ook iets kan leren. Hij kan daarvoor een bijzondere droom geven; maar ook de ‘gewone dromen’ vertellen ons iets: de ijdelheid van onze gedachten. ...
Zaterdag: Arbeid en rust
Prediker 4:6
Uitleg
Arbeid wordt dikwijls te laag aangeslagen. Een werkwillige werkeloze – er zijn helaas ook luiaards – weet dat arbeid een zegen is. God gaf de mens in het paradijs te arbeiden. Dit was geen last, maar een lust. De zevende dag werd gegeven als rustdag. Deze orde vond God voor ons goed; dan is ze dat ook.
Na de zondeval kwam ook de arbeid onder de vloek. Doornen en distelen kwellen de mens; in het zweet zijns aanschijns eet hij zijn brood.
Nu kan men proberen de vloek te ontlopen door niet te arbeiden. Dan gaat men de moeilijkheden uit de weg. Dat kan evenwel Gods bedoeling niet zijn. De luiaard wordt nergens geprezen. Misbruik dan ook de woorden van onze dagtekst niet. Het is verdrietig genoeg als je door omstandigheden afhankelijk bent. Ben je het moedwillig, dan verderf je jezelf. De zot vouwt zijn handen samen en eet zijn eigen vlees (Prediker 4:5), staat voor onze tekst.
Er zijn evenwel uitersten. Er zijn ook mensen die de rust niet op waarde weten te schatten; ze gaan op in hun werk, worden erdoor opgenomen en gaan erin ten onder. Dit is niet tot behoud, hoeveel men ook zou verdienen. God heeft de arbeider de rust in het vooruitzicht gesteld. Arbeid en rust zijn in hun afwisseling beide goed. Dat mag iedere avond ervaren worden en nog heerlijker iedere zondag.
Nu staan in onze tekst de rust voorop. Ze is kennelijk van veel meer waarde dan de arbeid. Wordt ze niet genoten, dan is de arbeid nog slechts kwelling. In de nieuwtestamentische bedeling staat de rust op een bijzondere wijze voorop. God leert Zijn kinderen werken vanuit de door Christus verdiende rust. Daar iets van te kennen, aan de voeten van Christus die rust te vinden, zet alle arbeid in ander licht. Zonder dat, is het inderdaad niet meer dan kwelling; maar door de rust, die een vermoeide ziel in Christus’ verdiensten mag vinden, is de kwellende prikkel uit de arbeid genomen. Of werk jij nog om zelf de rust te verdienen?
Terug naar Bijbel & leesplannen
Deze Bijbelstudie maakt deel uit van een groter Bijbelrooster.
Download het Leesplan als PDF
Alle Leesplan dagen
-Dinsdag: saf
adfasd
-Woensdag: Dinsdag: Is alles ijdelheid?
Veel mensen vinden het boek Prediker te negatief. Het lijkt wel of er geen goed meer in de wereld is. Die mensen lezen òf de Bijbel niet goed, òf ze willen er niet aan dat de vloek van de zonde, de dood, op deze wereld werkelijkheid is.
Wie denkt dat er in het boek Prediker ...
-Donderdag: Woensdag: Vergankelijk goed
Hoewele we allemaal weten dat onze bezittingen op aarde vergankelijk zijn, gaan we er toch dikwijls mee om of we ze eeuwig zullen bezitten. Daarom zegt de Prediker: Die het geld liefheeft, wordt van het geld niet zat; en wie de overvloed liefheeft, wordt van het inkomen niet zat. Dit is ook ijdelheid (Prediker 5:9).
Als ...
-Vrijdag: Donderdag: Schoonheid in vergankelijkheid
Als je zo steeds over de vergankelijkheid hoor en leest en de schaduw van de dood over je leven ziet vallen, dan kan dat je gedachten verwarren. In die verwarring zie je niet meer wat goed is op deze wereld en wat slecht. Je dreigt alles grauw of zelfs zwart te zien en hebt er geen oog meer voor, ...
-Zaterdag: Vrijdag: Gods eeuwigheidswerk
In het begin van deze week hebben we al opgemerkt dat de Prediker zegt, dat alle ijdelheid is. Tegenover de vergankelijkheid die er is door de zonde, stelt hij het eeuwige werk van God in de verheerlijking van Zijn genade.
God heeft deze wereld niet losgelaten. Hij heeft de mens niet geheel en al over gegeven aan ...
-Zondag: Zaterdag: Arbeid en rust
Arbeid wordt dikwijls te laag aangeslagen. Een werkwillige werkeloze – er zijn helaas ook luiaards – weet dat arbeid een zegen is. God gaf de mens in het paradijs te arbeiden. Dit was geen last, maar een lust. De zevende dag werd gegeven als rustdag. Deze orde vond God voor ons goed; dan is ze dat ook.
...
-Maandag: Zondag: IJdele woorden
Dromen zijn bedrog, hoor je nogal eens zeggen. Inderdaad kunnen in de slaap in onze geest allerlei verwarde en onzinnige voorstellingen en gebeurtenissen rijzen. Dit neemt niet weg dat de Heere je daardoor ook iets kan leren. Hij kan daarvoor een bijzondere droom geven; maar ook de ‘gewone dromen’ vertellen ons iets: de ijdelheid van onze gedachten. ...