Binnenland30 maart 2001

Elke internetgoeroe z'n thema

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – Wie is de internetgoeroe van de Tweede Kamer? En wie slaagt er te midden van de digitale revolutie het best in zijn hoofd koel te houden? Welke politieke partij heeft de beste website? En welke partij houdt zich verre van internet omdat zij de digitale revolutie beschouwt als een bedreiging van haar bestaan?

Op al die vragen verschafte een serie interviews over politiek en internet een antwoord. De ICT-woordvoerders van de diverse kamerfracties bleken graag bereid zich over het onderwerp aan de tand te laten voelen en verschaften daarmee meteen antwoord op de bovengenoemde, overigens niet gestelde, vragen.

Om maar met de eerste te beginnen: de internetgoeroe van de Tweede Kamer is mevrouw F. Halsema van GroenLinks. Ze zei het zelf al: „Ik geloof dat ik wel behoor tot de internetoptimisten, hè?” Met de opmerking dat volgens haar het gemeentehuis als gevolg van de digitale revolutie zal gaan verdwijnen, kwalificeerde ze zich definitief voor de goeroetitel.

Alle andere ICT-woordvoerders die namens hun respectievelijke partijen hun zegje deden, hielden bij hoog en bij laag vol dat het gemeentelijk loket open zal blijven. Zelfs VVD-woordvoerster Voûte, die zich op internet manifesteert met een persoonlijke website, noemde het wenselijk dat het gemeentehuis gewoon openblijft voor mensen die hun zaakjes niet via de computer willen regelen.

Maar volgens Halsema ervaren burgers de gang naar het gemeentehuis, net als de gang naar andere nutsinstanties, als een belasting en zullen zij internet omarmen om nooit meer in de rij te hoeven staan. Halsema denkt ook dat Nederland als gevolg van de digitale revolutie groener en linkser kan worden. En dat komt haar, als vertegenwoordigster van GroenLinks, natuurlijk bijzonder goed uit.

Opvallend is dat Halsema de meeste weerstand krijgt van SP-woordvoerder Van Bommel. Die gelooft helemaal niet dat het met wat overheidsinspanning ten aanzien van het ICT-onderwijs mogelijk is om te komen tot een betere spreiding van kennis en macht. Volgens hem blijven mensen met een lager inkomen en mensen met minder opleiding verstoken van internet zolang ze geen baan kunnen krijgen waarbij ze achter een computer zitten.

PvdA-woordvoerster Wagenaar gelooft wel dat de digitale revolutie de kloof tussen arm en rijk kan verkleinen, maar is minder scherp in haar oordeel over wat er moet gebeuren met mensen die internet (nog) links laten liggen. Halsema wil er alles aan doen hen mee te krijgen in het digitale tijdperk, zodat ze de boot niet missen en tot de nieuwe kansarmen gaan behoren. Wagenaar verwacht dat iedereen vroeg of laat vanzelf het gemak van internet wel zal ontdekken.

Beste website
Wagenaar gooit daarmee net als Van Bommel hoge ogen als het gaat om nuchterheid op de digitale snelweg. Dat geldt ook voor de woordvoerders van de kleine christelijke fracties, Stellingwerf (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP). Van Bommel wint echter, omdat hij met zijn partij, de SP, al heel ver is op de digitale snelweg, maar zich tegelijkertijd afzet tegen woordvoerders die „koketteren met hun kennis.”

Inderdaad, de SP heeft de beste website van alle partijen. Het is eerder geconstateerd door deskundigen en in de beoordelingen door deze krant sprong www.sp.nl er ook als beste uit. De website biedt niet alleen veel toegankelijke en zeer actuele informatie over het politieke handwerk, maar biedt ook de gelegenheid direct te discussiëren met allevijf de SP-kamerleden. Bovendien zijn er spelletjes te doen, alsook een quiz waarin het politieke IQ wordt gemeten.

Er is in de Tweede Kamer geen enkele partij helemaal wars van internet, zoals dat bij de televisie wel was. ChristenUnie en SGP hebben elk een eigen site en benadrukken dat zij, hoewel ze gevaren zien, internet zeker niet categorisch afwijzen. Beide fracties zien het echter als opdracht om de vinger te leggen bij negatieve aspecten, die door andere woordvoerders slechts terloops worden aangestipt. ChristenUnie-kamerlid Stellingwerf komt zelfs met het radicale idee van een nationaal internetfilter.

Apathie
Precies omgekeerd is de benadering van CDA'er Wijn. Hij ziet de bedreigingen ook wel, maar benadrukt dat hij vooral de kansen wil aangrijpen. Zo biedt internet volgens hem grote mogelijkheden voor het stimuleren van gemeenschapszin, iets waar het kabinet naar zijn smaak te weinig van begrijpt. Overigens valt in het algemeen op dat de diverse politieke partijen hun eigen verhaal aan internet ophangen. Heel sterk speelt dat bij D66, de partij die pleit voor referenda, elektronische verkiezingen en opiniepeilingen.

Problematisch aan de tendens van het ophangen van het eigene aan internet is dat er zodoende grote verdeeldheid ontstaat over wat de overheid als geheel met internet aanmoet. De politieke wil om echt iets te doen aan de schaduwkanten, zoals vereenzaming, computerverslaving of het door de SGP'er Van der Staaij aangestipte juridische handhavingstekort, ontbreekt bij een meerderheid. De verdeeldheid werkt apathie in de hand. Die apathie behoedt helaas niet voor een „overdreven angst om achter te lopen”, zoals het Sociaal Cultureel Planbureau ten aanzien van ICT en onderwijs signaleerde, maar werkt wel belemmerend bij het aanpakken van ongewenste zaken.

Dit is het tiende en laatste artikel in een serie over politiek en internet.

Zie ook:
Archiveren websites

Eerdere afleveringen:
„Strafrecht geldt ook internet” (SGP) - 27 maart 2001

„Nationaal filter is wenselijk” (ChristenUnie) - 23 maart 2001

„Menselijke maat moet blijven” (SP) - 20 maart 2001

„Gemeentehuis zal verdwijnen” (GroenLinks) - 16 maart 2001

„Burgers bij beleid betrekken” (D66) - 13 maart 2001

„Kansen voor gemeenschapszin” (CDA) - 9 maart 2001

„Alle Nederlanders op internet” (VVD) - 6 maart 2001

„Internet zal niets verdrijven” (PvdA) - 2 maart 2001

Politiek Den Haag gaat digitaal - 27 februari 2001