Binnenland16 maart 2001

„Gemeentehuis zal verdwijnen”

Door P. Chr. van Olst
DEN HAAG – „Ik geloof dat ik wel behoor tot de internetoptimisten, hè?” vraagt ze tegen het einde van het gesprek. Het valt inderdaad niet te ontkennen. Waar de ICT-woordvoerders van andere Tweede-Kamerfracties bezweren dat het gemeentelijke loket zal blijven bestaan, schetst F. Halsema van GroenLinks een toekomst zonder gemeentehuizen.

Hoewel ze geen totale en onomkeerbare verandering van de samenleving voorziet, gaat er volgens Halsema veel op de helling. Vooral in de publieke sector. De burger van de toekomst staat niet meer in de rij voor rijbewijs, visakte of bouwvergunning, voorspelt ze. „Mensen ervaren dat als een belasting en dus zal internet uitkomst bieden.”

Het verschil zit hem in die belasting. Internet vormt volgens het GroenLinks-kamerlid geen bedreiging voor liefhebberijen. Het boek en waarschijnlijk ook de krant zullen de digitale revolutie overleven. „Mensen houden nu eenmaal van de schoonheid van een uitgave”, stelt Halsema. „Een mooi ingebonden boek willen ze vasthouden. En bij het ontbijt willen ze een papieren krant.”

Maar de gang naar het gemeentehuis is de burger tot een last. Net als de verplichte bezoekjes aan instituties met een nutsfunctie. Daar zal de slag vallen, vermoedt Halsema. „Ikzelf ben al in geen anderhalf jaar meer bij de bank geweest. Het was afgelopen sinds ik ging telebankieren. En zo kan ik me zelfs voorstellen dat op termijn ook de supermarkt zal verdwijnen.”

In een samenleving waaruit gemeentehuis, bank en supermarkt zijn verdwenen, is het keiharde noodzaak dat iedere burger de weg weet op de digitale snelweg, vindt Halsema. Ze is kritisch over woordvoerders van andere fracties die het niet als problematisch ervaren dat groepen mensen (nog) niet op internet willen en de overstap naar het digitale tijdperk uitstellen. „Wie nu een achterstand oploopt, is straks minder weerbaar.”

„Kennis is macht”, vervolgt de GroenLinks-politica. „En macht moet zo veel mogelijk worden gespreid. Dat stelt in dit geval hoge eisen aan het onderwijs. Goed onderwijs kan een tweedeling voorkomen. En daarbij gaat het me niet in de eerste plaats om een tweedeling in de hardware –de één heeft wel, de ander niet de beschikking over een computer– maar vooral over een tweedeling in de software, in de kennis en het gebruik van nieuwe media.”

Kwetsende uitingen
Erg bang dat de digitale revolutie zal leiden tot doorschietend individualisme en vereenzaming is Halsema niet. „Ik geloof niet zo in het pessimistische perspectief dat de sociale cohesie zal verminderen door toenemend internetgebruik. De behoefte aan fysieke nabijheid is zeer autonoom. Bovendien biedt internet ook mogelijkheden tot versterking van gemeenschapsbanden. Je ziet er zelfs nieuwe gemeenschappen ontstaan.”

Veel beduchter is Halsema voor het grote gemak waarmee kwetsende uitingen via het web worden verspreid. Ze noemt het „een heel ingewikkeld vraagstuk” dat de vrijheid van meningsuiting op mondiaal niveau botst met de bescherming tegen „ruwe, seksistische, racistische, pornografische en vooral kinderpornografische informatie.”

„Internet confronteert ons met het feit dat we op internationale schaal geen democratische tegenmachten hebben tegen criminaliteit en commercie”, constateert Halsema. Bewust noemt ze ook de commercie. Ze stoort zich eraan dat bedrijven hun greep op internet verstevigen om argeloze internetgebruikers geraffineerd in de door hen gewenste richting duwen. „Op internet lijkt het wel of we weer in een negentiende-eeuwse, ongeordende samenleving zijn beland.”

Nationale zoekmachine
Wat GroenLinks betreft gaan internationale organisaties zoals de Verenigde Naties zich bezighouden met de ordening van de digitale samenleving. Ook de Nederlandse overheid moet daaraan haar steentje bijdrage, vindt Halsema. Ze wil dat de „saaie overheidssite www.overheid.nl” wordt omgevormd tot een „nationale zoekmachine” voor jong en oud. Verder moet het kabinet gehoor geven aan de door GroenLinks uitgelokte kameruitspraak dat er subsidie moet komen voor makers van publieke websites.

Biedt internet ook kansen voor de vergroening van Nederland?
„Absoluut. We moeten af van het predikaat Nederland Distributieland. Nederland moet kennisland worden, want een kenniseconomie is vele malen schoner. Verder moet het telewerken worden onderzocht, omdat daardoor de mobiliteit wordt teruggedrongen. Al moeten we er wel scherp op toezien dat telewerken niet zal leiden tot vereenzaming.”

Dit is het zesde artikel in een serie over politiek en internet.

Zie ook:
Beoordeling www.groenlinks.nl

Eerdere berichtgeving: „Burgers bij beleid betrekken”