Wees een rolmodel tegen de ontlezing
De leesvaardigheid van jongeren neemt schrikbarend af. Familie en docenten kunnen er wat tegen doen door jongere én oudere kinderen te blijven voorlezen.
Een medicijnbijsluiter, een bericht over het verlengen van een abonnement of dit opiniestuk in de krant... Van de vijftienjarige leerlingen leest 24 procent zo slecht, dat ze deze teksten onvoldoende begrijpen en zich dus onvoldoende kunnen redden in de samenleving. Dat is een van de conclusies uit het driejaarlijkse PISA-onderzoek naar schoolprestaties en het welbevinden van ongeveer 600.000 vijftienjarigen uit 79 landen. Enkele andere conclusies: 60 procent van de jongeren zegt alleen te lezen als het echt moet en bijna de helft ziet het nut er niet van in en vindt lezen tijdverspilling.
Nationale ramp
Kort na de publicatie op dinsdag lazen we stellige uitspraken over de oorzaken: het lerarentekort, de hoge werkdruk, het sluiten van bibliotheken en mediatheken. De digitalisering van de samenleving en het overweldigende gebruik van de smartphone, als aantrekkelijk alternatief van een boek, worden eveneens als oorzaken genoemd. Deze en andere factoren dragen bij aan wat een nationale ramp dreigt te worden: de ontlezing, die op termijn kan leiden tot flinke taalachterstanden en laaggeletterdheid.
Lezen jongeren dan helemaal niet meer? Eerder dit jaar brachten de Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad het rapport ”Lees! Een oproep tot een leesoffensief” uit. Een van de conclusies van het rapport is dat jongeren volop korte teksten lezen – berichten op hun smartphone of samenvattende stukjes in schoolboeken – maar steeds minder tijd besteden aan ‘diep’ lezen: het geconcentreerd lezen van langere teksten of boeken. Juist op school is diep lezen voorwaarde om bij te blijven en kennis op te doen. Het is nodig om een rijke woordenschat op te bouwen en wereldkennis te vergroten. Lezen bepaalt ook het schoolsucces. Lezende jongeren halen hogere cijfers dan hun minder vaak lezende leeftijdgenoten.
Niet genoeg kunnen we ouders, opa’s, oma’s en andere familieleden op het hart drukken wat het effect is van (blijven!) voorlezen. Onderzoek laat zien dat kinderen in de eerste vijf levensjaren met bijna 300.000 extra woorden in aanraking komen als ouders vanaf de geboorte dagelijks één boekje voorlezen. Baby’s die meer dan tien minuten per dag worden voorgelezen, hebben een 2,5 keer zo grote kans om met voldoende woordenschat aan school te beginnen. Kinderen die van jongs af aan worden voorgelezen, hebben niet alleen een voorsprong in hun woordenschat en taalontwikkeling, maar ook in onder andere hun sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling. En alle kinderen profiteren in dezelfde mate van voorlezen, ongeacht opleidingsniveau of sociale status van ouders.
Leescultuur
Wij pleiten voor een (voor)leesoffensief voor de hele familie. En daar hoort ook het goede voorbeeld geven bij. Wees een rolmodel: zorg voor aansprekende boeken en tijdschriften in huis, in plaats van veel scrollen en swipen op een scherm. Kinderen en jongeren zijn meer geneigd om te lezen wanneer ze worden omgeven door een leescultuur.
Ook voor het onderwijs ligt er een belangrijke uitdaging. Zijn we in staat om voor leerlingen een rijk taalaanbod te creëren? Juist voor zwakke lezers en kinderen van ouders met een lagere sociaaleconomische status. Leren we hun kritisch reflecteren op de kwaliteit en geloofwaardigheid van (digitale) teksten? Laten we hun de rijkdom van fictie en literatuur ervaren? Helpen we hen om hun leesvoorkeuren te ontdekken met hulp van passende teksten en boeken? Ook hier geldt: wees een rolmodel. Vervang teksten en boeken niet door filmpjes, plaatjes en korte fragmenten, maar gebruik deze als opmaat naar en ondersteuning van de teksten. Blijf voorlezen, ook na groep 2, ook in het voortgezet onderwijs. Bied op school bewust veel en diverse teksten aan van goed niveau en over aansprekende onderwerpen. Laat leerlingen daarover met elkaar in gesprek gaan. Alleen maar (examen)teksten met vragen aanreiken die in stilte gemaakt moeten worden, werkt begrijpend lezen niet in de hand.
Willen we de ontlezing daadwerkelijk tegengaan? Sterker, willen we echt dat kinderen en jongeren de relevantie en het nut van lezen zien en ervaren én er plezier aan beleven? Dan vraagt dat om een leesoffensief, thuis, op school en in de samenleving.
Nellianne van Schaik is docente Nederlands. Ze is als lid van het ontwikkelteam Nederlands betrokken bij de curriculumherziening Curriculum.nu. Gerdineke van Silfhout is taalexpert bij SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling.