In het electorale succes van populistische partijen kunnen media een rol spelen. Dat geldt echter alleen voor een zeer specifieke doelgroep. De effecten zijn bovendien gering, betoogt Michael Hameleers.
Populisme wordt vaak gezien als een bedreiging voor de democratie. In 2012 stelde de voormalige voorzitter van de Europese Raad Herman Van Rompuy zelfs dat populisme de grootste bedreiging voor Europa is. Toch worden miljoenen mensen wereldwijd aangetrokken tot populistische partijen.
De media worden vaak in verband gebracht met het electorale succes van populisme. Is dit wel terecht? Spelen zij daadwerkelijk een grotere rol dan het simpelweg verslag doen van nieuwswaardige gebeurtenissen?
Aan de hand van recent empirisch onderzoek meen ik dat de media inderdaad een rol kunnen spelen, al is het voor een zeer specifieke doelgroep en zijn de effecten beperkt.
(On)schuldig
Voordat we op de rol van de media in de verspreiding van het populisme ingaan, is het cruciaal dat we stilstaan bij de centrale ideeën van populistische retoriek.
Populisme wordt te vaak afgedaan als een algemeen sentiment van simplificatie, ”anti-ander-denken” en politiek wantrouwen. De kern ervan zit dieper. Populisme draait om het benadrukken van een centrale maatschappelijke kloof tussen een superieure ”wij-groep” en een slechte, corrupte ”zij-groep” die voor bepaalde ontwikkelingen verantwoordelijk is.
De wij-groep bestaat uit het gewone volk, waarvan de wil centraal moet staan in politieke besluitvorming. In het rechts-populisme heeft ”het volk” daarnaast ook een culturele, nationalistische betekenis: het gaat om het hardwerkende, moreel superieure ”eigen” volk.
De meest centrale zij-groep bestaat uit de zelfzuchtige en corrupte elites. Ze worden neergezet als vijanden van het volk, omdat ze enkel hun eigen belang nastreven en niet de wil van het gewone volk vertegenwoordigen. In het rechts-populisme, onder anderen vertolkt door Wilders en zijn PVV, worden hiernaast ook andere zij-groepen uitgesloten van het volk: immigranten, moslims en vluchtelingen worden gezien als belangrijke bedreigingen voor het gewone, nationale volk.
Deze kernelementen van het populisme kunnen worden samengebracht in het idee van ”schuldattributies”: het gewone volk is onschuldig, de elites en andere vijanden hebben de crisis van het gewone volk veroorzaakt.
Kwaliteitskranten
Populistische ideeën zijn zeer overtuigend, omdat ze externe oorzaken aanwijzen voor de problemen die het volk ervaart. Maar hoe dragen de media bij aan (het versterken van) dergelijke sentimenten onder de bevolking?
Op basis van een systematische analyse van diverse gedrukte media in Nederland moet allereerst geconcludeerd worden dat de media zelf maar zelden gebruikmaken van populistische ideeën. Enkel wanneer journalisten een interpretatieve benadering kiezen, komen populistische schuldattributies voor in de media. Populisme komt daarnaast merkbaar vaker voor in tabloidmedia dan in kwaliteitskranten. Er kan dus gesteld worden dat populisme als gevolg van de media een weinig voorkomend fenomeen is.
Effectief
Populistische ideeën zijn echter wel effectief. Meerdere experimentele studies tonen aan dat de kernboodschap van het populisme (het benadrukken van de oppositie tussen het goede volk en de slechte elites) het wij-zijdenken onder ontvangers versterkt. Specifiek betekent dit dat een bericht dat stelt dat de ”corrupte” Nederlandse regering met haar beleid verantwoordelijk is voor problemen die het gewone volk ervaart, resulteert in een negatieve evaluatie van de Nederlandse regering. Belangrijker nog, dergelijke boodschappen vergroten de kans dat ontvangers op populistische partijen willen stemmen en verkleinen de kans dat ze op een regeringspartij willen stemmen. In die zin kan de verspreiding van populistische ideeën de polarisering van de maatschappij versterken.
Het is echter een bepaalde doelgroep die zich door populistische boodschappen aangesproken voelt. Mensen die ervaren dat zij relatief meer verloren hebben dan andere groepen in de samenleving, en mensen die zich sterk verbonden voelen met de wij-groep, worden het sterkst beïnvloed door populistische boodschappen. Daarnaast heeft experimenteel onderzoek aangetoond dat zij het meest geneigd zijn om populistische berichten te selecteren uit het alledaagse media-aanbod.
Psychologische wortels
Wat zijn de implicaties van dit onderzoek? Ten eerste: populistische communicatie is zeer effectief. Ten tweede: traditionele offlinemedia dragen niet substantieel bij aan de verspreiding van populistische ideeën maar dergelijk gedachtegoed komt vaak voor in ander (voornamelijk online) media-aanbod. In het huidige tijdperk van gescheiden media, filterbubbels en de grote verscheidenheid aan offline- en onlinemediakanalen zijn burgers slechts deels zelf in staat populistische boodschappen te selecteren of te vermijden. Voor een ander deel kan de werkwijze van sociale media resulteren in blootstelling aan informatie die bestaande overtuigingen onderstreept.
Hoe dan ook, wanneer deze populistische ideeën ontvangen worden, kunnen zij een polariserende invloed hebben: mensen die het oneens zijn met de populistische boodschap zullen hun al bestaande weerstand versterken, terwijl mensen die populistische overtuigingen hebben, worden gesterkt in hun visie dat ”zij” hun problemen hebben veroorzaakt.
Tegengif moet dan ook niet gezocht worden in het veranderen van de media-inhoud, maar in de veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de selectie en overtuigingskracht van het populistische gedachtegoed. Enkel wanneer de psychologische wortels van het populisme erkend worden, en effectief ontkracht kunnen worden, kan de polariserende werking van het populisme tegengegaan worden.
De auteur promoveerde vandaag aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn dissertatie gaat over de rol van de media bij de opkomst van het populisme.