Hermeneutiek moet de veilige vaarroute blijven volgen
In een tweedelige briefwisseling wisselen dr. J. M. Burger en dr. G. A. van den Brink met elkaar van gedachten over hermeneutiek, het verstaan van de Bijbel. De slotafleveringen.
Geachte dr. Burger, beste Hans,
In deze slotbrief vat ik allereerst onze gedachtewisseling samen. Ik schreef een kritische recensie over het boek ”Gereformeerde Hermeneutiek Vandaag” (GHV). Daarin stelde ik de vraag of de Kampense benadering de benaming gereformeerd nog verdient. Volgens jou is jouw benadering gereformeerd omdat je wijst op de invloed van de zonde op het begrijpen van de Bijbel en omdat je de noodzaak van wedergeboorte onderstreept. Ik betoogde daarop dat de zonde geen leesprobleem is maar een moreel probleem. Niet het begrijpen, maar het gehoorzamen van Gods Woord vormt het wezenlijke probleem. Gods openbaring in Zijn Woord is immers helder en duidelijk voor ieder die het leest.
Het gesprek overziende, heb ik volgens mij geen antwoord gekregen op mijn vraag waarom jouw benadering de benaming gereformeerd verdient. In je laatste brief zeg je dat de klassieke gereformeerde theologie in jouw benadering niet verdwijnt, dat Gods openbaring tot alle mensen komt, dat zonde meer is dan een leesprobleem. Ik ben blij dat je dit zo stelt! Toch is stellen nog niet aantonen. Je wilt, schrijf je, de gereformeerde traditie voortzetten. Historisch gesproken is dat uiteraard waar, maar heeft gereformeerd voor jou ook een normatieve betekenis? Is de gereformeerde Schriftvisie en de daarbijbehorende hermeneutiek voor jou bindend? Die vraag staat voor mij helaas nog open.
Jij vindt dat we de hermeneutiek van de twintigste eeuw nodig hebben om te onderkennen hoe lastig begrijpen eigenlijk is, en hoe snel het misgaat. Niet alleen als zondaar, maar ook als mens lezen wij vaak verkeerd. We moeten oog hebben voor allerlei valkuilen en blinde vlekken, zo schrijf je.
Misschien ligt hier wel het verschil tussen oude en nieuwe hermeneutiek. De nieuwe hermeneutiek benadrukt hoe vaak interpreteren misgaat en hoe snel mensen een willekeurige betekenis aan een tekst toekennen. Verdedigers van de nieuwe hermeneutiek schrijven teksten om duidelijk te maken dat teksten zo onduidelijk zijn… De oude hermeneutiek daarentegen zoekt naar ijkpunten die garanderen hoe je als lezer de juiste betekenis onderkent. Niet de klippen waarop ik schipbreuk kan lijden, vormen het belangrijkste onderwerp van de oude hermeneutiek, maar de veilige vaarroute.
Als ik de Bijbel lees, moet ik niet allereerst weten hoe ik verkeerd kan lezen, maar hoe ik de betekenis vind die God mij wil bekendmaken. Jij schrijft dat dit „wonderlijk genoeg” gebeurt (jouw tweede brief), en dat we „samen in de kerk vol vertrouwen mogen Bijbellezen, omdat God belooft ons te leiden” (jouw eerste brief). Juist hier had ik zo graag meer gehoord. Hier liggen de hermeneutische vragen waar het om gaat. Als we hermeneutisch gesproken altijd moeten blijven twijfelen aan de juiste betekenis, staat de deur voor willekeur open.
Ben ik dan ongevoelig voor de complexiteit van het interpretatieproces? Zeker niet. Ik erken de vragen die de nieuwe hermeneutiek oproept, maar ik accepteer haar oplossingen niet. Trouwens, de suggestie dat mensen vroeger simplistisch lazen en niet doorhadden hoe ingewikkeld Bijbellezen eigenlijk is, vind ik aanmatigend. Al duizenden jaren stellen mensen de vraag hoe zij een juiste van een onjuiste interpretatie kunnen onderscheiden. Zo naïef waren de mensen vroeger echt niet. Gelukkig vind ik deze minachting voor de vroegere hermeneutische bezinning bij jou niet.
Kortom: oog voor valkuilen is belangrijk; maar je hebt nog niet duidelijk kunnen maken waarom dat voldoende reden is om de traditionele opvatting over hermeneutiek in te ruilen voor de nieuwe.
Mijn terughoudendheid wordt mede veroorzaakt door lessen uit het verleden. Wellicht ken je het boek ”Naar letter en Geest” van H. M. Vroom. Daarin vind je dezelfde hermeneutische grondpatronen als in GHV. Terecht erkent Vroom dat in de Bijbel een homoseksuele levensstijl en de vrouw in het ambt uitdrukkelijk worden afgewezen. Maar dankzij zijn hermeneutiek kan hij stellen dat de kerk hier anders over mag denken. En dan rijst de vraag: hoe voorkom je dat de GKV over (zeg) twintig jaar ook zo redeneren?
Hans, ik heb je kritische vragen gesteld en je wilde daarop ingaan. Dank daarvoor! Laten we persoonlijk en als kerken de houding aannemen van de jonge Samuël: „Spreek Heere, want Uw knecht hoort!”
Met broederlijke groet,
Gert van den Brink
Dr. G. A. van den Brink is hersteld hervormd predikant in Kralingseveer.