De kraan opendraaien is niet zo moeilijk, maar hoe krijg je die weer dicht zonder schrik of paniek te veroorzaken bij degenen die er volop uit tappen? – de geldkraan, welteverstaan. Voor die uitdaging staat de Europese Centrale Bank (ECB).
Nog steeds koopt deze instelling, die het monetaire beleid in de eurozone bepaalt, elke maand voor 60 miljard euro aan obligaties op. Ze pompt op die manier via het financiële circuit een enorme bulk aan liquiditeiten in de economie. Inmiddels toont de groei een stevig herstel en lijkt het gevaar van deflatie –een lange periode van dalende prijzen, met een verlammend effect op bestedingen en bedrijvigheid– geweken.
De grootscheepse stimuleringsoperatie werd in maart 2015 gestart om de inflatie op te krikken tot „onder, maar dicht bij de 2 procent”, het traditionele streefniveau van de ECB. Dat doel is tot dusver niet helemaal bereikt, forsere loonsverhogingen zouden helpen. Toch moet bij de huidige, florerende conjunctuur het experiment van de kwantitatieve verruiming, in het Engels afgekort als QE, een keer stoppen. Terug naar normaal. Ook trouwens om technische redenen, want de hoeveelheid beschikbare obligaties droogt op. Zo heeft Frankfurt zich de beperking opgelegd dat het niet meer dan 33 procent van de schuldtitels van een land mag aanhouden.
Het programma is al twee keer verlengd. Aanvankelijk zou het anderhalf jaar duren. Nu loopt het officieel tot eind 2017. Maar afkicken van dit medicijn wordt lastig. Een abrupte exit zal een ongewenste schok veroorzaken op de markten. Het dient, dat staat wel vast, stap voor stap te gebeuren; tapering, zoals dat heet. In de VS bouwde de Fed dezelfde aanpak in 2014 af door het aankoopbedrag elke maand met 10 miljard dollar te verlagen. De financiële wereld kijkt met spanning naar hoe president Mario Draghi en zijn medebestuurders dit gaan managen.
Als zij overschakelen naar een verkrappende geldpolitiek, zal dat op den duur leiden tot een hogere rente. Dat pakt nadelig uit voor bezitters van obligaties. Nieuw geplaatste leningen hebben dan immers een hogere couponrente. De waarde van oude obligaties zakt daardoor. Vermogensbeheerders zijn geneigd op die ontwikkeling te anticiperen door hun bestaande portefeuille af te stoten. Daardoor stijgt de rente al zonder dat de centrale bank daadwerkelijk iets verandert. Ook zal de koers van de euro aantrekken. Die combinatie kan de economische opleving vroegtijdig afremmen, en dat wil de ECB uiteraard niet.
De communicatie van die zijde speelt een cruciale rol. Iedereen beseft dat het einde van het opkoopprogramma nadert, maar toch: één verkeerde uitlating en beleggers raken op drift. Omgekeerd lukte het Draghi in 2013 om alleen met woorden het tij op de markten in positieve richting te keren en het toen acute gevaar van het ineenstorten van de muntunie af te wenden. „De ECB zal alles doen om de euro overeind te houden. En geloof me, dat is voldoende”, verzekerde hij.
Eind juni hield hij een speech op een symposium in het Portugese Sintra. Analisten interpreteerden zijn betoog als een signaal dat hij vastberaden is om de voet van het gaspedaal te halen. Het lokte onbedoeld een vrij heftige reactie uit. Het rendement op obligaties schoot omhoog, op Nederlands tienjarig staatspapier bijvoorbeeld van circa 0,40 naar 0,75 procent.
Na de ECB-vergadering van 20 juli benadrukte Draghi enkele keren dat niet was gediscussieerd over het afbouwen van het stimuleringsbeleid. Hij deelde alleen mee dat er in het najaar, zonder precieze tijdsbepaling, een beslissing valt. Even wat rust creëren, leek zijn inzet. Geleidelijk, langzaamaan, voorzichtig, het zijn kwalificaties die in dit proces veelvuldig zullen klinken. De bank liet in zijn bericht na het beraad zelfs de zinsnede intact dat als het tegenzit, het programma zal worden uitgebreid.
De markten kijken reikhalzend uit naar nieuwe belangrijke momenten. Van 24 tot en met 26 augustus vindt in het Amerikaanse Jackson Hole, Wyoming, de jaarlijkse conferentie plaats van centralebankpresidenten. Mogelijk zal Draghi daar nadere hints geven over het beëindigen van het ultraruime monetaire beleid binnen het eurogebied. Drie jaar geleden zinspeelde hij er voor het eerst op om het juist in stelling te brengen. Daarna krijgen we op 7 september de volgende reguliere vergadering van de ECB-top. In ieder geval wordt er de komende tijd veel verbale stuurmanskunst gevraagd van Draghi.