Van der Wal: Brussel gaat ons niet uit stikstofcrisis helpen
Het kabinet heeft alle mogelijkheden onderzocht om in Brussel een versoepeling van de regels voor natuurbescherming los te peuteren. Maar ook een zware delegatie van vier ministers slaagde daar niet in, zegt natuur- en stikstofminister Christianne van der Wal. Dat komt volgens haar doordat Nederland zich er niet geloofwaardiger op heeft gemaakt door zich jarenlang niet aan de regels te houden.
In het debat over het eindverslag van stikstofbemiddelaar Johan Remkes vroegen meerdere partijen of Brussel echt niet tot meer coulance is te bewegen. Van der Wal bezwoer evenwel dat dit allang is geprobeerd. „Maar ze geloven ons niet meer”, aldus de bewindsvrouw. „We zijn al jaren niet het braafste jongetje van de klas. We bungelen echt onderaan lijstjes als het gaat om de staat van instandhouding van onze natuur.”
Door met zijn vieren naar Brussel te gaan - naast Van der Wal waren dat de ministers Mark Harbers (Infrastructuur) en Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) en toenmalig landbouwminister Henk Staghouwer - wilde het kabinet volgens Van der Wal aan „power play” doen. „Vier ministers, dat maakt echt wel indruk in Brussel”, aldus de bewindsvrouw. Maar hun zin kregen zij niet. „Eerst leveren”, was de boodschap.
De uitleg van Van der Wal stuit op onbegrip bij met name de SGP, de PVV en de groep-Van Haga. Zij geven Brusselse regelzucht de schuld van de stikstofcrisis, die zorgt dat boeren in de verdrukking zitten en de bouw van woningen stagneert. Het kabinet heeft zich volgens Kamerlid Wybren van Haga „als een stel schooljongens” laten wegsturen. De betrokken ministers noemde hij schamperend „smurfen”.