Autisme en geloof: het kan een lastige combinatie zijn. In september verschenen drie publicaties over geloofsbeleving bij een autismespectrumstoornis (ASS). Met als gemene deler: zie de waarde van de medemens met autisme in de christelijke gemeente.
Kun je eigenlijk wel geloven als je autisme hebt? Als je weinig ervaart in je gevoelsleven, is je geloof dan wel echt? Met die vragen meldden zich diverse mensen met autisme bij psycholoog en theoloog Hanneke Schaap-Jonker. In ”Anders voelen, anders geloven” poogt Schaap-Jonker samen met ds. G. A. van den Brink op verschillende van hun vragen antwoord te geven. Het compacte boekje verscheen in september bij uitgeverij KokBoekencentrum.
In de huidige maatschappij is het gevoel heel belangrijk, schetsen de auteurs in de inleiding. Iets moet goed voelen. Zo speelt gevoel in de kerk ook een beduidende rol. Voor mensen met autisme kan dat lastig zijn, omdat zij niet altijd weten wat ze voelen of simpelweg minder of anders voelen.
Het minder sterk ervaren van het gevoel kan kerkgangers met autisme onzeker maken. Ze vragen zich, zo schetsen de auteurs, daardoor af of hun geloof wel echt is en in hoeverre hun autisme een belemmering vormt in hun relatie tot God.
De auteurs –Schaap-Jonker is een expert op het gebied van autisme en deed al eerder onderzoek naar het verband tussen autisme en geloofsbeleving– bieden in ”Anders voelen, anders geloven” voor dit soort vragen een uitweg. Luther wordt aangehaald om te onderbouwen hoe het geloof zich richt op Gods beloften – en juist afziet van eigen gevoelens en vertwijfeling. De auteurs schetsen hoe geloven in de Bijbel een „werkwoord” lijkt te zijn. Geloven gaat ook om het gehoorzamen van God, het houden van het verbond en het hart richten op Hem. Bovendien kan geloven praktisch zijn: God dienen door iets te doen in huis, in de kerk, of daarbuiten.
Liefhebben is in de Bijbel dus niet zozeer een gevoel, maar iets wat je doet, iets wat tot uiting komt in je handelen. God liefhebben doe je dan ook met je hart (in de Bijbel vaak de plek van je wil, de plek waar je beslissingen neemt), je verstand (dus je denken) en je kracht (die tot uiting komt in je doen en laten).
Door –Bijbels onderbouwd– uit te leggen dat geloven om meer gaat dan alleen een gevoel, bewijzen de auteurs mensen met autisme vermoedelijk een grote dienst. Waardevol is ook het hoofdstuk over de plek die mensen met autisme mogen innemen in de gemeente. Ze kunnen anderen tot voorbeeld zijn, onder meer door de manier waarop ze in hun leven praktisch invulling geven aan wat in de Bijbel staat.
Daarvoor is in de gemeente wel ruimte nodig, en misschien een iets andere aanpak dan de geijkte. In het laatste hoofdstuk richten de auteurs zich daarom specifiek tot ambtsdragers. Neem vragen van mensen met autisme serieus, geef ze erkenning, bied oplossingen voor de zaken waar ze mee zitten, luiden enkele van de aanbevelingen. Ook zij maken immers deel uit van de gemeente, die Paulus niet voor niets een lichaam noemt.
Nuchterheid
Bijna gelijktijdig met de uitgave van Schaap-Jonker en ds. Van den Brink bracht Helpende Handen, lotgenotenorganisatie voor mensen met een beperking en hun naasten, twee producties uit rond het thema autisme en geloofsbeleving. In ”Autisme en geloven. Handvatten voor jongeren en volwassenen met autisme” worden praktische richtlijnen geboden aan de hand van vijf thema’s: Bijbellezen, bidden, onderwijs, pastoraat en geloof en bevinding.
De auteurs –Sharon Heger, Inge van Hell en Bart-Jan Noorlander, die zich alle drie al jaren met autisme bezighouden– hebben ervoor gekozen het boekje praktisch in te steken, met concrete handreikingen voor zaken waar mensen met autisme tegenaan kunnen lopen. Zo kan bidden bijvoorbeeld lastig zijn; autistische mensen weten vaak niet wat te bidden. Het boekje geeft een mooie richtlijn: als de woorden ontbreken, bid dan het Onze Vader.
De auteurs hebben zich danig verdiept in het onderwerp. Zowel Van Hell als Noorlander is consulent autisme bij Helpende Handen en werkt in die hoedanigheid al langere tijd met mensen met deze beperking. Ze weten goed met welke vragen mensen met autisme kampen. Net als in ”Anders voelen, anders geloven” gaat ook ”Autisme en geloven” daarom in op het punt van de bevinding. De auteurs wijden onder meer een paragraaf aan de kenmerken van het geloof, waarnaar je op zoek kunt gaan als de bevinding moeilijk te ervaren is. Deze opsomming kan voor sommige autistische mensen verhelderend zijn. Tegelijk kan het lastig zijn voor hen die de kenmerken niet herkennen. Ook daar bieden de auteurs overigens ruimte voor.
Het werk van de Heere kan in ieders leven op een andere manier merkbaar worden. Hoe iemand anders zijn beleving verwoordt, is geen maatstaf voor hoe het in jouw leven moet gaan en hoe jij het moet verwoorden. Wat wel een belangrijke maatstaf is, is de Bijbel. (…) Zoek in de Bijbel of je voor jouw ervaringen grond vindt in de Bijbel. Daarmee wordt bedoeld dat het belangrijk is om te zoeken en te bidden naar herkenning in de Bijbel van wat jij beleeft en ervaart.
”Autisme en geloven” bevat een apart hoofdstuk over pastoraat. Net als in de rest van het handzame boekje is hier de inslag praktisch en gericht op mensen met autisme. Een van de tips: vind je het bijvoorbeeld lastig om deel te nemen aan sociale activiteiten, vraag dan om een taak, bijvoorbeeld koffieschenken. Op die manier gaat het sociale meer vanzelf.
In zowel het boek van Schaap-Jonker en ds. Van den Brink als de uitgave van Helpende Handen wordt mensen met autisme aangeraden bij vragen aan te kloppen bij ambtsdragers of andere gemeenteleden. Dat is ongetwijfeld belangrijk, maar kan ook een drempel opwerpen. Juist met het sociale verkeer hebben deze mensen immers moeite. Bovendien: is er voldoende kennis aanwezig bij de ambtsdragers om met hen om te gaan? Dit onderstreept nog eens het belang dat mensen die werkzaam zijn in het pastoraat kennisnemen van wat autisme inhoudt. Samen met het boekje voor mensen met autisme verscheen in september bij Helpende Handen een brochure voor ambtsdragers (zie ”Pastoraat”). De verschenen publicaties bieden een goede kennismaking en kunnen zeker aanleiding zijn voor een gesprek met een gemeentelid dat autisme heeft.
En voor mensen die zichzelf in de voorbeelden herkennen, is het troostvol te lezen dat ze niet de enige zijn. Dat hun vragen gehoord en beantwoord worden. En dat ook autisme Gods werk niet in de weg staat.
Anders voelen, anders geloven, Hanneke Schaap-Jonker en Gert van den Brink; uitg. KokBoekencentrum; 128 blz.; € 16,99 Autisme en geloven, Sharon Heger-Bijnagte, Inge van Hell-van Dijke en Bart-Jan Noorlander; uitg. Helpende Handen; 56 blz.; € 5,00