De komende jaren investeert het kabinet 252 miljoen euro extra in het versterken van de defensie-sector. De Russische inval in buurland Oekraïne „onderstreept de noodzaak van meer Europese zelfredzaamheid”, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer.
Door de Russische inval werd duidelijk dat Europa op militair-industrieel gebied tekortschiet. Veel landen stoppen extra geld in hun krijgsmacht. De defensie-industrie kan daardoor de vraag naar wapens en munitie niet aan. De wachttijden worden steeds langer en de prijzen gaan omhoog.
„Deze tijd vraagt daarom om een actieve (internationale) industriepolitiek”, aldus ministers Kajsa Ollongren (Defensie) en Mickey Adriaansens (Economische Zaken) en staatssecretaris Christophe van der Maat (Defensie). De (Europese) industrie is „niet voldoende voorbereid op de huidige piekbehoeftes”.
Beide ministeries gaan de krachten nu bundelen. Het extra geld gaat bij Defensie onder meer naar onderzoek en cofinanciering van innovatieprojecten via het Europees Defensiefonds. Het kabinet gaat de defensiesector ook helpen om leningen te krijgen van de banken en andere instellingen.
De Nederlandse defensiesector telt zo’n duizend bedrijven met een totale omzet van ongeveer 4,7 miljard euro. Ze houden zich bezig met radartechnologie, de bouw van schepen, vliegtuigbouw en onderhoud en sensortechnologie.