Kerk & religieGeneraties

Als je kinderen, of je ouders, niet meer naar de kerk gaan

Het kan voor ouders een groot verdriet zijn, als kinderen de kerk hebben verlaten. Maar als genade ons geleerd heeft dat geloof een gave Gods is, houden we nederig aan bij de Heere, voor al onze kinderen, wetend dat Hij het onmogelijke mogelijk kan maken.

Ds. P. van Ruitenburg
29 October 2022 09:29
beeld RD, Sjaak Verboom
beeld RD, Sjaak Verboom

Een jaar of wat geleden had ik een gesprek met twee jongens uit een groot gezin, waarvan beide ouders God vreesden. De jongens vertelden dat de meesten van hun gezin in de voetstappen van hun ouders liepen en ook genade kenden. Een zus echter had de kerk de rug toegekeerd. Ik vroeg hoe hun ouders daarmee omgingen, en het antwoord van de jongens was: „Ze huilen en bidden.” Het deed me denken aan Christen in Bunyans ”Christenreis”. Op de vraag van Liefde, in paleis Liefelijkheid, waarom Christen zijn gezin niet had meegenomen op reis, begon hij te huilen en antwoordde dat ze afkerig waren van het pelgrimsleven en zich vooral ergerden aan zijn tere levenswandel.

Christens antwoord geeft een duidelijke ver­klaring waarom kinderen niet meer naar de kerk willen: ze vinden dat er te veel wetjes zijn, ze verlangen naar vrijheid boven alles. Hebben die kinderen hetzelfde gezien in het leven van hun ouders? Gingen de ouders wel naar de kerk, maar leefden ze alsof er geen God en geen eeuwigheid waren?

Als onze kinderen niet meer naar de kerk gaan, kan de schuldvraag ons kwellen: „Had ik het anders moeten doen? Kon ik het maar overdoen!” Maar zelfs als we het opnieuw en beter zouden kunnen doen, gaan kinderen niet automatisch in dezelfde richting als hun ouders. Denk aan de koningen van Israël. Godvrezende koningen hadden soms kinderen die een goddeloos leven leidden en goddeloze koningen hadden soms een zoon die in Gods wegen wilde wandelen.

Van kerk veranderd

Het gaat hier dus niet over kinderen die naar een andere kerk zijn gegaan. Natuurlijk zien we onze kinderen liever in de kerk waar we zelf bij horen en de vraag houdt ons bezig wat er achter de keus zit om van kerk te veranderen. Maar het is goed ons te realiseren dat God aan tijd noch plaats noch kerk gebonden is. Als de Bijbel een dagelijks geopend boek is in de levens van onze kinderen, zal het niet leeg wederkeren, maar doen wat God behaagt.

Ik hoor ouders nogal eens zeggen: „Ik wil dat ze allemaal bekeerd worden, dominee.” Alhoewel dat een begrijpelijke wens is, klinkt het soms als een onheilig dwingen. Meer in de zin van: Als ze maar goed terechtkomen en ik ze dicht bij me kan houden. Echter, als genade ons geleerd heeft dat geloof een gave Gods is, houden we nederig aan bij de Heere, voor al onze kinderen, wetend dat Hij het onmogelijke mogelijk kan maken. Ook voor kinderen die nadrukkelijk voor de wereld gekozen hebben.

18649270.JPG
beeld Corné van der Horst

Het kan ook anders gaan. Pas zat ik bij een oude moeder, die bij het graf had gestaan van haar inmiddels ook wat oudere dochter. De dochter had een leven lang de wereld gediend en meerdere keren te kennen gegeven: „Praat niet over God.” Wat moest ik zeggen, waar enkel zwijgen past? Uiteindelijk zei ik: „Uw dochter heeft het leven van God ontvangen, Hij heeft het ook weer van haar genomen.” „Ja”, zei die oude moeder zachtjes, „Hij heeft het gedaan. Daar houd ik me maar aan vast.”

Helaas lukt het niet altijd om het zo te zien. Dan worden we gekweld door moedeloosheid en gaan onze gedachten naar de eeuwige bestemming van onze zoon of dochter. Hier kan alleen God troosten, onze moedeloze gedachten wegnemen, en doen zien op Hem. Zo veel vragen worden nooit beantwoord in dit leven, zo veel dingen nooit opgelost.

Enige in de familie

Niet alleen ouders kunnen verdriet hebben omdat ze hun (klein)kinderen verloren aan de dienst van de wereld, het kan ook andersom. Soms wordt iemand met een geheel wereldse achtergrond door Gods genade getrokken uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Denk aan Nabeel Qureshi, de auteur van ”Ik zocht Allah en vond Jezus”, met zijn streng islamitische achtergrond. En zo veel anderen, moslims of atheïsten, Papoea’s of Nederlanders, miljonairs of daklozen, God weet ze te vinden. 
En in al die levens van mensen die vaak als enige in een gezin of familie christen zijn geworden, zie je hetzelfde: de onbedwingbare wens om anderen, vooral dierbaren, in te winnen voor God en Zijn dienst.

Wat als zo’n verandering plaatsvindt in een huwelijk? De kloof tussen man en vrouw kan niet dieper zijn dan wanneer de een God dient en de ander liever een werelds leven leidt. Daar wordt dagelijks geleden. En gebeden. De bekende journalist Lee Strobel was een atheïst. Op een dag vertelde zijn vrouw hem tot zijn ongenoegen dat ze christen was geworden. Hij overwoog om maar te scheiden, maar het viel hem op hoezeer zijn vrouw ten goede veranderde. Na lang en veel zoeken werd ook de atheïst christen. Het zwaarst daarbij woog de levens­wandel van zijn vrouw: hij werd zonder woorden voor Christus gewonnen.

Als God genade verheerlijkt wordt aan het hart, volgt ook het verlangen om anderen mee te nemen. Een natuurlijke reactie van elke ouder is het eigen kind te beschermen. Automatisch steken we onze hand uit als ons kind een drukke straat wil oversteken. Gevaar! Doen we dat ook niet als onze kinderen voor de wereld kiezen? We zouden het liefst onze hand uitsteken. Gevaar! Dit is de verkeerde richting! Dit leidt naar het eeuwig verderf!

Bovendien, als God de hoogste plaats inneemt in ons hart willen we dat graag met anderen delen, juist ook met onze geliefden. We zien ze lijden in een wereld van moeiten en we willen het ze graag laten weten: „Er is er maar Een Die je kan helpen. Maar Een bij Wie je rust en vrede kunt vinden! Open je ogen toch!” Tegelijkertijd is er dan de wetenschap zelf zo blind en dwaas geweest te zijn. Elke stap die gezet wordt op dat smalle pad naar de hemel, weten we, is louter genade.

John Bunyan

Wat het diepst gaat, is waar Paulus om weende: dat zij die de kerk de rug toekeren, vijanden zijn van het kruis van Christus. Dat de hele levenswandel van ons kind god-loos is geworden, is niet in de eerste plaats een verlies voor onszelf. Het is vooral tot oneer van God.

In zijn boek ”Genade overvloeiende voor de voornaamste der zondaren” (hertaald als ”Genade in overvloed”) schrijft John Bunyan over het gewicht van de redding van onze ziel: „Ik zag oude mensen zo bezig met de dingen van dit leven, alsof zij hier altijd zouden blijven, en (…) belijders van de waarheid zeer ontsteld als zij uitwendige verliezen leden. „Heere”, zei ik, „wat maakt men toch veel drukte over zulke kleine zaken. Wat zoekt men toch naar vleselijke dingen en wat heeft men verdriet als men die verliest. Als zij daarvoor al zo veel tranen storten, wat moesten zij dan medelijden hebben met mij. Mijn ziel is stervende en zal verloren gaan. Was mijn ziel maar in goede staat en was ik daar maar zeker van! O, wat zou ik dan rijk zijn, al had ik hier niet meer dan brood en water! Dat zou ik dan een kleine verdrukking vinden en als een lichte last dragen.”

Bunyan ziet hier de tijdelijke verliezen als gering, in vergelijking met het welzijn van zijn ziel. Je zou het kunnen samenvatten met wat Paulus schrijft: „Maar dit zeg ik, broeders, dat de tijd voorts kort is; opdat ook die vrouwen hebben, zouden zijn als niet hebbende; en die wenen, als niet wenende; en die blijde zijn, als niet blijde zijnde; en die kopen, als niet bezittende” (1 Korinthe 7:29-30).

De gedaante van deze wereld gaat voorbij. We weten de eeuwige bestemming niet van onze kinderen die de kerk hebben verlaten, of van andere geliefden die niet in God willen geloven. Christen uit de ”Christenreis” wist niet dat zijn vrouw en kinderen later ook op dat smalle pad naar de hemel zouden lopen. Alleen God weet het. Het is een schone, maar door Gods genade geleerde kunst God God te laten en het eens te zijn met Zijn weg. Job antwoordde, nadat de Heere hem een indruk had gegeven van Zijn luisterrijke majesteit: „Ik weet dat Gij alles vermoogt en geen van Uw gedachten af­gesneden worden.” En: „Onderricht gij mij.” Zo kan en wil God soms onverwacht schenken waar we niet meer in geloofden of op hoopten.

Heimwee

Gods genade geeft een heimwee naar het toe­komende. Des te dichter we bij God leven, des te groter dat verlangen. U die gebukt gaat omdat uw kind(eren) de kerk verliet(en), of om andere geliefden die niet mee willen lopen op het smalle pad naar de hemel, u die zich verscheurd voelt om andere kruisen die God op uw weg heeft gelegd en allen die dit lezen: genade doet dagelijks uitzien naar die grote dag om ten volle te kunnen genieten van de beloften Gods in Christus. Dat geeft moed op reis naar de eeuwigheid, verlicht uw kruis, doet zien op Hem en geeft God de eer.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Generaties

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer