Opinie
Reformatieherdenking heeft wat ongemakkelijks

Kunnen we volstaan met de ”oecumene van het hart”?

Ds. A. A. F. van de Weg
28 October 2022 19:12
beeld RD
beeld RD

In deze en volgende week staan de nodige Reformatieherdenkingen in de agenda. Samenkomsten worden belegd en zo wordt de ”kleine oecumene” onderhouden. Er wordt gemediteerd, gezongen, gebeden. Toch hebben Reformatieherdenkingen wat ongemakkelijks. Dat ongemak raakt aan een gevoelige zenuw van de gereformeerde theologie: de leer van de kerk. Is die een zwakke plek in de gereformeerde dogmatiek? Het lijkt er wel op, getuige de schrijnende werkelijkheid van Gods ene kerk en onze vele kerken. Met een zekere souplesse zijn we in staat om gezamenlijke Reformatieherdenkingen te houden, meestal tot in de puntjes verzorgd. Maar daar blijft het dan ook bij. Doordeweeks komen we op een avond samen onder één dak, maar ’s zondags komt ieder weer in zijn eigen lokale denominatie.

Als dit de status quo is geworden, lijkt de Reformatieherdenking niet meer dan het jaarlijks een krans leggen bij een monument, en is ons samenkomen als een vijgenblad om de naaktheid van de kerkelijke verdeeldheid te bedekken. Dan zou zelfs een woord van Dietrich Bonhoeffer op zijn plaats kunnen zijn. Op Hervormingsdag 1932 zegt hij: „Laat de dode Luther toch eindelijk eens met rust en luister naar het Evangelie, lees de Bijbel, hoor Gods Woord.” Hij bekritiseert de kerk die met de nodige pathos en zelfverzekerdheid Hervormingsdag houdt, maar „de eerste werken” vergeet, namelijk God en de naaste liefhebben met een brandende liefde. Want als God werkelijk het middelpunt van de kerk was, zo vervolgt Bonhoeffer, dan zou het er iets anders uitzien in kerk en wereld. Hervormingsdag is „Gods grootste veldtocht tegen ons”. Want de kerk die slechts protesteert tegen secularisatie in de vorm van goddeloosheid en ontkerkelijking, katholicisme, onvrijheid van denken en geweten, en wat niet meer, is de kerk waartegen God protesteert. Ze heeft namelijk haar eerste liefde verlaten. Zo keert de erfenis van de Reformatie als een boemerang terug.

Nu kan kerkelijke eenheid louter in geestelijke termen geduid worden. Dan houden we het bij de ”oecumene van het hart”. Zo’n houding kan echter de kerkelijke verdeeldheid ook maskeren. Veelzeggend is dat onze Nederlandse Geloofsbelijdenis onderscheidt tussen ware en valse kerk, terwijl we vandaag zoveel moeite hebben om kleine verschillen in tradities te overbruggen. Veel denken en spreken over de kerk is sociologisch gekleurd, waardoor we zijn gaan onderscheiden tussen onzuivere, zuivere en meest zuivere kerken. We hebben daarom behoefte aan theologisch denken en spreken over de kerk. Dit mogen we niet beperken tot een eenmalig moment in het jaar, maar dit zou de kerkelijke agenda moeten bepalen. Reformeren is namelijk een werkwoord. De kritische vraag van de Reformatie aan ons adres is wat wij gedaan hebben met de boodschap dat de kerk de gemeenschap is van allen die de Heere Jezus hartelijk liefhebben. Hebben wij deze oerreformatorische notie echt bewaard (2 Timotheüs 1:14)?

Er ligt daarom een roeping om te zoeken naar uiterlijke eenheid. Dat klinkt groots, maar kan klein beginnen. In een lokaal convent van predikanten of kerkenraden die samen aan bronnenstudie gaan doen. We ontdekken dan dat het Luthers diepe verlangen was om de kerk van Rome te hervormen en niet om een eigen kerk te stichten. Ook ontdekken we dan dat de Reformatie een moment in de traditie van de kerk der eeuwen geweest is. Zo kan de Reformatieherdenking hierop een venster zijn. Deze gezamenlijke oriëntatie op onze wortels doet ons huiveren vanwege ons denken in denominaties.

Als we het zicht op onze afkomst verloren hebben, worden we op onszelf gericht. Verdieping in de wortels van onze gezamenlijke traditie doet ons beseffen dat wij op de schouders van het voorgeslacht staan. Dat kan ons genezen van ons provincialisme. Het is een onhebbelijkheid die in alle lagen van de maatschappij en helaas ook in de kerk voorkomt dat we onszelf opsluiten in een eigen domein, een eigen kerk, en ons behaaglijk voelen bij een eigen kerkkleur. Deze bekrompenheid is mijlenver verwijderd van het besef dat God in de eeuwen voor ons op veelkleurige wijze Zijn genade verheerlijkte in levens van zondaren, en van de belijdenis dat wij geloven in de heilige, algemene (katholieke) kerk der eeuwen. Wie weet wordt de Reformatieherdenking dan nog eens op zondag gehouden! Onder verantwoordelijkheid van diverse plaatselijke kerkenraden die ontdekt hebben dat de erfenis van de Reformatie hen meer verbindt dan ze voor waar hadden willen houden en durven hopen.

De auteur is predikant van de hersteld hervormde Victorkerk in Apeldoorn. In Weerwoord worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Weerwoord

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer