Kardinaal Eijk: Diepe crisis rond huwelijk en seksualiteit
Huwelijk en seksualiteit bevinden zich in een „diepe crisis” en daar wil kardinaal Wim Eijk iets aan doen. Als tegengif schreef hij een boek: ”De band van de liefde”.
Het aartsbisschoppelijk paleis aan de Utrechtse Maliebaan zit na de restauratie vorig jaar weer goed in de verf. Boven de roodbruine eikenhouten voordeuren hangt het wapen van Eijk: een groen schild met daarop de staf van Mozes met een slang. Het verwijst naar de verlossing door Christus, door een sterk geloof in Hem.
In het statige pand, in 1868 gebouwd als villa voor de directeur van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij, wonen en werken al meer dan 120 jaar de aartsbisschoppen van Utrecht. Binnen hangen hun portretten. Zoals van Joannes Zwijsen, onderwijspionier in de negentiende eeuw. ‘Oorlogskardinaal’ Johannes de Jong, die vorige maand postuum een Yad Vashem-onderscheiding kreeg voor zijn verzet tegen de Jodenvervolging.
Willem Jacobus kardinaal Eijk, de zeventigste aartsbisschop van Utrecht sinds Willibrord rond het jaar 700 het Evangelie naar de Lage Landen bracht, krijgt op zijn vroegst in 2028 een portret. Dan viert hij zijn 75e verjaardag, en dat betekent verplicht ontslag aanbieden aan de paus.
Eijk staat bekend als een daadkrachtig bestuurder, die de krimpende Rooms-Katholieke Kerk toekomstbestendig wil maken door parochies samen te voegen. Dat betekent wel dat er de komende jaren nog tientallen kerken hun deuren zullen moeten sluiten, tot verdriet en woede van sommige rooms-katholieken. Hij verwacht dat er bij zijn aftreden nog „twintig tot veertig” in het aartsbisdom Utrecht over zullen zijn.
Dr. Eijk, die ook geneeskunde studeerde, doceerde moraaltheologie aan het seminarie Rolduc en de theologische faculteit van Lugano in Zwitserland. Dat resulteerde in het boek ”De band van de liefde. Katholieke huwelijksmoraal en seksuele ethiek”.
Er is volgens u sprake van een „diepe crisis” rond huwelijksmoraal en seksualiteit. Waardoor komt dat?
„We leven in een tijd van secularisatie, van pijlsnelle geloofsafval, en vooral van heel veel verwarring op ethisch gebied, bijvoorbeeld rond huwelijksmoraal en seksualiteit. Ontkerkelijking en geloofsverlies leiden ertoe dat velen het huwelijk niet meer zien als een schepping van God, maar als een menselijke instelling, die je een eigen invulling mag geven. Huwelijksmoraal en seksuele ethiek zijn daardoor in een crisis geraakt.”
U ziet huwelijk en seksualiteit als een geloofskwestie. Waarom?
„Het huwelijk is, net als de mens, geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. God is in Zichzelf een gemeenschap van drie Personen, Die Zich totaal aan elkaar geven en elkaar in liefde ontvangen. Man en vrouw zijn in het huwelijk een twee-eenheid: ze vullen elkaar in lichamelijk opzicht aan en samen kunnen ze de voortplanting realiseren. Hun gemeenschap is een weerspiegeling van de gemeenschap van de drie Goddelijke Personen binnen de Drie-eenheid.”
Staat het huwelijk daarmee op één lijn met een fundamentele geloofswaarheid als de Drie-eenheid?
„Het huwelijk is een geschapen werkelijkheid, de Drie-eenheid niet. Daarmee staat het huwelijk niet op hetzelfde niveau. Het verschil tussen God en mens is oneindig. Maar, zoals de mens is geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, zo is ook het huwelijk geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. In die zin is het huwelijk wel degelijk een geloofskwestie.”
Luther heeft volgens u bijgedragen aan de secularisering van het huwelijk. Wat verwijt u hem precies?
„Nou, verwijt… Kijk, Luther zei dat het huwelijk geen sacrament is. De overheid werd verantwoordelijk voor de huwelijkssluiting. Ons standpunt is dat een huwelijk tussen gedoopten altijd een sacrament is. Gedoopte mensen sluiten hun huwelijk in Christus.
Luther en de Reformatie hebben bijgedragen aan de secularisatie door een scherpe scheiding te maken tussen de profane en de religieuze wereld, en dat betreur ik zeer. De Canadese filosoof Charles Taylor laat zien dat secularisatie niet zozeer een gevolg is van ontwikkelingen van de wetenschap, maar vooral van de Reformatie en de verlichte wetenschapsfilosofie. Sinds de jaren zestig nam de secularisatie een vlucht door de groei van de welvaart en de individualisering, die de welvaart met zich meebracht. De huidige individualistisch ingestelde mens bepaalt zijn eigen geloofsopvattingen en ethische waarden.”
De Rooms-Katholieke Kerk ziet het huwelijk als een sacrament dat genade zou bewerken. Komt die genade niet alleen via Christus?
„Voor ons zijn sacramenten zichtbare tekens die de genade bewerken. Deze genade komt uiteindelijk van Christus, omdat Hij die voor ons heeft verdiend door Zijn kruisdood en verrijzenis. Met Pinksteren heeft Hij de Heilige Geest uitgestort over de apostelen en de kerk. De Heilige Geest stelt de kerk in staat de sacramenten te vieren, waardoor Hij de genade in ons bewerkt. Mensen hebben overigens geloof nodig om die genade te ontvangen. In andere woorden: sacramenten veronderstellen geloof en op hun beurt verdiepen ze dat geloof.”
De gendertheorie maakt het volgens u heel moeilijk om het christelijk geloof te verkondigen. Waarom?
„De essentie van de gendertheorie is dat je de rol van man en vrouw totaal kunt losmaken van de biologische seksualiteit. Iemand kan kiezen homoseksueel, heteroseksueel, non-binair, transseksueel of transgender te zijn. Nog erger, in zekere zin, is de queertheorie, die ervan uitgaat dat er geen duidelijke categorieën bestaan.
Het gevolg van dit alles is dat begrippen als vader, moeder, zoon en dochter ook gaan vervagen. En wij verkondigen een God Die Zich openbaart als de Vader, Wiens Zoon voor ons mens is geworden. Maria is overschaduwd door de Heilige Geest en zodanig is ze als maagd moeder geworden van de Zoon. Al die terminologie wordt steeds moeilijker te bevatten als de grenzen tussen man en vrouw vervagen en verdampen.”
De Rooms-Katholieke Kerk zag vroeger voortplanting als doel van het huwelijk. Nu ligt het accent meer op de wederzijdse steun tussen man en vrouw. Is daarmee de kerkleer veranderd?
„De kerk zegt niet meer dat voortplanting het doel van het huwelijk is. Voortplanting, het doorgeven van het leven, zit al in de wederzijdse zelfgave van man en vrouw.
De kerkleer verandert niet. We kunnen wel in de loop der eeuwen sommige aspecten van de leer beter leren begrijpen. Want de Geest werkt nog steeds in de kerk, ook al ziet de huidige toestand waarin de kerk verkeert er –puur menselijk gezien– in deze tijd niet zo rooskleurig uit.”
Contraceptie –het gebruik van voorbehoedsmiddelen om zwangerschap te voorkomen– is „formeel moord”, stelt u. Waarom?
„Het is een van de argumenten die moraaltheologen en canonisten gebruiken om te laten zien dat anticonceptie een moreel kwaad is. Want daarmee voorkom je als het ware het leven van kinderen die je had kunnen verwekken. Hierbij is overigens geen sprake van materiële moord: je vermoordt immers niemand.
Je zou dat argument kunnen gebruiken, maar zelf redeneer ik meer vanuit de theologie van het lichaam, zoals paus Johannes Paulus II die vanaf 1980 heeft ontwikkeld. Daarin gaat het vooral over het huwelijk als een wederzijdse totale gave.”
Is het celibaat, de bewuste keuze ongehuwd te blijven, een hogere vorm van het huwelijk?
„Vroeger werd vaak gedacht dat het celibaat van de priester of de religieuze een hogere levensstaat dan het huwelijk was. Het huwelijk was voor gewone mensen. Daar wordt sinds het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren zestig anders over gedacht. Je kunt niet zeggen dat de ene staat hoger is dan de andere; ze vullen elkaar aan. Tezamen drukken ze de relatie tussen Christus en Zijn kerk uit: een totale, wederzijdse zelfgave – al ontbreekt die natuurlijk nogal eens van onze kant.”
Een verplicht celibaat voor geestelijken is volgens protestanten niet Bijbels.
„Ik spreek nooit van een celibaatsverplichting. Je kiest er zelf voor. Wat is het belang van het celibaat voor een priester? Er wordt weleens gezegd: dan is hij beter beschikbaar. Dat is ook zo, maar de primaire betekenis van het celibaat ligt in de zogenoemde tekenwaarde ervan. Door de gekozen celibataire levensstaat herinner je anderen aan het feit dat onze eigenlijke bestemming in het Koninkrijk Gods ligt, waar niet gehuwd wordt, zoals in Lukas 20 staat. Ik vrees dat weinig katholieken zich daar in deze tijd bewust van zijn.”
U noemt homoseksualiteit „tegennatuurlijk” en een „moreel kwaad.” Hoe kijkt u aan tegen het recente besluit van de Vlaamse bisschoppen om homorelaties te zegenen?
„Een zegening is een gebed dat een geestelijke vrucht bewerkt en raakt daardoor aan het sacrament. De Vlaamse bisschoppen geven bovendien een liturgisch model voor die zegening, waarin een homoseksueel paar belooft elkaar voor altijd trouw te zijn. Daarmee effen je het pad van het homohuwelijk.
Bij een zegening moet niet alleen de intentie goed zijn, maar ook wat je zegent. Een moreel kwade handeling kun je niet zegenen. De zon van Gods genade schijnt niet op het pad van de zonde.
Het springende punt van een homoseksuele relatie is dat het niet een teken kan zijn van een volledige, totale zelfgave, waaronder ook voortplanting valt. En dat is hierbij onmogelijk. Trouwens, als je homoseksuele paren met een duurzame relatie gaat zegenen, waarom zou je dan ook geen heteroseksuele paren die samenwonen zegenen?
Huwelijk en seksualiteit vormen samen een hecht bouwwerk: als je aan de ene kant rommelt, verandert er ook iets aan de andere kant.”
Waar moet pastoraat aan homoseksuelen op gericht zijn?
„De kerk is geroepen Christus en de waarheid te verkondigen. Dat moeten we doen met tact, respect en empathie. Homoseksuelen moeten zich welkom bij ons weten. We mogen hen niet veroordelend tegemoet treden; alleen God oordeelt. Wat wij mogen doen, is deze mensen helpen een weg te vinden in hun homoseksuele oriëntatie, zodat ze kunnen leven overeenkomstig de leer van de kerk.”
Wat adviseert u mensen die worstelen met seksualiteit?
„Om de deugd van de kuisheid te ontwikkelen. Daar wordt weleens wat lacherig over gedaan, maar dat is niet terecht. Kuisheid perkt de vrijheid niet in, maar geeft de innerlijke vrijheid om moeilijke keuzes in het leven te maken, bijvoorbeeld op het vlak van seksuele onthouding. Je ontwikkelt deze kuisheid door er moeite voor te doen. Katholieken zeggen dan: je moet meewerken met de genade die God geeft.
Neem masturbatie. De kerk houdt jongeren voor dat zelfbevrediging niet past bij Gods scheppingsplan. Dat leren ze met vallen en opstaan. Daar maken we als katholieken niet zo’n probleem van, want door de biecht is het altijd mogelijk om vergeving te ontvangen en in de eucharistie geeft de Heer ons de kracht om volgens Gods geboden te leven. De ontwikkeling van kuisheid kan voor ons echter wel een zware strijd zijn.”
Ervaart u dat persoonlijk ook zo?
„We zijn allemaal mens en ook ik heb met kuisheid geworsteld, zeker toen ik jong was. Toen ik in de eerste klas van de lagere school zat en me voorbereidde op de eerste communie, begon langzaam het verlangen te rijpen om priester te worden. Dat verlangen naar het priesterschap is altijd gebleven. Op de middelbare school waren er nogal wat paters die uittraden, maar wel leraar bleven. Ik vroeg mezelf af: als zij het celibaat niet kunnen opbrengen, ik dan wel? Daarom ben ik eerst geneeskunde gaan studeren, waar ik overigens nu nog profijt van heb, ook bij het schrijven over medische-ethische vraagstukken.
Later leerde ik dat het celibaat ook een geschenk van God is. Je wordt nooit boven je krachten beproefd. Als God iets van je vraagt, geeft Hij ook de kracht om iets op te brengen. Als de kuisheid eenmaal is ontwikkeld, is er geen beheersing meer nodig; dan hebben we het beheer over onze seksuele instincten en impulsen.”
De traditionele visie op huwelijk en seksualiteit ligt in de samenleving onder vuur. Mensen zitten vast niet op uw boek te wachten.
„Dat verwacht ik eigenlijk ook niet. Mijn boek gaat in onze samenleving niet veel instemming oogsten. Het gaat mij om het getuigen van het christelijk geloof: daartoe ben ik geroepen, dat is de opdracht die mij als bisschop door God is gegeven. En dat geldt ook voor huwelijksmoraal en seksualiteit. Mensen hebben er recht op te weten wat God van hen verwacht, wat de scheppingsordening is en welke waarden en normen daaruit voortvloeien. En als ik daardoor tegenspraak krijg? Daar trek ik me niet zo heel veel meer van aan.
Toen ik pas bisschop van Groningen was, in 1999, kreeg ik ook veel over me heen. Mijn collegedictaten over moraaltheologie lekten uit. Toen stonden er bij wijze van spreken draaiende camera’s voor het bisschopshuis in Groningen. Ik heb die situatie als intimiderend ervaren. Maar nu ben ik bijna 23 jaar bisschop – dit soort kritiek doet me eerlijk gezegd niet veel meer.”
Zou u met behoudende protestanten kunnen optrekken om een Bijbelse visie op huwelijk en seksualiteit in een seculiere samenleving te promoten?
„Tot op zekere hoogte wel. Dat gebeurt in politiek opzicht al vanaf het einde van de negentiende eeuw, toen de protestantse voorman Abraham Kuyper en de priester Herman Schaepman tegenover socialisten en liberalen de christelijke waarden in de maatschappij overeind probeerden te houden. Lange tijd is dat met succes gebeurd.
Samenwerking op politiek gebied is nog steeds zeer wenselijk. Met welke partij? Het CDA is niet bepaald duidelijk in zijn christelijke stellingnames. Dan blijven de ChristenUnie en de SGP over. Ik denk niet dat veel katholieken op de SGP stemmen, maar wel op de ChristenUnie. Ik geef overigens geen stemadvies. Dit zijn feiten die iedereen weet.
Ook buiten de politiek is samenwerking mogelijk, al zal die naar mijn inschatting kleinschalig blijven. In organisaties en stichtingen die zich bijvoorbeeld inzetten om duidelijk te maken dat het genderdenken niet verenigbaar is met de christelijke moraal, zou je de krachten kunnen bundelen, om samen een vuist te maken.
Maar samenwerking tussen katholieken en protestanten kent ook beperkingen. De orthodoxe protestantse theologie gaat er vanuit dat de menselijke natuur verdorven is. Zoals in de Heidelbergse Catechismus staat: de mens is uit zichzelf tot niets goeds in staat. Dat zou een katholiek nooit zo zeggen. Onze natuur is niet verdorven, maar verwond. Onze wil is wel verzwakt, maar dat betekent niet dat we tot niets goeds is staat zijn, al kun je jezelf niet verlossen en tot de eeuwige Vader terugkeren. Daar heb je Christus voor nodig. Wie de menselijke natuur als volledig verdorven ziet, zal minder geneigd zijn in het menselijk huwelijk een weerspiegeling van de gemeenschap van de Goddelijke Personen in de Drie-Eenheid te zien.”
Gaat uw boek helpen? U zet laag in door over een „bescheiden verwachting” te spreken.
„Dit jaar gaat de geschiedenisboeken in omdat Nederland voor het eerst meer atheïsten en agnosten dan gelovigen telt. Naar schatting zijn er nog 3,7 miljoen katholieken, maar van hen komt nog maar zo’n 2,5 procent wekelijks in de kerk.
Bescheiden verwachting betekent niet dat ik wanhopig ben. Als je ziet dat jonge katholieken over het algemeen orthodoxer zijn dan ouderen, dan geeft dat moed. Zij zijn de toekomst. De kwantiteit van de kerk is geringer geworden, maar de kwaliteit stijgt.
Ik hoop dat christenen een kleine, creatieve minderheid zullen zijn en een verandering in de cultuur kunnen teweegbrengen. Eén ding staat vast: de huidige, individualistische cultuur zal niet altijd blijven bestaan. Voor u zit geen desperate kardinaal.”
De band van de liefde. Katholieke huwelijksmoraal en seksuele ethiek, Willem Jacobus kardinaal Eijk, uitg. KokBoekencentrum; 416 blz.; € 32,50