Export landbouwproducten uit Oekraïne komt op gang
Een trein met 1200 ton maïs uit Oekraïne arriveerde dinsdag in Noord-Duitsland. Het eerste graanschip naar Afrika sinds de Russische invasie arriveert naar verwachting 31 augustus in de Ethiopische havenstad Djibouti. De export van landbouwgoederen uit de graanschuur van Europa komt langzaam weer op gang. Vier vragen.
Welke landbouwproducten exporteert Oekraïne?
Het land wordt ook wel de graanschuur van Europa genoemd, al er zijn twee exportproducten die voor de oorlog meer geld in het laatje brachten. In 2020 leverden zaadoliën (vooral zonnebloemolie) 5,32 miljard dollar (5,33 miljard euro) op. In dat jaar ging er voor 4,89 miljard dollar aan mais het land uit, terwijl de geëxporteerde hoeveelheid tarwe 4,61 miljard dollar opbracht. Andere belangrijke landbouwexportproducten uit Oekraïne zijn sojabonen, koolzaad, gerst en gedroogde peulvruchten.
Waar gaan die producten naartoe?
Zaadoliën gaan vooral naar India (27 procent) en China (18 procent) en Nederland (10 procent). Nederland importeerde in 2021 voor 641 miljoen euro aan ruwe zonnebloemolie uit het buitenland, 84 procent daarvan kwam uit Oekraïne. Maar slechts 15 procent daarvan blijft achter in Nederland. De rest wordt verhandeld naar het buitenland. Direct als onbewerkt product of indirect als product na verwerking in Nederland. Datzelfde principe geldt voor de geïmporteerde maïs. Een tiende van de in Oekraïne geoogste mais gaat naar Nederland. Het wordt hier vooral verwerkt in veevoer. Voor eigen gebruik, maar ook als exportproduct.
Oekraïense mais gaat verder vooral naar China (28 procent) en Egypte (10 procent). Qua continenten gaan de goudgele korrels naar Azië (ter waarde van 2,4 miljard dollar), daarna komt Europa met 1,6 miljard dollar en op plek nummer drie staat Afrika met 0,86 miljard dollar. Maïs is in Afrika een belangrijk voedselgewas.
Dat is graan ook. Afrika importeert meer dan twee keer zoveel tarwe (1,9 miljard dollar) uit Oekraïne dan maïs. Belangrijke importlanden zijn Egypte, Libanon, Marokko en Tunesië. Toch overstijgt ook hier Azië met een totale invoerwaarde van 2,5 miljard dollar het Afrikaanse continent. Belangrijkste importlanden zijn Indonesië, Pakistan en Bangladesh.
Welke gevolgen had de oorlog in Oekraïne voor de export?
De oorlog in Oekraïne heeft het gebruikelijke transport van landbouwproducten per schip over de Zwarte Zee maandenlang onmogelijk gemaakt. Eind juli is er een internationale graandeal gesloten door Oekraïne, Rusland, Turkije en de VN. Afgesproken is dat de schepen een afgesproken veilige vaarroute volgen en dat de lading in Istanbul wordt gecontroleerd. Inmiddels zijn er zo’n dertig à veertig vrachtschepen uit Oekraïense havens uitgevaren.
Is er genoeg tarwe in de wereld om alle monden te voeden?
In principe wel, maar het ligt niet op de goede plek. De graansilo’s in Oekraïne stromen bij wijze van spreken over, terwijl er vele in Afrika leegstaan. De Afrikaanse landen zitten met smart te wachten op het volledige herstel van de scheepvaart vanuit Oekraïne. Dat land is weliswaar bij lange na niet de grootste tarweproducent ter wereld, maar wel een belangrijke leverancier van het goedkopere en dus betaalbare graan.
Landen als Turkije, Egypte, Pakistan, Soedan en Tunesië kunnen zelf amper tarwe produceren door de te korte en te droge groeiseizoenen. In landen als Tanzania, Kenia en Ethiopië zijn de omstandigheden wel gunstiger, maar zo’n vruchtbare bodem als in Oekraïne hebben ze zeker niet. Ook missen de Afrikaanse landen benodigdheden zoals goedkope kunstmest en hoog gemechaniseerde productietechnieken.
Ondertussen luiden hulporganisaties zoals Oxfam Novib de noodklok over de honger die tientallen miljoenen mensen lijden in landen zoals Ethiopië, Somalië en Jemen. De haperende graanstroom uit Oekraïne is zeker niet de enige oorzaak. Ook zaken zoals droogte en regionale conflicten spelen een rol.