Koude soep is in de Nederlandse keuken nooit echt doorgebroken. Onder het motto ”wat goed is voor de warmte is ook goed voor de kou” eten we in alle seizoenen bouillon met vulling waar de damp vanaf slaat. Als we al soep eten.
In landen waar het in de zomer veel warmer wordt en de hitte ook langer aanhoudt, heeft koude soep soms wel een vaste plaats op het menu. Denk aan Spaanse gazpacho, op basis van gepureerde tomaten en komkommers. Lekker fris, maar ook kruidig en pittig door peper en specerijen.
Voor deze zomerse serie dacht ik eerst gazpacho te maken. Maar toen stuitte ik op een populair gerecht uit Litouwen. In deze Baltische staat heerst bepaald geen mediterraan klimaat, maar men eet er blijkbaar toch graag gekoelde, gepureerde soep. Een soort aangetrouwd nichtje van gazpacho, met als belangrijkste ingrediënt rode bieten.
Het is een eenvoudig recept –er zitten veel minder ingrediënten in dan in gazpacho– met een verrassend en friszuur smakend eindresultaat. Desgewenst kan deze soep ook zonder dat er een warmtebron aan te pas komt worden gemaakt. Bij zo ongeveer elke groenteman en supermarkt zijn wel vacuüm verpakte gekookte bietjes verkrijgbaar. Ideaal als de mussen door de hitte van het dak vallen.
