Turkije heeft slim onderhandeld
Turkije komt bij de Europese Unie. Een succes, zo zeiden premier Balkenende en minister Bot. Maar is dat wel zo? vraag dr. László Marácz
zich af. De onderhandelingen waren slap en of Turkije zich in het straatje van de EU zal voegen, is nog maar afwachten. Het VPRO-programma Tegenlicht bood dit weekend een kijkje achter de schermen van het Nederlandse EU-voorzitterschap. Centraal tijdens dit voorzitterschap stond de Turkse toetreding tot de Europese Unie. De hoofdpersoon in de reportage, de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, sprak op een zelfgenoegzame toon over het bereikte resultaat tijdens de top in Brussel. Premier Balkende had direct na de top al termen als ”historisch akkoord” in de mond genomen. Maar is dat wel zo?
Minister Bot gaf toe een inschattingsfout gemaakt te hebben. Hij had niet verwacht dat de Turken het aanbod van de EU zonder tegenwerking zouden accepteren. Het blijft echter hoogst merkwaardig dat minister Bot, oud-ambassadeur voor Nederland in Ankara en Turkije-kenner, zo’n „inschattingsfout” heeft gemaakt, waardoor de start van de onderhandelingen over de Turkse toetreding bijna nog op losse schroeven kwam te staan. Zeker als je bedenkt -en dit toonden de beelden in Tegenlicht- dat Bot zijn Turkse ambtsgenoot Gül zeer frequent heeft gesproken in het afgelopen halfjaar. Waar gingen dan die consultaties over? vraag je je af.
Hoog spel
De Turken hebben geen inschattingsfout gemaakt. Zij hebben goed begrepen dat de EU Turkije graag wil hebben en dat zij dus hoog spel konden spelen. Dat hebben de Turken gedaan en de eerlijkheid gebied te zeggen dat minister Bot het hun niet zo moeilijk heeft gemaakt. Bot had zijn onderhandelingspositie danig verzwakt vanwege zijn pleidooien voor „fair play” in de Turkije-kwestie van de kant van de EU.
De fair play waar Bot over sprak mag niet betrokken worden op de veertig jaar dat Turkije aan het lijntje is gehouden. Turkije was volgens de Nederlandse minister al in 1963 het lidmaatschap beloofd. Bot ging er voor het gemak aan voorbij dat in 1963 de EU nog niet bestond, althans niet in deze vorm. Er waren toen nog maar zes landen lid en de Europese Gemeenschap was geen politieke unie maar een economisch samenwerkingsverband.
Uit dit alles blijkt dat Turkije in Brussel een klinkende overwinning heeft behaald. Turkije heeft een optimaal onderhandelingsresultaat bereikt zonder dat het op wezenlijke punten concessies heeft moeten doen. De Turken hebben de EU zelfs tot een novum gedwongen in het internationale staatsrecht. Turkije hoeft voorlopig de EU-lidstaat Cyprus, het eiland dat voor een deel door Turkije bezet wordt gehouden, niet direct maar slechts indirect te erkennen. Bot was vol vertrouwen dat de Turken tot 3 oktober 2005, de beoogde startdatum van de onderhandelingen, Cyprus ook formeel zullen erkennen. Zal de inschatting van Bot dit keer wel de juiste blijken te zijn?
Zin
Turkije heeft op de top in Brussel geleerd dat het op elk punt zijn zin krijgt als het dreigt met het staken van de onderhandelingen. Verder gaf Bot in Buitenhof toe dat de EU de toetredingscriteria in geval van de Oost-Europese landen te soepel heeft toegepast. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat de EU de eigen toetredingscriteria ondergeschikt maakt aan hogere belangen en dat de Turken dit ook weten. Dit belooft weinig goeds voor de toekomstige onderhandelingen met Turkije.
Waarom de EU Turkije zo graag wil hebben heeft Bot in 75 minuten televisie eigenlijk niet echt duidelijk gemaakt. Bot liet zich kennen als een fervent aanhanger van de maakbaarheidsfilosofie. Het zal met de mensenrechten over tien jaar wel beter gaan in Turkije, rekende hij voor. Ook had het probleem Turkije te maken met de perceptie van de Europeanen. We moeten eraan wennen dat Turkije lid wordt en bovendien zullen de mensen het fijn vinden om in Turkije op vakantie te gaan.
Bizar was dat Turkije-vriend Bot zelf in de Turkse politieke leiding geen echte democratische partners ziet. Bot noemde de Turkse premier Erdogan, die de afgelopen weken in de media is neergezet als een westers georiënteerde democraat met managerskwaliteiten, een „echte pasja”, die zijn hofhouding via hoofdknikjes instrueert. De verschillen in politieke cultuur konden niet beter worden gekarakteriseerd, en dat deed Bot nota bene zelf.
De Turken konden volgens Bot niet met lege handen naar huis worden gestuurd omdat dat een enorme weerslag zou hebben op Azië en op de moslimwereld. Premier Erdogan zelf moest uit de wind gehouden worden vanwege zijn nationalistische electoraat.
Bot zei weinig over Europa, maar zal Europa geen weerslag ondervinden van deze beslissing om een groot, arm land met een defecte democratie en een andere cultuur toe te laten tot de waarde- en normengemeenschap waar het bij lange na niet aan voldoet?
Geostrategisch
En dat alles vanwege de geostrategische ligging van Turkije. Dat was eigenlijk het enige serieuze argument dat Bot in 75 minuten televisie naar voren wist te brengen. Turkije grenst aan instabiele regio’s als de Kaukasus en het Midden-Oosten met de dreiging van de fundamentalistische islam, die met behulp van het ingekapselde Turkije gestabiliseerd kunnen worden, luidt de argumentatie.
Ook dit blijft moeilijk, want niemand weet of de Turkse buitengrenzen van de EU tegen deze instabiliteit bestand zullen blijken. Moeten er dan niet nog meer buurlanden van Turkije worden geïntegreerd in de EU om deze regio’s echt te stabiliseren? Maar is het resultaat dan niet een Europese en Klein-Aziatische Unie in plaats van een Europese Unie?
Het EU-scenario lijkt veel op dat van de ”appeasement”-politiek van de Britse premier Chamberlain, die in 1938 op de top in München Hitler te kennen gaf dat hij in Oost-Europa zijn gang mocht gaan. De invloedrijke Amerikaanse politicoloog Carroll Quigley heeft erop gewezen dat de groep rond premier Chamberlain bereid was om de westerse waarden in Oost-Europa op te offeren omdat zij in nazi-Duitsland de ideale dam zagen tegen expansie van de Sovjet-Unie, die als een gevaar voor het Westen werd gezien.
Bot moet nagegeven worden dat hij het diplomatieke spel meesterlijk speelt. Als het straks met Turkije in de EU mis zal gaan -en Bot zei zelf dat die kans groot is- dan zal niet minister Bot maar premier Balkenende de geschiedenis ingaan als de Chamberlain van de 21e eeuw. Bot bleef namelijk in Buitenhof maar herhalen dat de top in Brussel en de uitkomsten ervan voor het allergrootste deel op conto van premier Balkenende geschreven moeten worden en niet op dat van iemand anders.
De auteur is docent Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam.