Column: Een minder aantrekkelijk verhaal
Het was maar een klein berichtje in een linkerbovenhoek van deze krant, maar het loog er niet om: klimaatwetenschappers lieten weten dat het niet gaat lukken om de opwarming van de aarde onder de kritieke grens van twee graden te houden.
Nu is die grens natuurlijk niet voor niets kritiek. Het verbaasde me daarom een beetje dat dit niet het gesprek van de dag werd. Dat mensen niet ontdaan rondliepen en elkaar verslagen het slechte nieuws toefluisterden, zoals de Hagenaren dat deden in de tijd van Louis Couperus: „Eline Vere is dood.” Dat er geen protesten georganiseerd werden. Tegelijk verbaasde het me helemaal niet, want wij mensen houden niet van ingewikkelde problemen. En al helemaal niet van complexe problemen. Daar kijken we liever van weg.
Psychologisch gezien zitten we zo in elkaar dat we bewust of onbewust onplezierige dingen graag vermijden. We gaan bij voorkeur voor positieve emoties en geluksgevoelens op de korte termijn en kiezen voor gedrag dat daarbij past. Dus toch die sigaret of de zak chips om de opluchting te voelen dat stress en onrust (voor even) minder worden, ook al kan het schuldgevoel later vervelend knagen.
Verder heeft ons brein het liefst informatie die past bij wat we toch al vinden. Onze eigen mening herzien of onze referentiekaders veranderen doen we niet graag. Dan passen we liever de informatie aan die naar ons toekomt en labelen we die bijvoorbeeld als niet zo belangrijk of als iets wat ons niet aangaat. Of we simplificeren en gaan denken in eenvoudige oorzaak-gevolg-relaties.
De neiging om eendimensionaal te denken, is er ook bij mentale problemen. „Wat moet ik anders doen, zodat ik me beter ga voelen?” vraagt iemand met een complexe problematiek. „Wij hebben het vast fout gedaan, anders had ons kind deze problemen niet”, verwijten ouders zichzelf. Terwijl we weten dat bij psychische problematiek een veelheid aan factoren speelt. Denk aan opvoeding en hechting, genetische factoren, persoonlijkheidskenmerken, lichamelijke gezondheid, vaardigheden om met emoties om te gaan, gebeurtenissen, sociale relaties, sociaal-economische positie, maatschappelijk steunsysteem, geloof en levensovertuiging.
Als het even kan, vermijden we denken in termen van complexiteit. Individueel en als samenleving. Enny Das, hoogleraar communicatie aan de Radboud Universiteit, zei het laatst in NRC zo: „We zijn als samenleving heel weinig tolerant naar complexiteit en onzekerheid. We willen een simpele oplossing (…). Bij Covid? Meer bedden op de IC! Wachtlijst? Meer artsen erbij! (…) Complexiteit is misschien een minder aantrekkelijk verhaal, maar dat is wel waar ik in geloof.”
Complexiteit is inderdaad niet aantrekkelijk. Want dat betekent dat het allemaal niet zo maakbaar is, dat je moet dealen met weerbarstigheid. Dat er geen simpele oplossingen zijn. Dat er niet één knop is om aan te draaien en je krijgt de gewenste uitkomst. Complexiteit kan een gevoel van grip en controle hebben in de weg staan. Het complexe verhaal betekent dat je moet leren verdragen, dat er uithoudingsvermogen gevraagd wordt, dat je je moet aanpassen.
Misschien zijn we hier ook wel een kritieke grens over. Misschien is onze zelfgerichtheid –mede (!) door de secularisatie, de toegenomen welvaart en het politiek- maatschappelijke klimaat (ja, ook hier complexiteit)– zo groot geworden, dat het niet goed meer lukt om te verdragen, uit te houden en aan te passen. Of toch niet?
Een kritieke grens betekent dat je niet meer terug kunt. Dat is hier niet het geval. Als het gaat om een te grote gerichtheid op jezelf en je eigen comfort, geloof ik wel degelijk in mogelijkheden tot verandering. Dat gaat niet vanzelf. Maar je kunt het leren om je meer te richten op anderen, inclusief de generaties na je. Om oog te hebben voor het complexe verhaal. Daar hebben we elkaar voor nodig. Laten we om te beginnen elkaar bewust maken van simplificaties en een- dimensionaal redeneren. Aan elkaar vragen wat er nog meer een rol speelt. Samen het complexe verhaal vertellen. En tegelijk binnen die complexiteit doen wat ons te doen staat, op de vierkante meter die ons is toevertrouwd als deel van het grote geheel. Niet altijd aantrekkelijk, wel beter.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.