Wie koopt er nog een camera?
Op zoek naar een kabeltje kom ik in een la mijn digitale camera tegen. Het toestel gaat probleemloos aan. De laatst geschoten foto is een zonnig vakantiekiekje van drie jaar geleden.
Bijna tien jaar terug kocht ik de Olympus XZ-1. Een compactcamera met 10 megapixel en 3x optische zoom. „Voor de veeleisende hobbyist en de professional die op zoek is naar een tweede camera”, luidde de aanbeveling.
Die omschrijving gebruik ik om mijn fototoestel, dat inmiddels niet meer leverbaar is, aan te prijzen op Marktplaats. De tweede accu en het tasje krijgt de koper er gratis bij. Binnen een paar dagen is de koop rond. Annette is er blij mee, en beoordeelt me met vijf sterren na de deal. Ze wil er een waterdichte behuizing bij kopen, om onder water foto’s te maken tijdens het duiken.
Toch doet het een beetje pijn. Dertig euro krijgen voor een camera waar ik ooit zo trots op was. Dat is maar tien procent van de oorspronkelijke prijs. En toch ben ik ook tevreden. Want eerlijk gezegd had ik niet verwacht dat iemand nog een compactcamera zou willen hebben. De smartphones van tegenwoordig maken toch minstens zulke mooie foto’s?
Wel of geen lens
Fotograferen met een telefoon heeft een aantal voordelen ten opzichte van een compactcamera. De telefoon past makkelijk in je zak en je hebt hem altijd bij je. De kwaliteit van de foto’s gemaakt met de nieuwste smartphones is goed, ze kunnen desgewenst prima worden afgedrukt.
Een gemaakte foto even snel bewerken en plaatsen op sociale media of doorsturen naar familie is binnen een minuut gepiept. Dat is met een fotocamera wel een ander verhaal. Eerst op zoek naar het juiste kabeltje om hem aan te sluiten op de laptop of handmatig versturen naar je telefoon, als die functie erop zit. Daarna overzetten en bewerken. Trek daar maar wat tijd voor uit.
Via diverse bewerkingsprogramma’s op de smartphone is het eenvoudig om een foto te verfraaien. Bekende apps zijn Snapseed of Lightroom. Maar ook zit er standaard op de telefoon al een mogelijkheid om de foto’s bij te snijden, lichter te maken en van wat meer kleur of een filtertje te voorzien.
Een belangrijk nadeel van fotograferen met je smartphone is de beperkte mogelijkheid om dichterbij te halen wat je vast wilt leggen. Het gaat je echt niet lukken om ongemerkt een Fransman met alpinopet vast te leggen die jeu de boules speelt. Omdat een telefoon, uitzonderingen daargelaten, daarvoor geen lens heeft. Bij inzoomen holt de kwaliteit achteruit. Om de Fransoos een beetje leuk op de foto te krijgen zul je recht voor z’n neus moeten gaan staan.
Ook is het lastig om bewegende objecten vast te leggen met een telefoon. Een driftig spartelende baby bijvoorbeeld. Dat gaat dankzij de kortere sluitertijd met een camera beter. Bij weinig licht wint de camera het ook van de smartphone. Dit komt door de grotere beeldsensor.
Daarnaast heeft de wat uitgebreidere compactcamera meer instelmogelijkheden. Denk aan diafragma, sluitertijd en ISO. Al is het wel de vraag of iemand die kiest voor een compacte camera deze mogelijkheden benut. Iemand die meer uit de camera wil halen, zal eerder voor professionelere apparatuur kiezen. Denk dan aan een systeemcamera of spiegelreflex. Bij beide is het ook mogelijk om lenzen te wisselen.
Gelopen race
Ook al heeft de kleine camera nog een aantal voordelen ten opzichte van de telefoon, verkocht worden ze nog maar nauwelijks. Fabrikanten richten zich inmiddels volledig op de meer professionele camera. De verkoopcijfers voor compactcamera’s gaan rap richting nul.
Fabrikanten zien niets meer in de kleine camera’s. Canon denkt dat er de komende jaren vooral markt is voor professionelere toestellen. Sony ziet het heel wat somberder in, en voorspelt dat zelfs spiegelreflexcamera’s over een aantal jaar ingehaald worden door smartphones. „De grotere sensoren in smartphones en kunstmatige intelligentie zullen hierbij een grote rol spelen.”
Dat de ontwikkelingen inderdaad razendsnel gaan, blijkt wel uit een rondgang langs de nieuwste smartphones. Vrij nieuwe modellen met geweldige fotokwaliteiten zijn bijvoorbeeld de Galaxy S22 Ultra van Samsung of de iPhone 13 Pro van Apple. Voor de prijs van vijf compactcamera’s koop je een toestel dat de handzame camera’s overtreft.
Ook al past er in een telefoon geen lens om mee te zoomen, daar is iets op gevonden. Door verschillende camera’s te combineren is optische zoom toch mogelijk. Zelfs tien keer zoom valt er te bereiken, waardoor compactcamera’s het nakijken hebben. Dankzij een 12 megapixel hoofdcamera levert dit nog steeds scherpe platen op.
Verder beschikken deze toestellen over een macrolens om details vast te leggen en een ultra groothoeklens om de Eiffeltoren van dichtbij helemaal op de foto te krijgen. Nog meer technische hoogstandjes? Optische en digitale beeldstabilisatie om bewogen foto’s te voorkomen is tegenwoordig de standaard. Een enorme beeldsensor maakt het compleet.
Wie deze specificaties op zich laat inwerken, en bedenkt dat de ontwikkelingen razendsnel gaan, vraagt zich inderdaad af wie er nog een compactcamera koopt. Wellicht om onder water te fotograferen. Maar verder?
Het valt voor de makers van spiegelreflexcamera’s te vrezen dat ze, zoals Sony denkt, binnen een paar jaar ingehaald worden door de Galaxy en de iPhone. Voor mij is het duidelijk. Een nieuwe camera ga ik niet kopen. Nu maar hopen dat mijn werkgever me binnenkort een iPhone 13 Pro cadeau wil doen.