„Pollenseizoen langer dan vroeger door klimaatverandering”
Door de klimaatverandering strekt het pollenseizoen zich tegenwoordig over een langere periode van het jaar uit dan vroeger.
Dat stelt bioloog dr. ir. Arnold van Vliet van Wageningen University. „Het pollenseizoen begint nu al rond Kerst. Door de warme winters komen dan de eerste hazelaars en elzen al in bloei. Pakweg vijftig jaar geleden bloeiden de meeste hazelaars pas vanaf halverwege februari. De bloeitijd is dus echt naar voren geschoven.” Ook zijn er volgens de bioloog de afgelopen jaren zuidelijkere elzensoorten aangeplant die vroeg in het jaar bloeien.
Het pollenseizoen begint niet alleen eerder, maar eindigt ook later. Van Vliet: „We zien de herfst later beginnen en later eindigen. Dat betekent dat plantensoorten als grassen langer af en toe in bloei komen. Ook komen er nieuwe soorten bij, zoals alsemambrosia, die laat in het jaar bloeien: in de loop van augustus, september en oktober.”
Mei en juni vormen de piekperiode van bloeiende grassen, waarin ze het meeste stuifmeel produceren. Vanaf begin juli raken de meeste grassen uitgebloeid, hoewel een deel van de soorten tot in september stuifmeel aanmaakt.
Niet alleen de periode van het jaar, ook de actuele weersomstandigheden beïnvloeden de concentratie pollen in de lucht, zegt Van Vliet. „Bij droog, zonnig en winderig weer is de concentratie het hoogst. Door de wind wervelt pollen op. Deeltjes die neerslaan, kunnen weer opwaaien.”
Ozon
Hogere temperaturen zorgen niet per se voor meer pollen in de lucht, maar kunnen wel de klachten van hooikoortspatiënten verergeren. Van Vliet: „Boven de 25 graden Celsius neemt de concentratie ozon, een reactieve vorm van zuurstof, in de lucht explosief toe. Bij inademing raken de longen geïrriteerd, waarna ze heftiger reageren op stuifmeel.”
Maar er speelt meer. Ook planten raken gestresst door ozon en produceren daardoor meer allergenen, weet Van Vliet.
Bovendien kunnen pollen aan fijnstof plakken en zo dieper in de longen doordringen. „Dit zijn drie mechanismes die het verband verklaren tussen hoge temperaturen, een slechte luchtkwaliteit en hooikoortsklachten. Patiënten doen er daarom goed aan de luchtkwaliteit in de gaten te houden.” Op de website luchtmeetnet.nl zijn kaartjes van Nederland met de verwachte luchtkwaliteit te vinden.
Stoep
Een flinke regenbui is voor hooikoortspatiënten prettig, want dan slaat stuifmeel neer. Opvallend genoeg hebben veel patiënten aan het begin van een regenbui juist extra last van pollen, stelt dr. Maurice Martens, bioloog en betrokken bij hooikoortsradar.nl. „Regendruppels nemen pollen hoog uit de lucht mee naar beneden. Bovendien kunnen pollen los van de grond komen door regendruppels die op de straat en de stoep opspatten.”
Van Vliet kan elke hooikoortspatiënt aanraden bij de huisarts een bloedtest aan te vragen om te achterhalen voor welke plantensoort hij of zij allergisch is. „Als je dat weet, kun je daar rekening mee houden. Zo zou je medicatie kunnen innemen ruim voordat het bloeiseizoen aanbreekt van de plantensoort waarvoor je gevoelig bent. Sommige medicatie werkt dan op haar best.”
Horren
Het ontlopen van pollen heeft volgens hem niet zo heel veel zin. „Wolken met pollen kunnen honderden kilometers ver komen. Het is wel zo dat je beter niet in het gras onder een berk kunt gaan zitten als je last hebt van berkenpollen.”
Van Vliet adviseert de ramen van het huis overdag zoveel mogelijk dicht te houden, met name die van de slaapkamer. Alternatief is het gebruik van speciale horren voor het raam die in staat zijn pollen te weren.
Zorg dat je voldoende medicijnen in huis hebt, adviseert de bioloog. „Helaas werken die bij veel patiënten niet of onvoldoende. Ze houden dan toch klachten. De kwaliteit van leven van deze patiënten kan behoorlijk zijn aangetast, blijkt uit studies. Resultaten of school of het werk kunnen daardoor worden beïnvloed. We vinden het daarom belangrijk dat er voldoende aandacht voor de aandoening is.”
Een andere opvallende aanbeveling van de Wageningse bioloog: beperk de inname van voedingsmiddelen die de allergische reactie op pollen kunnen versterken. Soms reageren mensen die gevoelig zijn voor gras- of boompollen ook op bepaalde voedingsmiddelen, zoals appel, tarwe of peulvruchten. Ze krijgen dan bijvoorbeeld te maken met tintelingen in de mond tijdens het eten van een appel. Op websites als allesoverallergie.nl zijn overzichten van deze zogenaamde kruisreacties te vinden.
Bepaalde eiwitten in deze voedingsmiddelen lijken veel op die in pollen, verklaart Van Vliet. „Het lichaam van sommige hooikoortspatiënten reageert daarop. Als zij dan toch deze producten eten, kan het zijn dat hun lichaam heftiger reageert op stuifmeel.”