Kerk lijkt soms meer op een wees dan op een bruid
Het is slechts een benaming, maar niettemin veelzeggend. Christenen noemen de zondag tussen Hemelvaart en Pinksteren wel de ”wezenzondag”. De Heere Jezus is ten hemel gevaren en de beloofde Trooster, de Heilige Geest, is nog niet uitgestort.
Wie uitsluitend kijkt naar wat voor ogen is, zou denken dat we nog steeds verweesd in deze wereld zijn achtergebleven. Wat een verdriet, wat een pijn in bijvoorbeeld Oekraïne. Bij nabestaanden van gevallenen, bij gewonden en bij die miljoenen vluchtelingen. Alles kwijt, soms met niet meer dan een koffer op weg naar een ver land.
Maar er is meer. Ook in ons rijke land zijn miljoenen mensen verweesd. Het gaat velen alleen nog om het hier en nu. Om dat wat met handen te tasten is. En er zijn ook zorgen. Van de Nederlandse jongeren zei recent 43 procent te lijden aan mentale klachten. Een hele groep jonge mensen noemt zich nu al de verloren generatie omdat ze kampen met hoge studieschulden en geen zicht hebben op een betaalbare woning. De afgelopen jaren, met de vele beperkingen door corona, hebben daarbij aan hun welbevinden geen goed gedaan. Sommigen worstelen zelfs met zelfmoordgedachten. Want wat moet je met een leven zonder enig houvast?
De samenleving is verweesd, schreef Pim Fortuyn in 1995. En hij had meer gelijk dan hij misschien zelf besefte. Want dat gevoel van verweesd zijn, kan inderdaad ontstaan door de politiek, door hoe het land wordt geregeerd. Maar het gaat veel dieper. Wanneer het transcendente volledig uit het zicht verdwijnt, blijft een mens verweesd achter. Dan is er geen hoger normatief kader dan dat wat de meerderheid van de samenleving vindt. De mens en zijn ratio vormen het uitgangspunt én het eindpunt van alle denken en discussiëren. God, Zijn Woord en goede geboden spelen geen rol meer in het leven. Ze horen op z’n best bij een gedoogde hobby van christenen.
Zo’n samenleving is verweesd tot in haar diepste kern. Het leven is dan niet meer dan een gesloten systeem. En precies dat wordt doorbroken door de hemelvaart van de Heere Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest. Hemelvaart en Pinksteren laten zien dat er meer is dan het hier en nu. Dat er verbinding is tussen hemel en aarde. Dat God Zich niet heeft afgewend van Zijn schepping, maar dat Hij ermee bewogen is en blijft. Ondanks alles.
Spannende vraag is hoe de christelijke gemeente het in dat opzicht ervan afbrengt. Zijn er ook in de Nederlandse kerken niet talloze verweesden? Mensen die tevergeefs zoeken naar geestelijk voedsel? Komt dit misschien omdat de kerk soms meer weg heeft van een wees die het ook allemaal niet meer weet dan van een bruid die verlangt naar haar hemelse Bruidegom?
„Ik zal u geen wezen laten”, beloofde de Heere Jezus. En Hij doet wat Hij belooft. Toen, met Pinksteren. Maar ook nu nog. En laat de kerk bidden met de bruid uit Hooglied: „Trek mij, wij zullen U nalopen.” Zodat verweesdheid plaats maakt voor verlangen. En verlangen overgaat in vervulling.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.