Vrouw en ambt, kerkelijke eenheid, benoemingen aan de Theologische Universiteit Apeldoorn: dat zijn onder meer de onderwerpen waarover de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) deze week in Nunspeet vergadert. De kerkredactie houdt een liveblog bij.
Advertentie
De Christelijke Gereformeerde Kerken hebben besloten de Verklaring van Verbondenheid van de Nationale Synode niet te ondertekenen, niet te participeren in de stuurgroep van dit platform en geen vorm van contact met de Raad van Kerken aan te gaan.
Het voorstel om niet aan de Nationale Synode deel te nemen, werd aangenomen met 26 stemmen voor en 24 tegen. Het voorstel om een geassocieerd lidmaatschap van de Raad van Kerken aan te gaan, werd met 29 stemmen tegen verworpen.
Prof. dr. A. Huijgen sluit zich daarbij aan. Hij pleit voor een „katholieke attitude” en „samenwerken waar dat kan.” „Je kunt je terugtrekken naar een veilige plek, om daar minder te worden en te sterven. Maar je kunt elkaar ook vinden in het getuigenis voor de samenleving. Die manier van samenwerken heeft de toekomst.”
Ds. Van der Zwan ontkent dat het meerderheidsrapport wordt ingegeven door angst. „Nee, het gaat om overtuiging. Er zijn redenen genoeg om niet mee te doen aan déze vorm van samenwerking. Ik zou ook niet mee willen in de gedachte dat we steeds minder worden en wel mee moeten, omdat we anders sterven.”
De pauze is voorbij, de vergadering gaat verder. De synode gaat nog even in comité. Dan buigt de landelijke vergadering zich over een rapport over de Nationale Synode en de Raad van Kerken.
Een meerderheid van de zogenoemde commissie 4 adviseert de generale synode de Verklaring van Verbondenheid van de Nationale Synode –op 29 mei 2019 door vertegenwoordigers van zo’n veertig kerken ondertekend– niet te onderschrijven, niet langer te participeren in de stuurgroep van dit platform en geen vorm van contact met de Raad van Kerken aan te gaan.
De minderheid van de commissie –drie leden– is het daarmee niet eens. Met een geassocieerd lidmaatschap zouden de CGK „geen verantwoordelijkheid” voor het beleid van de Raad van Kerken dragen, maar wel vanaf de zijlijn kunnen meespreken. De drie commissieleden willen daarnaast dat de CGK de Verklaring van Verbondenheid van de Nationale Synode ondertekenen „om daarmee in onze meer ontkerstenende samenleving een christelijke stem te laten horen.”
De vrijzinnigheid van de deelnemers is een „lastig punt”, erkent synodelid dr. B. Loonstra (Gouda). „Die kan nooit de motor achter de oecumene zijn. Laten we niet beginnen bij de randen, bij de grenzen, maar bij het centrum, de kern, het hart: bij het verlangen naar eenheid en herkenning, en van daaruit beleid ontwikkelen.”
Het is wel de vraag, zegt ds. A. van der Zwan (Dordrecht-Centrum), rapporteur van de meerderheid van de commissie, op wie dat verlangen naar eenheid en herkenning zich richt. De contacten met sommige deelnemers aan de Nationale Synode leverde eerder „vervreemding dan herkenning” op.
Hij is het niet eens met het zogenoemde preadvies van prof. dr. H. G. L. Peels, die stelt dat het meerderheidsrapport „het rapport van de gesloten deuren en van de geblindeerde ramen” is.
Prof. Peels licht dat dinsdag nog eens toe: „Het gaat om een basale houding van onze kerken in de samenleving. Het water staat ons op veel manieren tot aan de lippen. De situatie is nu anders dan in 1618, bij de Synode van Dordrecht, of in 1834, bij de Afscheiding. Heeft u ons jaarboekje gelezen? Weer meer dan 700 leden naar ”geen kerk”.”
Het gaat bij de Nationale Synode niet om een „afgedwongen eenheid” van kerken, zegt de hoogleraar Oude Testament aan de TUA. „Het is een beweging van onderop, geboren uit het besef dat we elkaar hard nodig hebben. Ik heb voortdurend hartzeer over de gebrokenheid van christenen in ons land.”
Dr. A. Versluis (Ede) en ds. J. van den Os (Spijkenisse) zijn benoemd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) heeft prof. dr. H. G. L. Peels dinsdag „op de meest eervolle wijze” emeritaat verleend.
De vergadering gaat weer verder. De synode verleent prof. dr. H. G. L. Peels „op de meest eervolle wijze” emeritaat vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Dat emeritaat gaat overigens pas in februari 2023 in.
Prof. Peels, geboren op 25 mei 1956 in Dordrecht, is sinds 1993 hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). Daarvoor was hij gemeentepredikant in Zoetermeer (1982) en, sinds 1986, universitair hoofddocent oudtestamentische vakken. Hij promoveerde in 1992 op een onderzoek naar de wraak van God.
Synodepreses ds. J. G. Schenau typeert prof. Peels „leermeester van het langer luisteren.” Hij wijst onder meer op zijn wetenschappelijk werk, en de dienstbaarheid aan de kerken.
Daarna spreekt TUA-rector prof. dr. H. J. Selderhuis. Hij noemt prof. Peels „zorgvuldig in de omgang met mensen, heel zorgvuldig ook in de omgang met de Schrift.”
Ook prof. Peels benadrukt het belang van de Schriften. „Wat is Gods Woord rijk, diep, breed. Met z’n allen bevatten we er nog maar heel weinig van.”
Exegese, de Bijbeltekst „openleggen”, ziet hij „als het mooist van allemaal.” Dit najaar verschijnt zijn commentaar op Jeremia.
De belangrijkste vraag is volgens prof. Peels: Wie is God? „Ik hoop dat alles wat ik heb geschreven en gezegd een richtingwijzer mag zijn naar Zijn heilige Naam.”
Advertentie
Christelijke gereformeerde kerken (CGK) mogen het geregistreerd partnerschap niet erkennen als huwelijk en ook niet kerkelijk bevestigen. Een studiecommissie gaat kijken wat de gevolgen zijn voor het kerkelijk leven, onder meer wat betreft het vragen van een zegen over een geregistreerd partnerschap.
Het volgende agendapunt gaat over geregistreerd partnerschap. In juni vorig jaar behandelde de synode een eerder voorstel van de studiecommissie om het geregistreerd partnerschap niet als huwelijk te erkennen en ook niet kerkelijk te bevestigen. Maar kan het geregistreerd partnerschap worden erkend als samenlevingsvorm?
Ouderling J. B. Groot Nibbelink stelt voor om uit te spreken dat het burgerlijk huwelijk de voorkeur heeft boven een geregistreerd partnerschap, maar dat de gemeenten de vrijheid krijgen om het geregistreerd partnerschap kerkelijk te bevestigen. „Voorwaarde is wel dat het stel in de bevestigingsdienst dezelfde beloften aflegt als bij de bevestingsdienst van burgerlijk gehuwden, zoals we die vinden in het huwelijksformulier. Daarbij zal groot gewicht gehangen worden aan het daar uit te spreken jawoord voor Gods aangezicht. In geval van ontbinding van het geregistreerd partnerschap zal de kerk de ontbinding als echtbreuk behandelen.”
Rapporteur ds. N. C. Smits ontraadt het voorstel. Het gaat volgens hem om het wezen van de zaak, „zoals we ook niet kunnen zeggen dat een stuk fruit in het ene opzicht een appel is en in het andere opzicht een peer.”
Dat er in sommige gevallen voor een stel zwaarwegende persoonlijke redenen kunnen zijn om voor een geregistreerd partnerschap te kiezen in plaats van een huwelijk, onderstreept volgens de commissie dat het echt om twee verschillende zaken gaat.
De synode gaat niet mee in het voorstel van ouderling Groot Nibbelink. Wel neemt ze, met 28 stemmen voor en 21 tegen, een voorstel van ds. A. D. Fokkema over. Een studiecommissie gaat onderzoek doen naar de vraag wat de eventuele gevolgen zijn van een geregistreerd partnerschap voor deelname aan het kerkelijk leven (geloofsbelijdenis, doop, avondmaal, ambtsbediening en het vragen van een zegen over een geregistreerd partnerschap). De kerken krijgen daarover een handreiking.
Plaatselijke kerken mogen het geregistreerd partnerschap niet erkennen als huwelijk en ook niet kerkelijk bevestigen.
De synode behandelt een rapport van het moderamen (synodebestuur). Daaruit blijkt dat het moderamen gesprekken heeft gevoerd met de kerkenraden van de gemeenten in Deventer en Zwolle over de benoeming van vrouwelijke ambtsdragers. „We zijn niet op de stoel van de classes gaan zitten”, licht moderamenlid ds. S. P. Roosendaal toe. „We hebben vooral geluisterd.”
De kerkenraden gaven aan veel druk vanuit de gemeente zelf te ervaren. Ze kozen voor „plaatselijke eenheid boven landelijke eenheid.”
Dat betreuren we, zegt ds. Roosendaal. „Voor de procedure is het belangrijk dat eerst de synode aan het woord is. We betreuren dat de volgorde is omgedraaid. We hebben geprobeerd begrip te kweken voor wat het voor ons betekent als gemeenten vrouwelijke ambtsdragers gaan benoemen.”
De synode begint met een bezinningsuur. Ds. H. Peet (Sliedrecht) houdt een inleiding over 1 Koningen 19:9-18. Hij zegt tegen de synodeweek op te zien, gezien de „spanningen die ons kwellen. Hoe moeten we er met elkaar uitkomen? De moed zou je in de schoenen zinken.”
Elia zag geen enkel lichtpuntje meer, stelt ds. Peet. „Hij zou er liever mee stoppen en zijn opdracht teruggeven aan zijn Zender. Maar de Heere ging daarin niet mee. Elia vroeg om te sterven, maar de Heere gaf hem voedsel om te leven.”
Het ging in Israël, aldus ds. Peet, om de Godsvraag: wie is God? „Dat dit een vraag was onder het verbondsvolk, is veelzeggend. Dit gaat veel verder dan de dingen die ons bezighouden.”
Elia verlangde naar hemelvuur om alle Baälpriesters te doden. Dat oordeelsvuur zou ook komen, vervolgt ds. Peet. „We moeten ons geen te gemoedelijke voorstelling van God maken. Hij is de Heilige in ons midden. Hij is niet de eerste de beste, maar de Ontzagwekkende. Aan Hem hebben we ons te verantwoorden, ook in ons synodale werk. Laten we ons hoeden voor elke vorm van kerkpolitiek, laten we niet doen alsof de kerk van ons is, dat ze niet is gekocht en betaald door de Heere Jezus. Laten we luisteren naar de stem van de Goede Herder, heel zuinig zijn met de eenheid die we van de Heere hebben gekregen en ons ervoor hoeden dat we die eenheid in gevaar brengen. De spanningen van dit moment maken ons kwetsbaar. De duivel gaat rond om een plek te vinden om bij ons binnen te komen. Hij zoekt naar een deur, zei de hervormde predikant ds. L. Kievit, maar hij komt vaak door een scheur. Laten we, binnen de grenzen van de Schriften, zelfverloochening leren.”
De Heere was niet in de storm, de aardbeving of het vuur, maar in het suizen van een zachte stilte. „Elia moest leren dat de Heere het eigenlijke werk in stilte doet.”
Waar we momenteel om verlegen zijn, zegt ds. Peet, „ook tijdens onze vergadering, is het suizen van die stilte. Dat de Heere ons écht stil maakt, alles wegneemt wat ons hindert om Zijn spreken te horen. En om langer te luisteren. Misschien naar een broeder uit een ander segment van de kerken, zodat het roer om moet. Dat vraagt om ontvankelijkheid, om vooroordelen te laten varen en niet de hakken in het zand te zetten. Als synode de kerken niet voorgaat in dat luisteren, dan komt de dood in de pot.”
Nergens worden we zo stil als bij het kruis van Christus, aldus de predikant. „Hij is de levende en spreekt nog steeds. Daarom: Hoort Hem.”
Dan volgt een bespreking in kleine groepen.
Corona, klimaatcrisis, oorlog in Oekraïne: het zijn volgens synodepreses ds. J. G. Schenau „tekenen” van de eindtijd. „En ook de spanningen in ons kerkverband lijken de afgelopen tijd niet te zijn verminderd.”
In een tijd van beproeving komt het aan op volharding, zegt ds. Schenau. „En op wachten op de Heere. In het besef dat we de wederkomst van de Heere Jezus tegemoet kunnen zien.”
Christenen zijn volgens de synodepreses geroepen het „teken van het einde” te dienen, namelijk dat „het Evangelie voort zou gaan in de wereld.”
De synodeleden zingen Psalm 24:4 en 5. Ds. Schenau leest Johannes 20:19-23 en gaat voor in gebed.
De eerste dag van de generale synode van de Christelijk Gereformeerde Kerken vangt aan om 10:00 uur. Preses ds. J.G. Schenau zal dan de opening verzorgen. De volledige agenda van de synode is te lezen op de website van de CGK.
Conceptagenda CGK-synode 2022 by RD on Scribd
Advertentie