Nu de vluchtelingenstroom uit Oekraïne aanhoudt, moeten gemeenten vol aan de bak om opvang te regelen. En daarbij worden ze creatief: ze maken leegstaande kantoorgebouwen bewoonbaar. Zo ook in Amersfoort en Dordrecht.
Bed, bad, brood en wifi in kantoor Amersfoort
Verbaasd is Dederike Bakker, projectmanager van het crisisteam Oekraïne van de gemeente Amersfoort. „Het is onvoorstelbaar wat er allemaal mogelijk is en van de grond komt, als je de crisisknop indrukt.”
In Amersfoort zijn in no-time twee kantoorcomplexen gereed gemaakt voor de opvang van Oekraïeners. In het gebouw Suncourt aan de Zonnehof zijn maandag de eerste bewoners aangekomen. In totaal kunnen er 170 mensen terecht. En op bedrijventerrein De Hoef aan de Plotterweg zullen 250 mensen worden opgevangen. „Waarschijnlijk voor enkele maanden, maar het kan uiteindelijk voor maximaal een jaar.”
Zo’n twee weken geleden begon de zoektocht van Bakker voor opvang. „We deden een rondvraag bij onze contacten in de stad naar panden die leegstonden. We kregen al snel verschillende reacties.”
Bakker checkte de gebouwen op geschiktheid voor opvang. „Want niet alles is bruikbaar. Panden moeten groot genoeg zijn: je gaat niet steeds voor vijftig vluchtelingen alle faciliteiten regelen. Ook een sportzaal is voor de lange termijn niet geschikt, vanwege de beperkte privacy. Het meest ideaal is als er veel aparte ruimtes en kamers zijn. Aan de Plotterweg is er sprake van een kantoortuin en moeten we tussenwandjes plaatsen om elke familie privacy en rust te bieden.”
Locatiemanager
Na het vinden van de locatie begon de grootste uitdaging. Het bewoonbaar maken van de kantoren en het inrichten. „Er moet veel geregeld worden: catering, schoonmaak, brandbeveiliging, tolken en een locatiemanager die de mensen kan helpen met allerlei praktische zaken, bijvoorbeeld bij een bezoek aan de tandarts.”
Een lastig punt was het bemachtigen van bedden. „Er is grote schaarste. Want je wilt de vluchtelingen geen veldbed geven. Dus zoek je verder. Dat bleek lastig. Het gaat om grote aantallen en het moest ook nog eens binnen een week worden bezorgd. Het lukte om vanuit België beden te laten komen.”
Bakker was de afgelopen weken fulltime bezig met het regelen van de opvang van de vluchtelingen. „Ook in de avonden werkte ik soms door. Het knelde wel met mijn gewone werkzaamheden. Maar ik voel een enorme drive om me voor de Oekraïeners in te zetten. Ik heb zelf kinderen. Als je an beelden ziet van moeders met kinderen die op de vlucht zijn, dan vind ik het mooi om een bijdrage te leveren.”
Door schaarste bedden uit België in opvang
Pauline Niersman van de gemeente Dordrecht heeft een paar pittige weken achter de rug. De gemeente vangt sinds zaterdag Oekraïense vluchtelingen op in het leegstaande Crown Point. In de eerste vleugel van het grote kantoorgebouw aan de Spuiboulevard is er plek voor 120 personen. Niersman coördineerde de verbouw van het pand. „De andere twee vleugels maken we ook geschikt voor bewoning. Maximaal kunnen we 600 mensen opvangen.”
Een paar weken geleden liep ze voor het eerst met de brandweer door Crown Point. „Inmiddels zijn de eerste vluchtelingen gearriveerd. Ik moest het vanaf nul coördineren. Een hele mooie taak overigens. Je draagt iets bij en het is mooi om te zien hoe iedereen zich inzet. Daar krijg ik energie van.”
Bij het klaarmaken van het pand kwam een hoop kijken: bouwkundig, installatietechnisch en qua brandveiligheid. Hier en daar moeten wanden worden geplaatst. Douches waren niet aanwezig. Niersman: „Het hele pand moest gecheckt. Doen de liften het nog? Zit er geen legionella in het water? Zo moest de gebouweigenaar een hele lijst afwerken.”
Toen de aannemers klaar waren, kwam de inrichting. „Heel basic. Er moesten bedden, matrassen en linnengoed komen. En voor ieder gezin een tafel, een kastje en wat stoelen.”
Pastorale hulp
Een volgende stap was het regelen van de primaire behoeften van de vluchtelingen, zegt Niersman. „Bed, bad, brood, wifi en veiligheid. Bijvoorbeeld: wat te doen bij calamiteiten? Voor de eerste vier weken is er catering geregeld. We hopen in een tweede fase kookgelegenheden te bouwen. Dat viel op korte termijn niet te regelen.”
Wat ook georganiseerd moest worden, waren de zogeheten secundaire behoeften, vertelt Niersman. „Er moet contact zijn met een huisarts. En als iemand mentale of pastorale hulp nodig heeft, moet dat mogelijk zijn. Ook kinderdagverblijffaciliteiten zijn aanwezig voor het geval mensen gaan werken.”
Volgens Niermans lag er geen draaiboek klaar om een leegstaand kantoorgebouw om te bouwen. „We hebben het met onze projectteams gedaan. Wel waren er handreikingen en kaders van bijvoorbeeld de veiligheidsregio. Bijvoorbeeld over hoeveel douches en toiletten er nodig zijn per aantal personen. We hoefden niet het wiel helemaal uit te vinden, maar het was vooral ook logisch denken.”
„Gebruik tijdelijke woning ook voor andere groepen”
Elk van de 25 veiligheidsregio’s in Nederland moet in de opvang van tweeduizend vluchtelingen voorzien. En dat worden er binnenkort misschien nog meer. „Want het is onzeker of het voldoende is”, zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De oorlog in Oekraïne is immers nog niet voorbij.
De vereniging ziet een enorme inzet en betrokkenheid van gemeenten in Nederland bij het opvangen van Oekraïense vluchtelingen. Woordvoerder Elize Lantink: „Het vergt veel creativiteit van bestuurders en ambtenaren om het te bolwerken. Voor de oorlog in Oekraïne was het al een uitdaging voor gemeenten om opvangplekken voor asielzoekers te realiseren. Nu komt er een opgave bovenop.”
Gelukkig zijn er mogelijkheden om sneller opvang te regelen, bleek eerder deze maand uit een handreiking van Rijksoverheid. Zo hoeven gemeenten zich bijvoorbeeld niet altijd aan de bestemmingsplannen te houden. Daardoor kunnen vluchtelingen terecht in onder andere kantoorpanden.
De VNG snapt dat als al het „laaghangend fruit is geplukt” er gekeken wordt naar leegstaande kantoren of Rijksvastgoed. Lantink: „Daarbij moet wel voorop staan dat aan de basisvoorwaarde voor een humane opvang voldaan wordt. Ook op de wat langere termijn.”
De VNG pleit ervoor om het vinden van opvanglocaties te bezien in een breder perspectief. „Nederland moest al aan de slag met het bouwen van meer woningen. Daar werd een start mee gemaakt. Het rapport ”Een thuis voor iedereen” geeft hier handvatten voor. Met de komst van vluchtelingen door de oorlog in Oekraïne moeten gemeenten nog creatiever aan de slag met woningen.”
Niet opdoeken
Een van die creatieve manieren is het definitief of tijdelijk ombouwen van leegstaande kantoorgebouwen, zegt Frank Wassenberg van Platform31. Volgens de woningmarktdeskundige staan overal in Nederland duizenden kantoren leeg. „Al jaren wordt deze oplossing genoemd en gelukkig ook gebruikt. Per jaar komen zo’n 10.000 woningen beschikbaar in voormalige kantoren, winkels en andere gebouwen. Toch moet dit nog versnellen. Er is in heel het land –zelfs in krimpregio’s– sprake van een woningtekort. Met de gemeenteraadsverkiezingen stond wonen in veel gemeenten in bovenaan of op zijn minst in de top 3 van belangrijke thema’s.”
Het direct inzetten van leegstaande kantoren voor Oekraïners vindt Wassenberg een goede zaak. Hij adviseert om zulke tijdelijke woningen niet direct op te doeken als de Oekraïense vluchtelingen weer vertrekken. „Stel dat ze op termijn weer teruggaan, gebruik de kantoren dan als tijdelijke opvang voor andere doelgroepen. Er zijn zoveel mensen blij zijn met meer woningaanbod. Denk aan daklozen, gescheiden woningzoekenden, studenten, jongeren die eindelijk uit huis willen of mensen die ergens een tijdelijke baan kregen aangeboden. Daarnaast staan er in veel gemeenten duizenden mensen op de wachtlijst voor een sociale huurwoning.”
Volgens de woningmarktexpert wordt vaak vergeten dat de huidige maatschappij veel dynamischer is dan vroeger. „Er zijn weinig mensen meer die veertig jaar bij dezelfde baas werken. De samenleving is dan wel beweeglijker, maar de woningmarkt niet. Tijdelijke woonvoorzieningen kunnen dan hulp bieden. Dat hoeft niet alleen in leegstaande kantoren, maar kan ook in prefab woonunits die je op een middag op een braakliggend terrein of aan de rand van het dorp in elkaar schroeft.”
Lege kantoorpanden vinden voor Oekraïeners is makkelijker gezegd dan gedaan, weet Wassenberg. „De meeste gemeenten hebben de panden wel in beeld, maar kunnen de eigenaars slecht bereiken. Er zijn veel beleggers actief uit het buitenland, zoals uit Duitsland en Saudi-Arabië. Zulke beleggers staan niet in het telefoonboek. Ze komen zeker niet uit zichzelf in beweging om iets te betekenen voor vluchtelingen.”
Omdat het laten ombouwen van kantoren om te bouwen veel tijd en personeel kost, moeten gemeenten niet schromen om ondersteuning aan te vragen. „De RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, MK) heeft een ondersteuningsteam. Ook provincies kunnen helpen. En verder kan Platform31 meedenken bij het ombouwen van een kantoor.”