De Broodfabriek, een evenementenhal in Rijswijk, dient als centraal aanmeldpunt voor Oekraïense vluchtelingen in de regio Den Haag. Zij krijgen daar de nodige spullen, medische zorg en noodopvang.
Dagelijks zijn twee huisartsen in de hal aanwezig om de eerste medische zorg te bieden. Een van hen is Ingeborg Rozenboom, huisarts in Waddinxveen en medisch adviseur bij Hadoks. „We horen aan welke vragen er zijn”, zegt ze. „Vervolgens regelen we dat mensen bij de juiste zorgverlener terechtkomen. Dat kan zijn bij de tandarts, een verloskundige of een medisch specialist.”
Onlangs vroeg een vrouw met een knobbeltje in haar borst om hulp. „Zij had een goedaardig gezwel, dat elke paar maanden gecontroleerd moest worden. Daar is geen haast bij. We hebben haar daarom doorverwezen naar een huisartsenpraktijk, die een scan kan aanvragen.”
Het komt ook voor dat mensen direct onder behandeling van een specialist moeten, weet Rozenboom. „Sommige mensen zitten bij aankomst in Nederland precies tussen de chemokuren in. We hebben patiënten met lymfeklierkanker meegemaakt die wisten dat ze in Oekraïne zouden overlijden hetzij door de beschietingen hetzij door het niet ontvangen van medische zorg. Als wij iemand met zo’n medische voorgeschiedenis aan de balie krijgen, maken we gelijk een afspraak met het ziekenhuis.”
Bloeddruk
Soms gebruiken vluchtelingen medicatie die niet in Nederland wordt gebruikt. Rozenboom noemt als voorbeeld warfarine, een bepaald type bloedverdunner. „Wij hebben wel een variant die hierop lijkt. Maar die kunnen we niet zomaar voorschrijven. Eerst moet een specialist meekijken en bepalen hoeveel van ons middel gelijkstaat aan de gebruikte dosering van dat middel, en wat dat doet met de bloedwaardes.”
De huisartsen hoeven in de hal weinig ingewikkelde medisch-technische handelingen te doen. „Wij doen de kleine verrichtingen, zoals het meten van de bloeddruk of de temperatuur. Of we kijken in het oor van een kindje met oorpijn.”
Waar ze ook over beschikken: corona-zelftests. „Als iemand hoest of het een beetje benauwd heeft, nemen we een coronatest af. Blijkt die positief, dan verwijzen we door naar de GGD-teststraat.”
De taalverschillen vormen geen groot probleem, zegt Rozenboom. „Er lopen professionele tolken in de hal rond. Bovendien kennen veel Oekraïners Engels en zijn ze vaak ook bereid voor anderen te vertalen.”
Medische gegevens worden bij inschrijving in een dossier opgeslagen. Zodra bekend is bij welke huisarts een vluchteling terechtkomt, kunnen deze gegevens naar zijn informatiesysteem worden overgeheveld, verklaart Rozenboom. Stel dat een vluchteling later verhuist naar een andere locatie, dan kunnen deze gegevens vervolgens onderling tussen huisartsen worden uitgewisseld.
Hotels
De gemeente heeft sinds vorige week een zorgcoördinator beschikbaar gesteld aan wie vluchtelingen hun vragen kunnen richten. Dit voorkomt dat ze naar de huisartsenpost bellen bij bijvoorbeeld een naderende bevalling of een zere kies.
Vluchtelingen blijven een paar uur voor registratie in De Broodfabriek, waarna ze worden opgevangen in nabijgelegen hotels. Van daaruit komen ze verspreid over de regio te wonen, vaak in gastgezinnen.
Oekraïners die in een gastgezin zijn opgevangen, kunnen zich voor medische zorg normaliter richten tot de huisarts van dat gezin, vertelt Nienke Smid, woordvoerster bij Hadoks, een organisatie die zo’n 500 huisartsen in Den Haag en omstreken vertegenwoordigt. „Mocht dat niet lukken, dan zoekt de gemeente naar een oplossing. De GGD is ervoor verantwoordelijk dat elke vluchteling de juiste zorg krijgt.”
Hadoks is bezig met een inventarisatie van huisartsen die ruimte in hun agenda hebben om medische hulp aan vluchtelingen te bieden. Smid: “We zien grote bereidheid onder huisartsen om te helpen. Ons streven is dat er per wijk een of twee huisartsenpraktijken ruimte hebben voor hulp aan vluchtelingen.”