Waarom jongeren in Krabbendijke kabaal maken
Het kabaal is in Krabbendijke niet van de lucht. Jongeren steken zwaar en illegaal vuurwerk af. De SGP lanceerde onlangs een meldpunt voor klachten over het geknal. Een groepsgesprek tussen de SGP-fractievoorzitter, een jeugdwerker en twee jongeren uit reformatorische kring.
„Kijk, een shell”, zegt Christian Meeuwsen (18). Op zijn telefoon laat de jonge Zeeuw een filmpje zien. Geknal, lichtsporen. „Het zwaardere werk.”
„Zie het als een granaat”, zegt Jeroen Kempees, jongerenwerker in Reimerswaal, waar Krabbendijke onder valt.
Tientallen jongeren zijn in Krabbendijke al maanden voor de jaarwisseling in de weer met vuurwerk. Ze steken zwaar spul als cobra’s en nitraten af of laten benzinebommetjes ontploffen.
„Pas kreeg een jongen de vonken van een shell achter in zijn nek. Een flink stuk van zijn haar schroeide weg”, zegt Sander Hirdes (18). Hij is net als Christian geregeld te vinden „op het dorp”, de centrale kruising in Krabbendijke. Daar komen sinds jaar en dag groepen jongeren samen om vuurwerk af te steken. Beide jongemannen, die een baan hebben in de visindustrie, zijn lid van de gereformeerde gemeente in Krabbendijke.
Sander: „Vroeger ging je oudere broer naar het dorp. Je was een jaar of zeven en merkte dat je moeder het niet leuk vond dat je oudere broer ging. Maar hij deed dat toch. En jij ging er stiekem achteraan met je fiets. Het zag er wel erg verleidelijk uit en je dacht: Dat wil ik later ook.”
Christian: „Het is gezellig om met z’n allen een pilsje te drinken op het dorp. Lekker een beetje knallen, een beetje gek doen. Vuurwerk geeft een kick. Thunderkings en siervuurwerk vind ik geweldig. Nogal wat leeftijdgenoten zoeken het zwaardere vuurwerk op. Je ziet zelfs jongens van een jaar of twaalf met een nitraat. Dat is gewoon gevaarlijk.”
Sander: „Ik ben vorig jaar best wel smerig hard gepakt. Een groep rechercheurs deed huiszoeking en vond 22 kilo illegaal vuurwerk achter mijn bed. Mijn ouders schrokken heel erg. Ik had eerder glashard tegen hen gezegd dat ik thuis geen vuurwerk had liggen. Ik zat iets langer dan 24 uur in een Middelburgse cel en kreeg 48 uur taakstraf. Ik was stom bezig natuurlijk. Maar de spijt komt pas achteraf.”
Het illegale geknal is de SGP in Reimerswaal een doorn in het oog. Daarom lanceerde de partij –veruit de grootste in de Zeeuwse gemeente– onlangs een meldpunt.
SGP-fractievoorzitter Artwin Otte: „Wij willen het gesprek over vuurwerkoverlast bevorderen. Daarom vind ik het mooi dat Christian en Sander met ons om tafel zitten. Ouderen, maar ook gezinnen met kinderen klagen over extreem zwaar vuurwerk. Verder hebben dieren er last van. Het afsteken begint steeds vroeger in het jaar. Vinden we dat allemaal normaal?”
Sander: „Ik snap dat vuurwerk voor veel mensen vervelend is. Ik heb ook oudere broers en zussen met jonge kinderen. Die zeggen tegen mij: „Hou er mee op. Onze kinderen kunnen niet slapen.””
Christian: „Pas durfde een kerel van een jaar of dertig het aan naar een groep op het dorp af te stappen. Die man stond daar vroeger zelf ook. Hij zei dat zijn hond en jongste kindje last hadden van de herrie. Toen zijn we ook weggegaan. We gaan niet naar het dorp om mensen tot last te zijn. Je hebt een groep inwoners die het vuurwerk niet leuk vindt, maar ik hoor ook dat best veel ouderen in Krabbendijke het geweldig vinden dat jongeren samenkomen, vuurwerk afsteken en het met elkaar gezellig hebben. Net als vroeger.”
Jongerenwerker Jeroen Kempees: „Ik wil jongeren niet over één kam scheren. Ik ga wel eens met klagers in gesprek. Zijn jongeren per definitie fout? Nee, is mijn antwoord. Waren wij vroeger altijd zo lief? Nee. Een jongere wil zijn ei kwijt.”
Christian: „Jongeren gaan niet zo gauw ’s avonds achter hun computertje zitten om huiswerk te maken.”
Sander: „Veel jongeren vervelen zich, zeker nu in coronatijd cafés gesloten zijn. Dan gaan ze rottigheid uithalen.”
SGP’er Otte: „Burgers voelen zich niet veilig als ze in het centrum van Krabbendijke langs een flinke groep jongeren moeten. Bovendien vernielen jongeren regelmatig dingen met vuurwerk. Ze blazen bijvoorbeeld verkeersborden op.”
Christian: „Op dankdag werd een kledingbak in de fik gestoken. Dat gaf een enorme knal. Maar op dankdag moet je respect hebben voor de kerkgang, dan moet je geen vuurwerk afsteken.”
Je moet toch sowieso geen bak met kleding voor minderbedeelden in de fik steken?
Christian: „Ik denk dat de daders niet wisten dat er kleding in zat. Die dachten gewoon: Lekker knallen.”
Groepsdruk speelt een grote rol, zeggen alle vier.
Jongerenwerker Kempees: „Als je als jongere het foute gedrag van iemand anders in een groep afkeurt, loop je de kans dat de groep zich tegen jou keert en je voor gek zet.”
Sander: „Stel: iemand drinkt tien bier achter elkaar, dan probeer jij er meer op te drinken. Je wilt in een groep de stoerste zijn.”
Hoe bied je jongeren vertier, ook in een tijd van lockdown?
Jongerenwerker Kempees: „Het is lastig. Lekker voetballen in de zaal kan nu niet. Wij willen een jongerencentrum realiseren in Krabbendijke. Waar kerkelijke en niet-kerkelijke jongeren welkom zijn. Maar dat centrum komt er niet. Op provinciaal niveau is beslist dat zo’n voorziening te veel geld kost.”
SGP’er Otte: „Ik snap helemaal dat jongeren hun energie kwijt moeten. Ook kan ik me voorstellen dat het enorm moeilijk is om de jeugd ontspanning te bieden. Dat zal altijd een spanningsveld blijven. Ik zeg wel eerlijk: Ik zal mijn kinderen zeker niet stimuleren om naar het dorpscafé te gaan of om zwaar vuurwerk af te steken. Het is echt mijn overtuiging dat op zo’n plek het ware geluk nooit te vinden is. Ten diepste is ons leven op aarde bedoeld om te leven tot eer van God. Zo’n leven maakt een mens werkelijk gelukkig.”
Sander: „Iedereen heeft zijn eigen realiteit. Misschien spreekt dat geluk een ander totaal niet aan. Je moet elkaar daar misschien ook een beetje vrij in laten.”
Jeugdwerker Jeroen Kempees: „Voor ons is het in Reimerswaal lastig activiteiten te organiseren voor jongeren. Dat begint al bij bijvoorbeeld een knutselmiddag voor de kleinsten. Ouders uit reformatorische hoek willen er geen popmuziekje bij, ouders uit niet-reformatorische kring juist wel.”
Kempees tegen de twee jongeren: „Stel dat de voorganger in jullie kerk zegt: „Ik wil dat jullie geen vuurwerk meer afsteken.” Wordt er dan minder vuurwerk afgestoken?”
Christian: „Onze dominee, ds. Vlot, waarschuwt tegen cafés en tegen vuurwerk afsteken. „Ga nou niet naar het dorp”, zegt hij dan.”
Sander: „De dominee zegt dan: „Je maakt mensen het leven zuur.””
Christian: „Al hoor ik het in de kerk, toch ga ik twee dagen later alsnog naar het dorp.”
Kempees: „Ik merk zoiets ook bij niet-reformatorische jongeren bij het voetbal. Een trainer kan de jeugd waarschuwen, maar zijn woorden gaan bij hen het ene oor in en het andere oor uit. Ik zou tegen volwassenen willen zeggen: „Loop eens een rondje over straat, praat met jongeren. Dan leer je ze kennen en krijg je wederzijds begrip.” Als ik langskom bij die jongens, word ik altijd warm door ze ontvangen.”
Christian: „Je bent een jaar of zeventien en je wilt wat. Tot ongeveer mijn dertiende ging ik naar de jeugdvereniging van de kerk. De dominee zegt dan iets in de trant van: „Ouders, pas toch op je kind. Het is niet goed om naar het dorp te gaan. Denk toch niet dat je op die plek zomaar bekeerd gaat worden.””
Jongerenwerker Kempees: „Ik vind het belangrijk dat de jongens niet als slechteriken worden afgeschilderd. Het zijn goeie jongens. Ze hebben wel sturing nodig, dat erkennen ze zelf.
Pas organiseerden we op een parkeerterrein een race-event. Dan zit je achter een simulator met van die Max Verstappen-achtige autootjes. Het mooie is dat jongeren komen en na afloop spontaan helpen opruimen. Er stonden een paar oudere jongens te roken in bijzijn van een paar elfjarige jongens. Ik vroeg die jongens uit het zicht van die kleintjes te gaan staan. Dat doen ze dan ook.”
Hoekje
Met de politie lijken nogal wat Krabbendijkse jongeren een haat-liefde-verhouding te hebben.
Christian: „Pas kwamen zo’n vijf, zes agenten ineens op ons af, we werden met dertig man in een hoekje gedreven. Nadat één persoon een cobra had afgestoken, begonnen agenten te trappen en te slaan. Sommige jongeren gingen niet weg. Die politiemensen schreeuwden in grove taal dat ze moesten vertrekken. Dan denk ik: Zo los je het niet op.”
De politie zal zeggen: We hebben al tien keer gewaarschuwd, wet is wet, dus wij treden op.
Christian: „Dat snap ik wel. Maar je moet jongeren op de juiste manier benaderen. Ga gewoon het gesprek aan. Wij zijn geen grote boeven. Onze wijkagent Jaap is een soort van goeie. Vorig jaar was er ook een vuurwerkverbod met oudjaar. Toen heeft hij ons toch even onze gang laten gaan. Op een gegeven moment zei hij: „Nog vijf minuten en dan is het over en ga je naar huis.” Dan luister je wel, er ontstaat wederzijds respect.”
Een oud vrouwtje dat schrikt van harde knallen zal misschien zeggen: Beste wijkagent Jaap, regels zijn regels. Er geldt een vuurwerkverbod, dus geen geknal op Oudejaarsavond.
Sander: „Niemand is perfect, wij niet, wijkagent Jaap niet, zo’n oud vrouwtje misschien ook niet. Je moet wel eens iets door de vingers zien. Een paar weken geleden liet een vriend van ons de motor van zijn auto even draaien, en liep hij naar zijn broertje tien meter verderop. Gelijk komt er een agent aangelopen. Die vriend kreeg een boete van 150 euro. Want je mag je auto niet laten draaien als je er niet bij staat. Zo maak je als politie geen vrienden.”
SGP’er Otte: „Ik begrijp enerzijds frustratie over het optreden van de politie. Maar anderzijds: de politie wordt gebeld door inwoners die overlast ervaren van vuurwerk. Dus moet de politie afstappen op vijftig jongeren in het centrum van Krabbendijke. Ga er maar aan staan om dan het gesprek aan te gaan. Ik denk dat zo’n gesprek zeker de insteek van de politie is. Ook als de politie misschien niet altijd alles helemaal goed doet, is het toch goed om respect voor de politie te hebben.”
Christian: „Wij hebben respect voor de politie. Niemand haalt het in zijn hoofd om vuurwerk naar de politie te gooien. Als ik word beroofd door drie criminelen, dan bel ik de politie: Kun je me komen helpen?”