Het OM verwijt V. dat hij geen deskundige heeft ingeschakeld om te kijken naar scheuren in zijn giek en te voldoen aan branchenormen. „Deze waren ver overschreden. Waar een verantwoordelijke schipper handelt, heeft verdachte dat niet gedaan met dramatische gevolgen.” Volgens het OM blijkt uit onderzoek dat de giek voor 55 procent aan de binnenkant ernstig verrot was.

De schipper kreeg in december 2023 een taakstraf van 150 uur. De rechtbank in Leeuwarden legde hem ook een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op voor dood door schuld. Volgens de rechtbank had de man als eigenaar van een schip waarop gasten worden ontvangen een zware zorgplicht. Dat betekent dat het schip altijd in goede staat moet verkeren. Dit was niet het geval. Daarnaast was zijn keuringscertificaat verlopen en had hij volgens de rechtbank daarom niet mogen uitvaren met het schip.

V. was tegen zijn straf in hoger beroep gegaan. Hij stelde onterecht veroordeeld te zijn. Het OM had eerder een celstraf geëist van zes maanden en een beroepsverbod van 2,5 jaar en ging ook in hoger beroep. Dit omdat de rechtbank, in tegenstelling tot wat het OM stelde, oordeelde dat er sprake was van ‘aanmerkelijke’ in plaats van ‘grove’ nalatigheid, waardoor de straf lager uitviel.

Het fatale incident gebeurde toen het schip voer van Terschelling naar Vlieland. De giek kwam terecht op het achterhoofd van Tara, waardoor zij een schedelbreuk opliep. Medische hulp mocht niet meer baten.

Tara’s moeder uitte in een slachtofferverklaring haar teleurstelling over de straf die de rechtbank oplegde. „De enige juiste straf is een beroepsverbod. De schipper vaart weer en deed dat al snel. Wij begrijpen dat niet”, zei ze in de volle zittingszaal. „Door zijn keuzes zitten wij nu in deze situatie. Tara krijgen wij nooit meer terug.”

De advocaat van V. stelde dat alleen met onderzoek waarbij de giek kapot zou zijn gemaakt de zwakke plek te achterhalen was geweest. „Dat is onderzoek wat mijn cliënt of een keurmeester niet kan doen.” Hij pleitte voor vrijspraak.