Hoewel we niet weten hoe de toestand van de besmettingen dan zal zijn, weten we wel dat ware verootmoediging tot op heden nog gemist wordt. Aan discussies over overheidsmaatregelen ontbreekt het niet en iedereen denkt het beter te weten als het over de bestrijding van het virus gaat. Het is echter nodig te belijden dat de Schepper van hemel en aarde alles in Zijn hand heeft, om ons te verootmoedigen en opdat we erkennen dat Hij God is. Telkens is gezegd dat we het met elkaar moeten redden en samen het virus moeten bedwingen. Vroeger zond de overheid biddagbrieven naar de kerken bij oorlogsdreiging, misoogsten, watersnood, besmettelijke ziekten en andere noden, met de oproep om samen te komen met boete en berouw en de almachtige God te smeken om Zijn genadige redding. Laten we nu elkaar opwekken tot verootmoediging en gebed.

Afgoderij

Het is afgoderij om ons vertrouwen te stellen op de geneeskunst, artsen, vaccins of op allerlei maatregelen als we dit doen zonder in verootmoediging Gods zegen nodig te krijgen. We hoeven de middelen niet te verachten, maar we moeten wel beseffen dat waar is wat vaak gezegd wordt: „Aan Gods zegen is alles gelegen.” Hoe zal God die zegen geven? Kunnen we die verwachten als we doorgaan met Hem te tergen door ons gedrag? We hebben meer nodig dan een belijdenis van afhankelijkheid. Als de Allerhoogste ons tuchtigt, wil Hij dat we schuld belijden. Het is de hoogste tijd voor boete, berouw en bekering.

Persoonlijke bekering

Laat ieder onderzoek doen in eigen leven. Wie ben ik voor God en voor mijn naaste? Vragen we naar Zijn wil in ons ochtendgebed? Hij wil dat ik tot eer van mijn Schepper leef en Hem dien. Zijn geboden moeten in mijn hart gegrift zijn! Zoeken we onze persoonlijke zonden te kennen en bidden we om genadekracht om ermee te breken? Vragen we hoe we tot zegen kunnen zijn voor anderen? Zien anderen dat ik de weg naar eeuwig geluk zoek? En zoek ik in ootmoed en liefde dat ook voor anderen?

Liefde heeft ook oog en hart voor mensen in onze naaste omgeving. We praten wel veel over ziekte en gezondheid, maar zeggen we ook dat ze ons van Gods hand toekomen? En zien we dat we gezondheid niet en ziekten wel verdienen? Ligt er geen boodschap in de verbreiding van het coronavirus over heel de wereld? Niet dat wie ziek wordt in het bijzonder straf verdiend heeft, maar wel dat wij allen door onze zonden Gods straffen verdiend hebben. Moeten we in ons gezin niet nagaan waar we God door vertoornen? Moeten we elkaar niet helpen om met zonden te breken?

Schuld belijden

Van verschillende kanten is al gewezen op de noodzaak van gebedssamenkomsten. Het is goed dat ieder kerkverband die organiseert en ertoe oproept. Maar ook als dat niet gebeurt kan iedere gemeente de oudejaarsdienst er speciaal voor bestemmen. Wat past ons verootmoediging! Laat het ons verbinden voor Gods aangezicht als we met en voor elkaar en voor heel ons land schuld belijden en bekering en vernieuwing zoeken. Het moet geen zaak van enkelingen zijn, hoewel het daar moet beginnen. We horen bij een volk dat Gods toorn door zo veel zonden verdiend heeft. Wie ziet nog omhoog en belijdt ook in zijn omgeving God als de almachtige Schepper? Hij ziet hoe massaal Zijn scheppingsinstellingen vertrapt worden. Als de overheid niet om een bidstond wil vragen, laten we dan voor de overheid bidden, ootmoedig, als boetelingen die met berouw de bekering zoeken die onmisbaar is voor een gezegende toekomst.

Een oproep voor heel ons land

Laten de dagen van de jaarwisseling bijzondere dagen worden, dagen van bezinning en verootmoediging. Laat de oudejaarsdag een dag zijn van boete, berouw en bekering en de nieuwjaarsdag een dag van verootmoediging en vragen om vergeving, verzoening en vernieuwing. Gods zegen zal rusten op hen die hun geluk zoeken bij de Zaligmaker, Die komt wonen bij hen die Gods Woord bewaren.

„Komt en laat ons wederkeren tot den Heere, want Hij heeft verscheurd en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen om den Heere te kennen” (Hos. 6:1-3a).

De auteur is emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten.